Heksenvervolging in Europa (1300-1720)/Ontstaan van de heksenvervolging/Joseph Klaits. Ontstaan van de heksenvervolging: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 3:
<big>'''13.3. Joseph Klaits. Ontstaan van de heksenvervolging'''</big><br>
De meeste beschuldigden waren armlastige vrouwen. Ze waren machteloos en wanhopig. Meestal gaven ze als motief voor hun wandaden dat de duivel hen kleding en eten had beloofd. Hij haalde hen over om te stelen, zelfmoord te plegen en om hun eigen kinderen te doden (zodat er meer geld overbleef)
Doordat de geestelijkheid hel en verdoemenis preekte, dachten velen dat ze zoveel zonden hadden begaan, dat ze toch al naar de hel zouden gaan. Het kon dus onmogelijk nog slechter gaan, ook niet als ze een verbond met de duivel zouden sluiten, maar misschien zou het dan een beetje beter gaan. Religieuze wanhoop was algemeen. Veel mensen stonden onverschillig of zelfs vijandig tegenover de religie.
Arme en alleenstaande vrouwen die moesten bedelen, werden vaak bedreigd, uitgescholden of geslagen. Zij konden niet terugvallen op wettelijke middelen of op fysieke kracht. Mogelijk koesterden daarom velen van hen kwaadaardige gedachten over de buurtgenoten. En als de buren dan soms echt doodgingen, dan was het bewezen: hekserij werkte! En misschien zijn er ook wel echt mensen dood gegaan door hekserij, want als iemand echt gelooft, behekst te zijn, kan hij psychosomatische symptomen krijgen die soms de dood ten gevolge hebben. Waarschijnlijk echter had een groot deel van de beschuldigden zelfs dit soort "mentale misdaden" niet begaan. Ook volstrekt onschuldigen konden tijdens het verhoor gaan geloven dat ze schuldig waren. ▼
▲Arme en alleenstaande vrouwen die moesten gaan bedelen, werden vaak bedreigd, uitgescholden of geslagen. Zij konden
Hoewel er inderdaad grote economische crises waren in Europa tussen 1560 en 1680, wijst Klaits een relatie tussen de economische situatie en de intensiteit van de heksenjacht (zoals Dresen-Coenders die legt) af omdat die relatie niet aan te tonen zou zijn.▼
▲Hoewel er inderdaad grote economische crises waren in Europa tussen 1560 en 1680, wijst Klaits een relatie tussen de economische situatie en de intensiteit van de heksenjacht (zoals Dresen-Coenders die legt<ref>[[Heksenvervolging in Europa (1300-1720)/Ontstaan van de heksenvervolging/Dresen-Coenders. Ontstaan van de heksenvervolging#Sociaal-economische problemen|Dresen-Coenders: sociaal-economische problemen mede oorzaak heksenvervolging.]]</ref>) af omdat die relatie niet aan te tonen zou zijn.
Klaits onderschrijft het idee van Thomas dat veel bedelaressen het slachtoffer waren van de heksenwaan. Bedelaressen hadden geen andere middelen van wraak dan vervloeking en bovennatuurlijke middelen. Hij betwijfelt echter of het schuldgevoel (ontstaan door bedelaressen met lege handen weg te sturen) pas in de 16de en 17de is ontstaan, zoals Thomas stelt. Volgens Klaits was de Middeleeuwse maatschappij al in de 13e eeuw kapitalistisch en individualistisch en heeft een 'Gouden Tijd' van wederzijdse burenhulp in de Middeleeuwen nooit bestaan.▼
▲Klaits onderschrijft het idee van Thomas dat veel bedelaressen het slachtoffer waren van de heksenwaan
Ook stelt Klaits dat niet de allerarmsten het meest van hekserij werden beschuldigd. Over hen was men het wel eens dat zij niet anders konden. Het was de groep daar net boven van wie men dacht "ga toch werken" die het meest beschuldigd werd.▼
▲Ook stelt Klaits dat niet de allerarmsten het meest van hekserij werden beschuldigd. Over hen was men het wel eens dat zij niet anders konden. Het was de groep daar net boven van wie men dacht "ga toch werken, net als iedereen" die het meest beschuldigd werd.
*Voor het volk waren de bedelaressen en vroedvrouwen de ideale zondebokken voor de misère van alledag. Onbewust hadden de dorpelingen angst voor deze eenzame vrouwen, want eenzaamheid was hun grootste angst.
*De autoriteiten hadden ook baat bij de hekserij. Want dat het volk leed, kwam niet omdat zij slechte bestuurders waren, maar omdat er 'demonische krachten' in het spel waren.
*Wat rijkere keuterboeren die te gierig waren om bedelaressen iets te geven, konden dit rechtvaardigen door erop te wijzen dat de meeste bedelaressen in feite heksen waren.
==Angst voor minderheden, voor de dood en voor de duivel==
Regel 41 ⟶ 45:
==Vrouwbeeld==
De vrouw werd als inferieur gezien. Moederschap en vooral maagdelijkheid waren haar beste kwaliteiten. Haar plaats in het huishouden was onder de man. Lichamelijkheid werd gezien als hinderlijk voor het zieleheil. Seksualiteit was alleen binnen het huwelijk toegestaan om kinderen te krijgen. De lustgevoelens van de mannen werden veroorzaakt door de verleidingskunst van de vrouwen. De vrouw werd een onverzadigbare wellust toegedicht. Zij bezweek eerder voor de verleidingen van de duivel. Weduwen en ongetrouwde vrouwen, dus zonder de leiding van een man, vervielen eerder tot hekserij.
==Noten==
{{references|95%}}
{{sub}}
|