Platbodemzeilen op een Volendammer Kwak/Achtergrondkennis schip: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Vd172hb (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Vd172hb (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
===Stand van de zeilen===
 
Zie afbeelding. De hoofdregel is: hoe hoger aan de wind, des te strakker de [[w:nl:schoot|schoten]].
 
[[Afbeelding:zeilstanden.png|600px|thumb|none|zeilstand bij verschillende koersen]]
 
A is aan-de-wind, B is halve wind, C is ruime wind, D is voor de wind met de [[vaarpraktijk#fok te loevert|fok te loevert]]. De zeilen staan niet allemaal even “dicht” ten opzichte van het schip. Het [[#grootzeil|grootzeil]] staat het verst naar binnen. De [#fok|fok]] iets verder naar buiten en de eventuele [[#kluiver|kluiver]] nog verder.
 
Op een voordewindse koers komt de fok in de luwte van het grootzeil terecht. Hij vangt dan geen wind meer en levert geen voortstuwing. De fok kan dan “te loevert” worden gezet: aan [[w:nl:loefzijde|loef]] in plaats van aan [[w:nl:lijzijde|lij]]. Daarbij is het nodig om de schoothoek met een boom uit te duwen. Zie hoofdstuk “fok te loevert”.
 
Om te zien of een zeil dicht genoeg staat kijk je naar het [[#zeilen algemeen|voorlijk]]: de schoot moet zóver aan, dat het voorlijk netaan niet meer kilt. Zie verder hoofdstuk [[vaarpraktijk#zeiltrim|zeiltrim]].
Regel 18:
 
 
::''In [[w:nl|Volendam]] komen vaak toeristen op de bottersteiger, met maar één prangende vraag: waarvoor zijn die grote planken aan de zijkant van het schip? Ze bedoelen de zwaarden. Men gokt vaak dat het voor het evenwicht is, als tegenwicht voor het scheef gaan. Dit is natuurlijk onzin. Het betoog hieronder is weliswaar correct, maar wel een beetje saai. Andere varianten die al zijn gehoord: afscherming tegen vliegende vissen, roei-mechaniek, remkleppen, draagvleugels die de romp optillen, fitness-uitrusting, ingeklapte loopplanken, schaatsen voor als het vriest, reserveplanken voor als we lek raken.''
 
 
Regel 25:
De stand van het zwaard is afhankelijk van drie zaken:
 
*de koers ten opzichte van de wind, zie afbeelding. Des te hoger de koers, des te dieper het zwaard. Op voordewindse koersen blijft het zwaard omhoog. Op ruime koersen is hooguit een puntje zwaard nodig om de loefgierigheid tegen te gaan. Het zwaard geeft niet alleen lift maar ook waterweerstand, dus steek niet meer zwaard dan nodig.
 
*de koers ten opzichte van de wind, zie afbeelding. Des te hoger de koers, des te dieper het zwaard. Op voordewindse koersen blijft het zwaard omhoog. Op ruime koersen is hooguit een puntje zwaard nodig om de loefgierigheid tegen te gaan. Het zwaard geeft niet alleen lift maar ook waterweerstand, dus steek niet meer zwaard dan nodig.
*de windkracht. Als het hard waait, gaat het zwaard op aandewindse koersen niet volledig omlaag. Daardoor blijft de loefgierigheid binnen de perken.
 
*de waterdiepte! Een diep gestoken kwakkezwaard steekt ongeveer drie meter onder water. Als het zwaard dan de bodem raakt, zie je het met kleine schokjes omhoog komen. Vaak kan dat weinig kwaad. Het zwaard fungeert dan als “dieptealarm”. Maar bij harde wind, zeegang of harde grond is het riskant als het zwaard plotseling in de grond loopt. Het kan breken. En als dat niet gebeurt, kan het schip zelfs “struikelen” over zijn zwaard, en daardoor kapseizen! Wees hier dus altijd voorzichtig mee.
 
