Klassieke Mechanica/Voorwerpendynamica: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Huibc (overleg | bijdragen)
Huibc (overleg | bijdragen)
Regel 426:
 
 
Er is dus 400 N minder gewicht op de voorwielen en evenveel meer op de achterwielen. Dit is geen gelukkige situatie voor een voorwiel aangedrevenvoorwielaangedreven wagen. De horizontale kracht F moet immers geleverd worden via de wrijving met de weg. Minder druk is op de weg betekent ook kleinere F. Bij moderne voorwielaangedreven wagens ligt het motorblok schuin over de vooras om zoveel mogelijk druk op de vooras te hebben. Bij de legendarische Citroën Traction Avant (1934)
had men het differentieel, vanwaar de aandrijfassen naar de wielen vertrekken, tussen het motorblok en de versnellingsbak geplaatst om meer druk op de voorwielen te hebben. Deze aanpak werd ook gevolgd in de 2CV, de Renault R4 en R5. Alhoewel er reeds in de jaren 30 door DKW gewerkt werd met een dwarsgeplaatste tweetaktmotor, was het vooral de revolutionaire Mini (1959), ontworpen door Alec Issigonis, die de dwarsgeplaatste motor populair miek. De versnellingsbak zat bij deze in het motorcarter. Bij zwaarderde motorenhuidige wagens is die op zijn normale plaats aan eenhet einde van het motorblok bevestigd. HetBij ideeeen omdwarsgeplaatste motor zit het differentieel naast de versnellingsbak en het motorblok, tezoveel plaatsen, meermogelijk naar het midden toe,. lietBij toekleinere omwagens staat de motor schuin overvoor de (theoretische) vooras, tebij leggengrotere enmotoren ookligt grotere motorende temotor gebruikeniets inschuin wagensover metde voorwielaandrijvingvooras.
[[afbeelding:AutoProfile-inclined-block.svg|left|schuin motorblok]]
[[afbeelding:AutoProfile-inline-block.svg|right|motorblok in lijn]]
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.