Wiskunde/Oppervlakte:begrip: verschil tussen versies

Dit hoofdstuk beschrijft het begrip '''oppervlakte''',. hetHet bestaat uit de onderdelen:

Net zoals we soms een lengte willen aangeven (een lat van 30cm, een wielerwedstrijd van 150km) willen we soms de grootte van een oppervlak aangeven, bijvoorbeeld van een stuk grond, van een plaat hout, ed. Dit kan m.b.v. het begrip "oppervlakte". De oppervlakte kan men bepalen door te tellen hoe vaak een standaardoppervlakte op de te meten oppervlakte past. Zo'n standaardoppervakte kan een vierkantjevierkant zijn met zijden van bijvoorbeeld een meter: een vierkante meter.

UiteraardHet voldoet debegrip oppervlakte aanheeft eenonder andere de aantalvolgende voorwaardeneigenschappen:

*nemendelen we tweeeen keeroppervlakte eenzelfdein stuk papierstukken, dan is de totale oppervlakte vangelijk aan de tweesom stukken samen twee keervan de oppervlakteoppervlakten van elkde stuk apartstukken.

De gebruikelijke eenheid voor oppervlakte is de "vierkante meter", genoteerd als "m²". Net zoals men voor lengtes met millimeter, meter en kilometer werkt, kent men voor oppervlaktes ook meerderemeer eenheden. Zo zal men de grootte van België (32.000 km²) in andere grootheden uitdrukken dan de grootte van een muismatje (enkele vierkante dm). Hieronder staan de meestgebruikte eenheden vermeld, samen met hun grootte in m²:

Zoals je kunt zien wordt er nu niet vermenigvuldigd met een factor 10, maar met een factor 100. Hier kun je ook aflezen dat 2 m² inderdaad 20.000 cm² is,: je moet namelijk twee keer vermenigvuldigen met 100 om van vierkante meters naar vierkante centimeters te gaan. Nu kun je ook berekenen dat 25 dm² gelijk is aan (25 x 100) 2.500 cm².

Een tweede methode die je kunt gebruiken, is door te bedenken dat 1 dm gelijk is aan 10 cm,; dan is dus: