Sociale geschiedenis van de vroege middeleeuwen/Gezin: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Beetjedwars (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Beetjedwars (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 40:
Bij de huwelijksceremonie was er een groot banket met drank, gezang en obscene grappen (om de vruchtbaarheid te bevorderen). Het meisje kreeg een geschenk (de bruidschat): huisdieren, kleding, sieraden, edelstenen, munten, een kist, een bed met beddegoed, gereedschap, pantoffels (een oud Gallisch gebruik<ref>Ter bevordering van de huiselijk vrede.</ref>) en een gouden ring (een Romeinse traditie<ref>Symbool van de eeuwige trouw. De Romeinen droegen de ring aan de rechter middelvinger of de linker ringvinger, want volgens de Egyptische artsen liepen vanaf deze vingers zewnuwen naar het hart. Adelijke vrouwen hadden ook nog een zegelring om de rechter duim.</ref>). Tot slot kusten de verloofden elkaar op de mond. Bij de [[w:Gallo-Romeinse Rijk|Gallo-Romeinen]] bracht het bezoek daarna het paar naar hun huis en legde ze samen in het huwelijksbed. Na de huwelijksnacht gaf de jonge man (zowel bij de Franken als bij de Bourgondiërs) zijn vrouw de morgengave, als hij haar tenminste maagdelijk had bevonden, want dat garandeerde hem dat de kinderen die er kwamen van hem waren.
 
Als de vrouw niet maagdelijk was gebleken, was het huwelijk niet geldig. Een vrouw kon alleen bescherming krijgen als ze maagdelijk was, want dan was het nageslacht zeker dat het nageslacht van haar echtgenoot was en konden zijn kinderen van hem erven. Dat de erfopvolging duidelijk was, werd als belangrijker beschouwd dan het huwelijk zelf. De vrouw moest vóór alles maagdelijk blijven.
De parentele was voor haar voortbestaan afhankelijk van maagden. Er waren veel maatregelen om echtscheiding tegen te gaan en er waren maatregelen tegen mensen die weigerden het gearrangeerde huwelijk te voltrekken.
 
Er waren veel maatregelen om echtscheiding tegen te gaan en tegen mensen die weigerden het gearrangeerde huwelijk te voltrekken. Tweede en derde huwelijke waren zeer gangbaar (vanwege de hoge sterfte, vooral onder vrouwen) maar niet zeer geacht. Een vrouw die al getrouwd was geweest kreeg uiteraard geen morgengave.
 
==Hiërarchie==
Regel 78 ⟶ 77:
 
==Echtscheiding==
DeEen verloving mocht bij de Franken niet verbroken worden op straffe van 62,5 schellingschellin (zie 'huwelijk', hierboven)boete. Het Bourgondische en Romeinse recht stonden echtscheiding toe, hoewel de scheidingdie meestal nadelig voor de vrouw was.
 
Een Frankische man kon zijn vrouw verstoten als ze:
Regel 87 ⟶ 86:
Als een Frankische vrouw het waagde om haar man te verstoten, dan werd ze gewurgd en in een moeras gegooid, want een dergelijke vrouw moest wel overspel hebben gepleegd, was de redenatie.
 
De [[w:Gallo-Romeinse Rijk|Gallo-Romeinse]] man kon zijn vrouw verstoten als ze:
*overspel had gepleegd
*een gifmengster had bezocht
Regel 96 ⟶ 95:
*grafschennis had gepleegd.
 
De Gallo-Romeinen konden scheiden als beide partners het daarover eens waren, zelfs als het initiatief van de vrouw kwam. Scheiding en hertrouw waren bij de Gallo-Romeinen in de Merovingische tijd tamelijk gebruikelijk tot ongeveer 732. De kerk legde zich daar (tandenknarsend) bij neer,.
 
Bij de Romeinen waren man en vrouw nog enigszins voor de wet gelijk geweest maar de Germanen bevoordeelden de man zeer sterk. Maar noch de Romeinen, noch de Germanen maakten zich druk om eventueel overspel van de man.
 
==Kerk en echtscheiding==
Regel 113 ⟶ 112:
 
==Oude rechten van de adel==
De Germaanse mannelijke edelman had van oudsher diverse rechten die hij niet wilde opgeven:
 
===1. Vrouwen verstoten===
De Germaanse adellijke mocht van oudsher zijn vrouw verstoten. Dat deed hij voornamelijk als zij onvruchtbaar was gebleken, of twistziek was, of zijn politieke aspiraties in de weg stond. Toen de kerk haar verbod op echtscheiding wilde doordrukken, lieten sommige grootgrondbezittersadellijken de vrouw (die zij liefsteigenlijk wilden verstoten), vermoorden, bijvoorbeeld door haar naar de keuken te sturen, waar de slager haar keel doorsneed. DitDeze handelswijze noemde men wel "de Karolingische echtscheiding". De familie van de vrouw kreeg dan dehet boeteweergeld diedat voor de moord was vastgesteld (200 - 600 schelling). Dan was de man weduwnaar en kon hij hertrouwen met toestemming van de kerk.
 
