Heksenvervolging in Europa (1300-1720)/Ontstaan van de heksenvervolging/Joseph Klaits. Ontstaan van de heksenvervolging: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 1:
<<<[[Heksenvervolging in Europa (1300-1720)/Ontstaan van de heksenvervolging|Ontstaan van de heksenvervolging]]
[[File:Michael Pacher 004.jpg|right|thumb|200px|De duivel belaagt [[Michael Pacher]], 1430]]
De meeste beschuldigden waren armlastige vrouwen. Ze waren machteloos en wanhopig. Meestal gaven ze als motief voor hun wandaden dat de duivel hen kleding en eten had beloofd. Hij haalde hen over om te stelen, zelfmoord te plegen en om hun eigen kinderen te doden (zodat er meer geld overbleef). Als het weduwen waren, bood hij hen ook seksuele diensten aan. Doordat de geestelijkheid hel en verdoemenis preekte, dachten velen dat ze zoveel zonden hadden begaan, dat ze toch al naar de hel zouden gaan. Door een verbond met de duivel te sluiten, zou het niet slechter gaan, mogelijk een beetje beter. Religieuze wanhoop was algemeen. Veel mensen stonden onverschillig of zelfs vijandig tegenover de religie.
Regel 15:
Bedelaressen en vroedvrouwen waren de ideale zondebokken voor de misère van alledag van het volk. Onbewust hadden de dorpelingen angst voor deze eenzame vrouwen, want eenzaamheid was hun grootste angst. De autoriteiten konden zeggen dat het lijden van het volk niet werd veroorzaakt doordat zij slechte bestuurders waren, maar het resultaat was van demonische krachten. Wat rijkere keuterboeren konden hun weigering om bedelaressen iets te geven, rechtvaardigen door te zeggen dat de meesten van hen heksen waren.
*Er kwam, stelt Klaits, na 1100 een groeiende angst voor minderheden
*Verder was er een groeiende angst voor de dood. Vanaf 1100 zag de welvarende elite de dood niet langer als een overgang uit een zeer onplezierig aards leven naar een betere wereld, maar als het einde van een prettig leven.
Regel 23:
Angst voor minderheden, voor de dood en voor de duivel tesamen veroorzaken het beeld van de heks.
De geleerden hadden door de Renaissance kennis gemaakt met de werken van [[w:Plato (filosoof)|Plato]] en zijn wereld vol geesten en demonen. De magie kwam een tijd in de belangstelling op de universiteiten ([[w:Neoplatonisme|Neoplatonisme]]). Ook de demonen werden echter verbonden met de duivel. De magiër kon wel beweren dat hij de demonen (en mogelijk zelfs de duivel) gebruikte voor goede doeleinden omdat hijzelf een goed mens was, maar de geleerden zeiden dat hij gebruikt werd dóór de duivel.
Rond 1550 gebruikten de geleerden het oude volkssprookje van het vliegen naar de heksensabbat om de heksen ook nog te beschuldigen van vrijwillig sexueel verkeer met de duivel. Tevens werd de wettelijke weg (eerst accusatoir daarna inquisitoir) om heksen te executeren na 1520 veel makkelijker begaanbaar.
De meeste mensen konden geen dokter betalen bij een bevalling en dokters keken meestal neer op dit werk. Verder mochten mannen zich niet met de bevalling bemoeien. Vroedvrouwen waren nodig maar werden ook geminacht en gewantrouwd.
Regel 39:
De elite (gegoede burgerij en hogere geestelijkheid) was fanatiek bezig om zijn morele waarden op te leggen aan het volk. Vrouwen die kinderen kregen buiten het huwelijk, werden door het gerecht bestraft. Geboortecontrole bestond nauwelijk en abortus was gevaarlijk. De conceptie en de geboorte van een kind konden dus niet verhinderd worden. Daarom gingen vrouwen hun buitenechtelijke kinderen soms doden na de geboorte. Daar hielpen vroedvrouwen wel bij. Dit werd dus nu ook strafbaar en met de duivel verbonden. Na 1450 moesten vroedvrouwen een eed afleggen dat ze geen enkele vorm van magie zouden toepassen bij de geboorte, geen kinderen zouden vermoorden en nieuwgeborenen meteen bij de pastoor zouden aangeven en laten dopen.
De vrouw werd als inferieur gezien. Moederschap en vooral maagdelijkheid waren haar beste kwaliteiten. Haar plaats in het huishouden was onder de man. Lichamelijkheid werd gezien als hinderlijk voor het zieleheil. Seksualiteit was alleen binnen het huwelijk toegestaan om kinderen te krijgen. De lustgevoelens van de mannen werden veroorzaakt door de verleidingskunst van de vrouwen. De vrouw werd een onverzadigbare wellust toegedicht. Zij bezweek eerder voor de verleidingen van de duivel. Weduwen en ongetrouwde vrouwen, dus zonder de leiding van een man, vervielen eerder tot hekserij.
|