Geo-visualisatie/Deel B: Geo-visualisatie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Romaine (overleg | bijdragen)
Linkfix
Romaine (overleg | bijdragen)
Linkfix
Regel 42:
 
<div style="background:#FFDAB9;">
[[AfbeeldingBestand:Leer meerWikiversity-logo.png|20px]] '''SAMENVATTING:''' Generalisatie kan een oplossing bieden voor de visualisatie van te gedetailleerde kaartmateriaal. Generalisatie is nodig bij relatief teveel detail in de omtrek van vlakken of (gedetailleerde) lijnen.
</div>
 
Regel 95:
 
<div style="background:#FFDAB9;">
[[AfbeeldingBestand:Leer meerWikiversity-logo.png|20px]] '''SAMENVATTING:''' Generaliseren is het zinvol vereenvoudigen van de kaartinhoud. Hierbij gaat het om punten en (vertices van) lijnen en vlakken. Er zijn twee soorten generalisatie, grafische en conceptuele. Beide soorten versimpelen het kaartbeeld, met als doel een beter of sneller leesbare kaart, maar conceptuele generalisatie kan verder gaan, omdat hierbij bepaalde klasses niet meer zichtbaar zijn. Beide soorten generalisatie zijn subjectief en afhankelijk van de uiteindelijke kaartschaal en het doel van de kaart. Voor zowel thematische als topografische kaarten is generalisatie vaak nodig. Hoe algemener het doel van de kaart en hoe kleiner de schaal (dus hoe groter het schaalgetal, bij [[Geo-visualisatie/Inleiding_Cartografie#De_termen_.27kleinschalig.27_en_.27grootschalig.27|kleinschalige kaarten]]), hoe sterker de generalisatie zal moeten zijn.
</div>
 
Regel 137:
 
<div style="background:#FFDAB9;">
[[AfbeeldingBestand:Leer meerWikiversity-logo.png|20px]] '''SAMENVATTING:''' Joinen, of op zijn Nederlands: koppelen, is een belangrijke functionaliteit voor elke GIS-specialist. Door de join wordt een locatiecomponent toegevoegd aan een gegevensset. Hiermee kan vrijwel elke denkbare gegevensset van welke soort of bron dan ook, in kaart worden gebracht. Als GIS-specialist dient wel de kwaliteit van deze join in de gaten te worden gehouden. De input van een join is een GIS-bestand en een hieraan te koppelen gegevensset zonder locatie. Het koppelen gebeurt op basis van één overeenkomstig, identiek veld, het zogeheten sleutelveld.
</div>
 
Regel 341:
 
<div style="background:#FFDAB9;">
[[AfbeeldingBestand:Leer meerWikiversity-logo.png|20px]] '''SAMENVATTING:''' Kwantitatieve (getalsmatige) gegevens kunnen met (alleen) labels, staafdiagrammen, taartpunten en proportionele symbolen (zoals cirkels en vierkanten) gevisualiseerd worden. Wanneer proportionele symbolen worden gekozen, is er het gevaar dat kleine aantallen niet goed meer zichtbaar zijn. Labels bij de symbolen en of het bewust verkleinen van de onderlinge groottes van de symbolen is dan een must. Kleine symbolen worden dan groter en grote symbolen worden dan relatief kleiner weergegeven. Een goede legenda (en eventueel het toevoegen van labels als het niet om te veel labels gaat) is dan wel een must.
Welke van de genoemde visualisatiemogelijkheden wordt gekozen is afhankelijk van:
* de dataset (het onderwerp)
Regel 526:
 
<div style="background:#FFDAB9;">
[[AfbeeldingBestand:Leer meerWikiversity-logo.png|20px]] '''SAMENVATTING:''' Karteer het verschijnsel, of het individuele object. Is het een continu verschijnsel - een verschijnsel dat overal in meer of mindere mate voorkomt - dat is dit als een choropleet of iso-lijnenkaart weer te geven. Geef aantallen ongelukken op snelwegen weer op snelwegen. Geef meetwaarden die gelden op bepaalde locaties niet als staafdiagrammen weer, of als figuratieve symbolen, als het om een continu verschijnsel gaat.
</div>
==Individuele objecten of geaggregeerde objecten==
Regel 554:
 
<div style="background:#FFDAB9;">
[[AfbeeldingBestand:Leer meerWikiversity-logo.png|20px]] '''SAMENVATTING:''' Afhankelijk van de boodschap van de kaart, kunnen geaggregeerde (=tot één object of symbool samengevoegde) objecten vaker beter met proportionele abstracte (geometrische) symbolen, in kaart gebracht worden. Dat is dus een [[Geo-visualisatie/Inleiding_Cartografie#Figuratieve_kaart|figuratieve kaart]]. Het is een oplossing om stippenkaarten die een te grote spreiding in de dichtheden hebben beter af te beelden. Afhankelijk van de wijze van representatie die de kaartmaker kiest, kunnen twee totaal verschillende kaarten ontstaan, die een totaal verschillend beeld van de spreiding van het object weergeven.
</div>
 
Regel 622:
 
<div style="background:#FFDAB9;">
[[AfbeeldingBestand:Leer meerWikiversity-logo.png|20px]] '''SAMENVATTING:''' Er zijn verscheidene methoden om gegevens te visualiseren indien het om geaggregeerde data gaat. Het kan met figuratieve kaarten, choropleten, stippenkaarten en isolijnenkaarten. Ze kunnen echter in de praktijk niet zonder door elkaar worden gebruikt. De ene situatie kan beter met een choropleet worden weergegeven, de andere met een isolijnenkaart, de volgende juist weer niet, enzovoorts. Dit hangt van het te karteren fenomeen af; is het homogeen of heterogeen verdeeld over de geaggregeerde gebieden. Normaliseren kan per oppervlak en per inwoner. Of data genormaliseerd ''moet'' worden, hangt onder andere van het doel van de te maken kaart af.
</div>
 
Regel 644:
 
<div style="background:#FFDAB9;">
[[AfbeeldingBestand:Leer meerWikiversity-logo.png|20px]] '''SAMENVATTING:''' Zorg dat je kaart de antwoorden geeft die het moet geven. Een redelijk relevante kaart over het onderwerp of het thema, kan meer vragen oproepen dan beantwoorden. Kies wat je wilt illustreren exact uit. Bijvoorbeeld: Gaat het om de spreiding van de islam, karteer dat dan, en niet het aantal moskeeën.
</div>
 
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.