===2. Polygamie===
De Germaanse adellijke mocht van oudsher met meerdere vrouwen leven ([[w:polygamie|polygamie]])<ref>De [[w:Vikingen|Vikingen]] bleven zelfs tot in de elfde eeuw polygaam</ref>.
#Een adellijke had een '''eerste vrouw''', die de meeste rechten had. en alleenAlleen haar kinderen konden erven.
#Hij mocht ook een '''tweede vrouw''' kiezen, de '[[w:de:Friedelehe|Friedlehe]]'. Als zij verstoten werd, mocht ze haar bruidschat niet meenemen. Haar kinderen waren weliswaar vrij, maar werden als [[w:Buitenechtelijk kind|bastaardbastaarden]] beschouwd zonder erfrecht, tenzij de eerste vrouw onvruchtbaar bleek te zijn.
#Hij mocht ook een of meer '''vrije [[w:concubine|concubines]]''' hebben. Hun kinderen waren bastaarden zonder erfrecht. [[w:Karel Martel|Karel Martel]] was eenzo'n bastaard.
#Hij mocht ook nog '''concubinaten met slavinnen''' hebben. Zij hadden geen enkel recht. De Romeinse gewoonte om slavinnen als concubine te hebben, bestond nog steeds<ref>zie[[Sociale geschiedenis van het Romeinse rijk/Huisgenoten#Bastaarden en troetelkinderen|Romeinen en hun relaties met ergensslavinnen]]</ref>. Er waren wetten die een boete oplegden voor de verhouding van een vrije man met de slavin van een ander, ook al stemde die slavin daarmee in, maar er was geen enkele wet die de omgang van een vrije man met zijn eigen slavin verbood. Het kind uit zo'n relatie was, net als bij de Romeinen, een slaaf van die vrije man (totdat deze het vrijliet). Dit soort kinderen kwam bij alle bevolkingsgroepen veel voor, zowel bij de Gallo-Romeinen als bij de Germanen.
 
Een adellijke man of koning had dus vaak veel vrouwen. Er ontstonden onder die vrouwen vaak hele gevechten: om zijn hart en om de macht. Vaak ging het om de erfrechten van hun kinderen. Er kwamen ook wel eens moordpartijen bij voor.
Regel 130 ⟶ 129:
 
===3. Incest===
De Germaanse adellijke mocht van oudsher met bloedverwanten trouwen ([[w:incest|incest]]). Soms waren daarbij politieke belangen in het spel en soms werden er (zoals bij Karel de Grote) concubines overgeërfd die nabije familie waren van degene die ze erfde.
 
De gewone Germanen trouwden liefst binnen de eigen parentele. Als een meisje buiten haar parentele trouwde, zou ze haar persoonlijke bezittingen meenemen naar de parentele van haar man. De ouders die het huwelijk arrangeerden, keken dus liefst naar kandidaten binnen de eigen parentele. Zodoende kwam incest dus vrij veel voor. Bij de Germaanse adel waren er ook vaak politieke belangen in het spel en soms werden er (zoals bij Karel de Grote) concubines overgeërfd die nabije familie waren van degene die ze erfde.
 
==Kerk, polygamie en incest==
De kerk zag dit alles met lede ogen aan. Zij wilde dat het huwelijk [[w:monogamie|monogaan]] en onontbindbaar zou zijn. In 813 verbood zij zelfs huwelijken met volle neven en nichten. De pogingen van de kerk om het huwelijk onontbindbaar te verklaren, leidden tot verzet van de adel. Er waren koningen die wilden scheiden van een onvruchtbare vrouw om bijvoorbeeld te hertrouwen met een slavin die hen kinderen had geschonken. In de negende eeuw begonnen echtscheiding en polygamie langzaamaan te verdwijnen, hoewel de concubinaten met slavinnen en bedienden op het platteland nog lang bleven bestaan.
 
Pas in de tiende eeuw werden monogamie en een onontbindbaar huwelijk gemeengoed: eerst bij het volk en later ook bij de adel. Het eerst bij de Gallo-Romeinen en later ook bij de Franken.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.