Klassieke Mechanica/Voorwerpendynamica: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Huibc (overleg | bijdragen)
Huibc (overleg | bijdragen)
Regel 406:
=Gevalstudie: het dynamisch gedrag van een auto=
 
==Vertragen en versnellen in rechte lijn==
Als toepassing van wat tot nu toe gezien werd zal het gedrag van een auto bij versnellen en vertragen in rechte lijn en in een bocht bekeken worden. Er wordt uitgegaan van een kleine middenklasse wagen met een massa van 1000 kg, een wielbasis van 2,5 m en aangedreven op de voorwielen. Er wordt gerekend met een (klassieke) gewichtsverdeling van 60% op de voorwielen en 40% op de achterwielen. Het massacentrum bevindt zich op 0,5 m boven de grond.
[[afbeelding:autoProfile.svg|right|auto met gegevens]]
Regel 421 ⟶ 422:
Als men de laatste vergelijking van de vorige aftrekt, krijgt men:
: 2,5V<sub>A</sub> = 1G + 0,5F = 10 000 + 1000 = 11 000<br />
Of : V<sub>A</sub> = 4 400 N en V<sub>V</sub> = 5600 N<br />
In feite moet men eerst de tweede vergelijking met 1 m vemenigvuldigen als men de dimensies wil laten kloppen. Numeriek is dat natuurlijk niet te zien. Er werd toch maar een coëefficiënt 1 voor G gezet.
 
 
Er is dus 400 N minder gewicht op de voorwielen en evenveel meer op de achterwielen. Dit is geen gelukkige situatie voor een voorwiel aangedreven wagen. De horizontale kracht moet immers geleverd worden via de wrijving met de weg. Minder druk is op de weg betekent ook kleinere F. Bij moderne voorwielaangedreven wagens ligt het motorblok schuin over de vooras om zoveel mogelijk druk op de vooras te hebben. Bij de legendarische Citroën Traction Avant
Regel 429 ⟶ 432:
<br clear="all" />
 
Bij et afremmen gebeurt het omgekeerde: de voorwielen worden zwaarder belast en de achterwielen minder. De remkracht moet evenredig hiermede verdeeld worden over de voor- en achterwielen. De remmen op de voorwielen zullen dus altijd het grootste werk moeten. Ze zijn dan ook altijd veel zwaarder uitgevoerd. Bij wagens met schijfremmen vooraan en trommelremmen achteraan is er nog het bijkomende probleem dat de remkracht bij schijfremmen lineair stijgt met de druk op het rempedaal, maar bij trommelremmen eerder exponentieel. In zulk een systeem zit er altijd een begrenzer op de druk naar de achterwielen om het slippen van de achterwielen te vermijden. Deze regelaar of begrenzer wordt meestal gestuurd door de afstand van achteras tot het chassis, als maat voor de helling van de wagen. Bij wagens die met ABS uitgerust zijn moet dat zorgen voor een correcte verdeling van de remkracht.
[[afbeelding:AutoProfile-decel.svg|right|versnellende auto]]
 
Regel 445 ⟶ 448:
Het resultaat is dat de neus van de wagen nu naar beneden duikt.
 
==In de bocht==
 
 
{{Sub}}
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.