Leer jezelf ecologisch tuinieren/Basterdwederik: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pethan (overleg | bijdragen)
→‎Soorten: wilgenroosje ander geslacht
Rasbak (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
{{Taxobox_section_genus_simple | color = lightgreen| name = Epilobium}}
{{Taxobox_end}}
'''Basterdwederik''' ('''''Epilobium''''') is een groot [[geslacht (biologie)|geslacht]] uit de [[Teunisbloemfamilie]] met ongeveer 200 soorten wereldwijd. Er zijn echter meningsverschillen over de juiste afbakening van dit geslacht. Zo wordt de soort [[wilgenroosje]] in de [[Flora van België, het Groothertogdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en de aangrenzende gebieden]] wel tot dit geslacht gerekend als ''Epilobium angustifolium'' en in de [[Heukels' flora van Nederland]] tot een een ander geslacht als ''Chamerion angustifolium''. In de Benelux telt dit geslacht 9 tot 11 soorten.
 
Het geslacht bestaat voor een groot deel uit vele kleinbloemige soorten met kroonbladen van maximaal een centimeter. Deze soorten die in het Nederlands de naam ''basterdwederik'' dragen lijken heel veel op elkaar en zijn alleen te onderscheiden door nauwkeurig de kenmerken te onderzoeken.
 
De bloemen van dit geslacht zijn roze tot soms bijna wit. De bloemkroon telt bij bijna alle vier kroonbladen, behalve bij het [[harig wilgenroosje]]. De kroonbladen zijn aan de top ingesneden. Ze doen daardoor aan een hart denken. De [[stempel]] kan de vorm van een knots of van een kruis hebben, wat een onderscheidingskenmerk is bij de kleinbloemige soorten. De stengels zijn behaard en sommige soorten beschikken over klierharen. De stengel kan kantig doorverhevendoor verheven lijnen of rolrond zijn. De bladeren zijn vaak eirond-lancetvormig, maar soomigesommige soorten hebben wat bredere bladeren zoals de [[bleke basterdwederik]] en de [[bergbasterdwederik]] en andere weer wat smaller, zoals bij de [[moerasbasterdwederik]].
 
Veel basterdwederiken hebben wortelstokken, die vaak in de zomer en najaar knoppen vormtvormen om te overwinteren.
 
Het zaad bevindt zich in langwerpige [[doosvrucht]]en, die bij het opengaan in vieren splijt. hetHet zaad dat is uitgerust is met vruchtpluis kan ontsnappen en meegevoerd worden door de wind. Bij sommige soorten is het zeer talrijk.
 
In de twintigste druk van de ''Heukels' flora van Nederland'' van 1983 zijn al de soorten die in het Nederlands de naam basterdwederik droegen omgedoopt tot ''wilgeroosje''. De naam basterwederikbasterdwederik was toch wat al te weerbarstig voor roze bloempjes met hartvormige kroonblaadjes, zo werd gezegd. De naam basterdwederik heeft echter wel degelijk betekenis. basterdBasterd wil zeggen 'niet de echte [[Grote wederik|wederik]]', die in de volksgeneeskunst werd toegepast. Wederik heeft weer te maken met bladeren van de planten, die wat aan die van de wilg doen denken. In de 21ste druk was de naamswijziging weer ongedaan gemaakt en sindsdien heten de kleinbloemige soorten weer basterdwederik.
 
Epilobium is van oorsprong een Griekse naam: epi-lob-ion, op een hauwtje een viool wil dat zeggen.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.