Sociale geschiedenis van de vroege middeleeuwen/Recht en belasting: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Beetjedwars (overleg | bijdragen)
Beetjedwars (overleg | bijdragen)
Regel 50:
In de Karolingische periode werd het van oorsprong heidense systeem van de [[w:Godsoordeel|Godsoordelen]] weer ingevoerd. Het bekendste Godsoordeel was de vuurproef: de verdachte van een misdrijf moest blootsvoets over negen witgloeiende ploegscharen lopen. Als hij onschuldig was, zou God hem beschermen tegen verbranding en waren zijn voetzolen na drie dagen zo rose als pruimen. Maar God zou een schuldige niet helpen en dat zou meteen te zien zijn aan de verbrandingen. De vuurproef bleef tot in de twaalfde eeuw in de christelijke wereld in gebruik, ondanks verzet van sommige bisschoppen<ref>Het was vrijwel onmogelijk om voor deze proef te slagen. Er waren echter ook Godsoordelen waarbij het moeilijk was om ervoor te "zakken". In een samenleving waarbij iedereen in deze proeven geloofde, "werkten" ze ook vaak en hadden ze een preventieve werking. Veel schuldigen bekenden reeds uit angst, nog voordat ze de proef deden. Als een onschuldige voor de proef "zakte", kon hij alleen maar denken dat hij dus schuldig was, want de gedachte dat God niet zou bestaan, kwam niet bij hem op. Bron: Keith Thomas, Religion and the decline of magic</ref>.
 
==MijneedMeineed==
Het gegeven woord werd niet gerespecteerd in een gewelddadige wereld die door jeugdige mannen werd geregeerd. Waarheid werd gezien als een waanidee van oude mannetjes<ref>[[Sociale geschiedenis van de vroege Middeleeuwen/Hof#Vazal|Vazal en mijneedmeineed]]</ref>. Valse getuigenissen en [[w:Meineed|meineden]] waren aan de orde van de dag, ook tijdens processen. De kerk was hier dermate ontzet over dat in alle Middeleeuwse [[w:Boeteboek|boeteboeken]]<ref>De boeteboeken waren de handboeken voor de biechtvaders.</ref> vooral dat van [[w:Columbanus|Columbanus]] de meineed werd afgekeurd. Een meineed begaan uit vrije wil diende bestraft te worden met een verder leven in een klooster. Een meineed begaan uit angst voor weerwraak diende bestraft te worden met 7 jaar boetedoening waarvan 3 jaar op water en brood en 4 jaar als ongewapende balling. Vooral het ongewapend moeten leven was in die gewelddadige tijd een groot risico.
 
==Asiel==
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.