 
<font color="red">Het zwaard mag nooit volkomen verticaal staan of zelfs naar voren wijzen.</font> Het moet altijd iets achteruit blijven wijzen, om te garanderen dat het omhoog scharniert zodra het de bodem raakt. In de [[#zwaarden|zwaardlopers]] moeten daarom stopperknopen zijn gelegd, die zorgen dat het zwaard niet helemaal verticaal kan zakken.
Regel 80:
|style="text-align:right;"|1||'''lijketouwen'''||touwen die langs de randen van de zeilen zijn genaaid
|-
|style="text-align:right;"|2||'''klauwhoek of rak'''||bij een gaffelzeil: de hoek van het zeil bij de gaffelklauw.
|-
|style="text-align:right;"|3||'''tophoek'''||bovenste hoek van zeil. Bij een gaffelzeil: ook wel "nokhoek".
Regel 169:
|style="text-align:right;"|37||<b>gordijn</b>||lijn van halverwege het voorstag naar de voorste kruisklamp in de zij, aan loef. Als de fok bij het overstaggaan wind vangt over de nieuwe boeg, wordt hij opgevangen door het gordijn. De fok kan daardoor niet te wild tekeer gaan en de maat kan zonder gevaar de fokkeschoot te beleggen.
|-
|style="text-align:right;"|38||<b>rijgerbuiketouw of buiketouwrijger</b>||lijn, die de buik van de fok in bedwang houdt bij het [[vaarpraktijk#overstag|overstaggaan]]. Eén eind zit aan de ring van de fokoverloop gesplitst. Loopt vandaar via een kousleuver aan het onderlijk van de fok, terug via de ring, naar de kruisklamp op de waterbalk. Op ruimereruime koersen moet de rijger losgemaakt worden. Kan evt. ook als [[vaarpraktijk#bulletalie|bulletalie]] dienstdoen.
|-
|style="text-align:right;"|39||<b>fokkeschoot</b>||schoot, waarmee de stand van de fok t.o.v. het schip wordt bepaald. Loopt vanaf de schoothoek met een lus rond achterste kruisklamp in de zij. Dan via een kousleuver of stropblok in de schoothoek, weer terug naar diezelfde kruisklamp, daarop belegd. Het losgooien van het geheel bij overstaggaan is een handigheidje.
Regel 177:
|style="text-align:right;"|41||<b>leuvers achterlijk</b>||in het achterlijk van de fok zitten een paar kousleuvers en een touwleuver. Deze worden benut om op bepaalde koersen een grote of kleinere boom in de fok te kunnen zetten. En bij het reven, om de functie van schoothoek over te nemen.
|-
|style="text-align:right;"|42||<b>''fokkeboom of fokkeloet''</b>||hiermee wordt de grote boom aangeduid, waarmee de fok "te loevert" kan worden gezet op voordewindse koersen. Een enorm lang kreng, watdat door minstens drie man gehanteerd moet worden. Daarom bij dagcharters nooit gebruikt. Hoort ook niet thuis in de originele uitrusting van een kwak (te onpraktisch).
|-
|style="text-align:right;"|43||<b>''bindtouw''</b>||touw aan het voorstevenbeslag. De opgerolde fok kan hiermee worden vastgebonden tegen de voorstag. Tevens in gebruik bij het reven, om de onderste stagringen op elkaar te binden, en daarmee het onderste stuk van het zeil uit de wind te halen.
Regel 193:
|style="text-align:right;"|44||<b>kluiverboom</b>||zwaar rondhout, wordt langs de voorsteven naar voren uitgestoken; op het uiteind wordt de halshoek van de kluiver gevoerd. Als de kluiver niet wordt gebruikt, ligt wordt de kluiverboom terug naar achteren geschoven. Hij ligt dan aardig in de weg, van de voorsteven tot achter de BB langsknie.
|-
|style="text-align:right;"|45||<b>non met bindtouw</b>||houten steun voor het achtereind van de kluiverboom. Staat middenop de plecht. Er zit een bindtouwtje of een klapbeugeltje aan, waarmee je het eind van de kluiverboom vastbindtborgt.
|-
|style="text-align:right;"|46||<b>bit, ook wel: traveller</b>||ring om de kluiverboom. Kan heen-en-weer gehaald worden tussen voorsteven en top van de boom, doormiddel van de uithaler. Er zit een haak aan, om de halshoek van de kluiver aan te pikken.
Regel 213:
===Bezaan===
 
De bezaan is net als de kluiver een driehoekig zeil. De benaming van de onderdelen komt overeen met de kluiver. De bezaan wordt achter het grootzeil gevoerd. De top wordt [[vaarpraktijk#bezaan hijsen|gehesen]]met de [[#grootzeil|dirk]]. De hals wordt met een lijntje of stropje belegd op een [[#roer|dol]] aan lij. De schoothoek wordt naar achteren uitgeboomd met de bezaanstutter. Daaraan zit een enkele schoot. Die wordt belegd op een dol aan loef. Het schrooflijntje ontbreekt.
 
