Heksenvervolging in Europa (1300-1720)/Ontstaan van de heksenvervolging/Joseph Klaits. Ontstaan van de heksenvervolging: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 3:
==Joseph Klaits. Ontstaan van de heksenvervolging==
[[File:Michael Pacher 004.jpg|right|thumb|200px|De duivel belaagt [[Michael Pacher]], 1430]]
De meeste beschuldigden waren arm en vrouw. Ze waren machteloos en wanhopig. Meestal gaven ze als motief voor hun wandaden dat de duivel hen kleding en eten had beloofd. Hij haalde hen over om te stelen, zelfmoord te plegen en om hun eigen kinderen te doden (zodat er meer geld overbleef). Als het weduwen waren, bood hij hen ook sexuele diensten aan. Doordat de geestelijkheid hel en verdoemenis preekte, dachten velen dat ze zoveel zonden hadden begaan, dat ze toch al naar de hel zouden gaan. Door een verbond met de duivel te sluiten, zou het niet slechter gaan, mogelijk een beetje beter. Religieuze wanhoop was algemeen.
Arme en alleenstaande vrouwen die moesten bedelen, werden vaak bedreigd, uitgescholden of geslagen. Zij konden niet terugvallen op wettelijke middelen of op fysieke kracht
Hoewel er inderdaad grote economische crises waren in Europa tussen 1560 en 1680, wijst Klaits een relatie tussen de economische situatie en de intensiteit van de heksenjacht (zoals Dresen-Coenders die legt) af omdat die relatie niet aan te tonen zou zijn.
Klaits onderschrijft het idee van Thomas dat veel bedelaressen het slachtoffer waren van de heksenwaan. Bedelaressen hadden geen andere middelen van wraak dan vervloeking en bovennatuurlijke middelen. Hij betwijfelt echter
Ook stelt Klaits dat niet de allerarmsten het meest van hekserij werden beschuldigd. Over hen was men het wel eens dat zij niet anders konden. Het was de groep daar net boven van wie men dacht "ga toch werken" die het meest beschuldigd werd.
Bedelaressen en vroedvrouwen waren de ideale zondebokken voor de misère van alledag van het volk. Onbewust hadden de dorpelingen angst voor deze eenzame vrouwen,
===Angst voor minderheden, voor de dood en voor de duivel===
Regel 31:
De meeste mensen konden geen dokter betalen bij een bevalling en dokters keken meestal neer op dit werk. Verder mochten mannen zich niet met de bevalling bemoeien. Vroedvrouwen waren nodig maar werden ook geminacht en gewantrouwd.
10% van de vrouwen stierf in het kraambed. 16-30% van de nieuwgeborenen stierf voor het 1e jaar, (30% stierf voor het 3de jaar, 52% voor het 5de en 72% voor het 15de jaar). De ouders van een gestorven kind waren getraumatiseerd en hadden een schuldgevoel. De dood van hun kind zagen zij als de straf van God omdat ze iets verkeerds gedaan zouden hebben. De vroedvrouw werd dan vaak als zondebok aangewezen. Zij zou het kind gedood hebben en werd aangeklaagd wegens hekserij.
De vroedvrouw werd vervolgens onder marteling gedwongen om toe te geven dat zij een pact met de duivel had gesloten en naar de sabbat was gevlogen (met behulp van babyvet) om daar babyvlees te eten.
Regel 40:
===Vrouwbeeld===
De vrouw werd als inferieur gezien. Moederschap en vooral maagdelijkheid waren haar beste kwaliteiten. Haar plaats in het huishouden was onder de man. Lichamelijkheid werd gezien als hinderlijk voor het zieleheil.
|