17.569
bewerkingen
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
De adel, de rijke burgers en de geestelijken (zelfs de bedelorden) gingen tijdens deze voedselcrises speculeren met het schaarse graan, de wijn, het hooi en stro. Ze kochten het op als de prijs laag was, legden het in hun voorraadschuren en verkochten het als de prijs hoog was. De boeren kregen grote schulden. De rijken werden steeds rijker en de armen steeds armer. De pachtboeren, de keuterboertjes en de loonarbeiders ontwikkelden "Pfaffenhass" ([[w:Paap (scheldwoord)|papenhaat]]). Er kwamen [[w:boerenopstand|boerenopstanden]] en in de steden kwamen de handwerkslieden in opstand. Deze opstanden werden bloedig neergeslagen.
==Noten==
|
bewerkingen