Aan de halshoek zit een lijntje of stropje, dat bij het [[vaarpraktijk#bezaan hijsen|hijsen]] op een dol wordt belegd. Het schrooflijntje ontbreekt. De schoothoek wordt over de achtersteven naar achteren uitgeboomd met de bezaanstutter. Als val voor de bezaan dient de dirk.
 
===Breefok===
In het seizoen 2006 wordt de inventaris van de VD172 uitgebreid met een [[w:nl:breefok|breefok]]. Zodra we ervaring hebben opgedaan met dit bijzondere zeil, zal deze paragraaf verder worden ingevuld.
 
 
===Klampen, bolders, dollen, ogen en ringen===
 
AllemaalMeest bedoeld om een lijntjelijn aan vast te maken of een stok tegenaan te zetten.
 
[[Afbeelding:dek.png|250px|thumb|left|voordek]]
Regel 241 ⟶ 244:
|style="text-align:right;"|58||<b>haakjes-op-'t-boord</b>||ogen op het boord, met een haak eraan, een stukje voor de fokoverloop. Bestemd om de halshoek van de [[w:nl:Breefok|breefok ]] in te pikken. Ook gebruikt als geleiding van de kluiverschoot, en om een autobandje of stootwil aan te hangen.
|-
|style="text-align:right;"|59||<b>ogen voor de kuilstok</b>||ogen op het boord, net voor de zwaardkop. Bestemd voor het dwarskulen, om via een stropstropje de kuilstok aan te bevestigen. Ook handig om een bandje/stootwil aan te hangen.
|-
|style="text-align:right;"|60||<b>stutterklampen op de waterbalk</b>||klossen op de waterbalk, BB en SB. Om het wegrollen van losliggende stutters te beletten. Er zit een uitholling in waarin een stok kan worden gezet om de fok uit te bomen.
Regel 247 ⟶ 250:
|style="text-align:right;"|61||<b>ring op de fokoverloop</b>||hieraan word het [[#fok|buiketouw/de rijger]] vastgesplitst.
|-
|style="text-align:right;"|62||<b>kepen in de fokoverloop</b>||serie inkepingen op de fokoverloop. Bedoeld om de bovenstok van de [[#breefok|breefok]] in te zetten. Ook bruikbaar om een stok in te zetten die het achterlijk van de fok openhoudt.
|-
|style="text-align:right;"|63||<b>''autoband om stok in te zetten''</b>||om een haakstokstok op een willekeuring plek op de plecht te kunnen plaatsenzetten, leg je een autoband neer. Touw aan de band aan een vast punt knopen. Stok in het gat van de band zetten.
|-
|style="text-align:right;"|64||<b>halve klampen op de mast</b>||klampen aan BB en SB van de mastvoet, om het [[#fok|fokkeval]] (BB) en het [[#kluiver|kluiverval]] (SB) op te [[#lijnen beleggen op een vast punt|beleggen]].
|-
|style="text-align:right;"|65||<b>knecht</b>||dwarsbalkje aan achterkant mastvoet, metdoor BBde en SBuiteinden een pen erdoorkorvijnagel. Om de [[#grootzeil|dirkloper]] (BB) isen voorhet dirkloper.[[#grootzeil|zeileval]] (SB) voorop zeilevalte beleggen.
|-
|style="text-align:right;"|66||<b>kruisklamp vd halstalie</b>||kruisklamp tegen achterkant vd waterbalk, om de [[#groozeil|halstalie]] en het [[#fok|buiketouw]] op te beleggen.
|}
 
Regel 263 ⟶ 266:
!colspan="3"|
|-
|style="text-align:right;"|68||<b>kruisklampen in de zij</b>||aan beideBB kantenen zittenSB erzitten drie klampen op het binnenboord. De voorste zijn voor het [[#fok|gordijn]]. De middelste voor de [[#zwaarden|zwaardloper]]. De achterste voor de [[fok#fok|fokkeschoot]].
|-
|style="text-align:right;"|69||<b>kruisklamp op de giek</b>||klamp middenop de giek, om de [[#grootzeil|smeerreeptalie]] op te beleggen.
|-
|style="text-align:right;"|70||<b>dollen in het dolboord</b>||aan beide kanten zitten er 2 ijzeren pennen door het dolboord: de dollen. Gebruikt om achterlandvasten op de beleggen, de halshoek en schoot van de [[#bezaan|bezaan]], en soms de grootschoot, op ruime koersen.
|}
 
Regel 336 ⟶ 339:
 
===Altijd bij de hand houden===
*:*contactsleutel
*:*scherp mes
*:*stuurpen
*:*stuurtalie
*:*logboek, vaartijdenboek + ballpoint
*:*zeekaarten
*:*toeter
*:*kompas
*:*verrekijker
*:*gps
*:*marifoon
 
 
===Gereedschap===
*:*boordgereedschap
*:*zaklantaarn
*:*materiaal voor zeilreparatie en splitsen
*:*breeuwsel met breeuwbeitel
*:*aansteker
*:*ducktape
 
 
===Reservemateriaal===
*:*reservelijnen
*:*reserveblokken
*:*reservehelmstok
*:*reserve zwemvest-patronen
*:*reservejerrycan diesel en drinkwater
*:*reservedelen motor: impeller, filters, V-snaar etc.
 
