Heksenvervolging in Europa (1300-1720)/Heksenvervolging in Nederland/Heksenprocessen te Asten (1595): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Beetjedwars (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Beetjedwars (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 7:
Deze processen werden toentertijd als zijnde onrechtmatig gezien. Mede daardoor waren ze de aanleiding tot het aanscherpen van de rechtsregels bij heksenprocessen en het afschaffen van de [[w:Godsoordeel|waterproef]].
 
De beschuldigden werden tijdens deze processen aan de waterproef onderworpen. Als ze die niet doorstonden, werden ze [[w:marteling|gemarteld]]. Vaak bekenden ze echter al vóór de marteling. Er stierven ook mensen tijdens de foltering. Ook werden de beschuldigden tijdens de marteling gedwongen om toe te geven dat zij een ketters verbond met de duivel hadden gesloten en zelfs geslachtsgemeenschap met hem hadden gehad en met hem hadden gedanst tijdens de [[w:heksensabbatHeksenvervolging in Europa (1300-1720)/Heksensabbat|heksensabatten]], samen met andere heksen. Zij werden gedwongen om de namen van die andere heksen te noemen. Hierdoor ontstond een keten van processen. In Asten waren de beschuldigden niet alleen armlastige en onpopulaire vrouwen, maar er waren er ook van goede naam en zelfs bemiddelde mensen. Deze laatsten konden zich voor grof geld vrijkopen. Zeker 19 mensen zouden [[w:doodstraf|geëxecuteerd]] zijn.
 
==Inquisitie==
Regel 20:
==Processen te Asten==
[[Bestand:Praetorius_Blocksberg.jpg|thumb|200px|right|Praetorius, heksensabbat op de Bloksberg]]
De beschuldigden uit Lierop en Mierlo hadden onder foltering de namen genoemd van twee mannen uit [[w:Asten (plaats)|Asten]], namelijk Claes Beusen en Peter Ceelen en van twee vrouwen: Goedele Diepenbeek-Zanders en Anna Ceelen.
 
De nieuwbakken kasteelheer van Asten, [[w:Bernard van Merode (1570-1640)|Bernard van Merode]] kwam in actie en liet hen gevangen nemen. Zij werden aan de waterproef onderworpen. Peter Ceelen ging onder en werd vrijgelaten. Claes Beusen en de twee vrouwen bleven drijven en werden gefolterd. Zij gaven daarbij drie andere vrouwen aan. Anna Ceelen stierf op het kasteel aan de gevolgen van de foltering.
Regel 26:
Deze drie vrouwen waren echter van goede naam en niet onbemiddeld. Mogelijk was Bernard de Merode uit op confisquatie van hun bezit.
 
Jutta Verschueren, de dienstmeid van de pastoor van Mierlo, werd opgepakt. Zij zou een kind behekst hebben door liefkozinghet behekstte hebbenliefkozen. De de heer van Mierlo (Erasmus van Grevenbroek) hadzou zij hebben willen beheksen door middel van de peren die zij hem gegeven had. Tijdens de pijnlijke ondervraging (marteling) gaf zij toe een verbond met de duivel te hebben gesloten en noemde zij de namen van diverse Bossche vrouwen, waarmee ze tijdens de heksensabatten gedanst zou hebben. Ook noemde zij de namen van enkele vrouwen uit Mierlo. Ook dezen werden gefolterd en noemden weer nieuwe namen.
 
De pastoor van Mierlo probeerde zijn dienstmeid Jutta en de andere gevangenen te helpen. Hij is op het kasteel in Mierlo geweest en kreeg van een gevangene te horen: ''Lieve heere pastoir, zij hebbe me zoe gequelt, dat ik u maecht (dienstmeid) Jutta noemen zoude, maer ick en hebbe nyet gedaen''. Na twaalf dagen mocht Jutta gaan, maar haar rechterarm kon ze nooit meer gebruiken.
Regel 35:
 
== Aanklagers ==
AanklagersTijdens de processen van Asten waren de aanklagers: de heer van Mierlo (Erasmus van Grevenbroek) en, zijn zwager, de heer van Asten (Bernard van Merode) alsmedeen zijndiens broer [[w:Floris van Merode (1570-1627)|(Floris van Merode)]].
 
De weinige goederen waarover de meeste beschuldigden beschikten, werden verbeurd verklaard en kwamen in handen van dedeze heren. ErMogelijk is reden om aan te nemen datwas de heer van Asten deels uit was op confisquatie van het bezit van de beschuldigden. ErDe warenmeeste inbeschuldigden Astenbezaten ookweinig veeltot beschuldigdenniets vanmaar sommigen hadden een goede naam en zelfsenkelen bemiddeldewaren zelfs mensenrijk. Deze laatsten konden zich voor grof geld vrijkopen. Het feit dat deDe pastoor van [[w:Geldrop|Geldrop]] toentertijd overvond Bernard van Merode sprak als over ''eenen schelm, tiran ende beul'', bevatte mogelijk een kern van waarheid.
 
==Afloop==
De pastoor van Mierlo was ontzet over de gang van zaken. Hij ging naar bisschop [[w:Ghisbertus Masius|Ghisbertus Masius]] van 's-Hertogenbosch. Deze alarmeerde de Bossche Schepenbank. De schepenen voorkwamen dat er nog meer doodvonissen werden uitgesproken. Het definitieve vonnis over de nog niet terechtgestelde beschuldigden, lietenlegden dezij schepenen voorleggenvoor aan een hogere rechtbank te Cuyck. Tevens werd een klacht gedeponeerd bij de [[w:Raad van Brabant|Raad van Brabant]] te [[w:Brussel (stad)|Brussel]]. Deze stuurde een afgevaardigde naar den Bosch om de zaak te onderzoeken. Bernard van Mérode werd op het matje geroepen. Hij vond de argumenten van de geestelijke en wereldse autoriteiten ''falselijck ende onrechtveerdigh'', en vond dat de Raad zich niet mocht bemoeien ''met mich ende mijnder heerlijckheid''.
 
Per koninklijke [[w:ordonnantie|ordonnantie]] uit naam van Filips II werd de waterproef verboden. Kort daarop liet de heer van Asten degenen die nog niet terecht gesteld waren, op borgtocht vrij. De heer van Asten had aan universiteiten gestudeerd dus waarschijnlijk wist hij dat er bezwaren waren tegen de waterproef. Maar hij beriep zich op het feit dat deze in 1581 in delen van Duitsland weer was ingevoerd. Het jaar 1595 markeerde het einde van de heksenprocessen in Brabant.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.