 
===Veiligheidsmiddelen===
*:*<font color="red">zwemvesten</font>
*:*<font color="red">drijfblokken</font>
*:*<font color="red">verbandkist</font>
*:*<font color="red">vuurpijlen</font>
*:*<font color="red">werpboeien, MOB-licht</font>
*:*<font color="red">brandblussers</font>
 
 
===Techniek===
*:*lenspomp schakelaars
*:*walstroomkabel met verloopstukken
*:*losse navigatieverlichting
*:*aansluitpunten navigatieverlichting
*:*schakel- en zekeringpanelen
*:*hoofdschakelaars
*:*gaskranen
*:*vuldoppen diesel en water
*:*wierpot
*:*buitenboordkranen
*:*smeerolie en koelvloeistof
*:*maatkan en trechter
*:*schroefasvet (indien van toepassing)
 
 
===Allerhande===
*:*vet voor de zwaardklampen
*:*ankerbal
*:*boordpapieren
*:*pikhaken en stutters
*:*hoosblik
*:*poetsdoeken
*:*wc-papier
*:*spaak van het braadspil
 
 
 
==OMGAAN MET LIJNEN==
 
 
===Inleiding===
 
Praktijkoefeningen zijn hier veel nuttiger dan een theorietekst. We volstaan daarom met een opsomming van de belangrijkste “touw-situaties” aan boord. Het beleggen van lijnen op een vast punt komt heel vaak voor. Knopen en steken leggen is minder vaak nodig, maar een beperkt aantal knopensteken moet je vlot kunnen leggenmaken. Voor de uitleg van paalsteek, mastworp en meer van dat fraais: raadpleeg de vele boekjes en websites die hierover bestaan, of een behulpzame mede-botteraar.
Voor de uitleg van paalsteek, mastworp en meer van dat fraais: raadpleeg de vele boekjes die hierover bestaan, of een behulpzame mede-botteraar.
 
 
Regel 445 ⟶ 441:
'''Op een kruisklamp (fokkeschoot, gordijn, zwaardval, halstalie, landvast)'''
 
*neem één hele slag om de klamp heen, zodat de trekkracht op de voet van de klamp komt.
*dan twee kruisslagen.
*dan één halve steek tot slot.
 
Bij de kruisklampen in de zij, sla je de kruisslagen steeds van boven naar beneden, dan komt het vrije eind aan de onderkant uit de halve steek (valt beter)
 
 
Regel 459 ⟶ 455:
'''Op een rondhout'''
 
Met een mastworp, visserssteekvissersteek of timmersteek. Vraag demonstratie of kijk in een knopenboek.
 
 
'''Op een oog'''
 
Mastworp, visserssteekwerpankersteek. Vraag demonstratie of kijk in een knopenboek.
 
 
Regel 473 ⟶ 469:
*lus aan een lijn maken: paalsteek.
*bindtouw om de giek en zeil binden: platte knoop met slipsteek (halve schoenstrik).
*oog midden in een lijn maken: middenmansknoop.
*twee lijnen aan elkaar knopen: schootsteken of twee zoeteliefjes.
*stopperknoop om te voorkomen, dat een lijn door een blok kan schieten: achtknoop.
*om de fokkeschoot in te korten (bij fok-te-loevert) of de dirkloper (bezaan hijsen) in te korten: trompetsteek.
 
 
Regel 491 ⟶ 487:
Het oprollen van touwen tot ronde “matjes” op de plecht ziet er leuk uit, maar is niet best voor het touw en plecht: de onderkant van de mat blijft vochtig, de bovenkant is aan de zon blootgesteld
 
De vallen worden na het hijsen van de zeilen wel opgeschoten, maar niet persé opgehangen aan de mast, zie hoofdstuk [[vaarpraktijk#zeil zetten|“zeil zetten”]].
 
Touwwerk van natuurvezel ([[w:nl:hennep|hennep]], manilla) nooit nat opbergen in het vooronder. Dan verrot het.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.