Kunstgeschiedenis/Renaissance: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Verbetering: de late middeleeuwen waren een periode van economische depressie die tot ca.1475 duurde, dus op dat gebied geen bloeiperiode. |
||
Regel 1:
{{Kunstgeschiedenis}}[[Afbeelding:Mona_Lisa.jpeg|thumb|200px|right|De Mona Lisa van [[Over beroemde personen/Inleiding & inhoud/Leonardo da Vinci|Leonardo da Vinci]] (1503-1507, Louvre).]]
De renaissance is een periode van opleving in de kunst en cultuur die begon in
De renaissanceschilderkunst is in de volgende perioden onder te verdelen:
Regel 8:
* Vroege Renaissance
* Hoog-Renaissance
* Maniërisme
Door de economische vooruitgang was het ook mogelijk realistische schilderijen te laten maken. Deze schilderijen waren zeer kostbaar omdat het zeer veel tijd kostte om ze te maken. Aanvankelijk waren het vooral religieuze en klassieke verhalen die werden afgebeeld.▼
Vooral in Italië is er een periode van artistieke hoogtepunten. Het zijn tijden van opvallende technische inventiviteit; de olieverftechniek wordt uitgewerkt tot een ultieme verfijning, houtsnede en kopergravure zijn veelgebruikte nieuwe technieken, er is de boekdrukkunst en het wiskundig en esthetisch uitwerken van het lineair perspectief.▼
een van de belangrijkste schilders is [[Over beroemde personen/Leonardo da Vinci|Leonardo da Vinci]], die het schilderij de "Mona Lisa" geschilderd heeft.▼
▲De kenmerken van de Renaissance waren:
* De kunstenaar was niet langer meer anoniem.
* De mens stond centraal, niet de kerk.
* Perspectief en
* Aandacht voor de mens als individu.
* Genieten van het aardse leven.
* Het scheppen van schoonheid staat voorop in de kunst.
* Grote invloed van de klassieke cultuur.
▲
▲Vooral in Italië is er een periode van artistieke hoogtepunten. Het zijn tijden van opvallende technische inventiviteit; de olieverftechniek wordt uitgewerkt tot een ultieme verfijning, houtsnede en kopergravure zijn veelgebruikte nieuwe technieken, er is de boekdrukkunst en het wiskundig en esthetisch uitwerken van het lineair perspectief.
▲
Een tweede centrum van culturele bloei waren in de 15e en 16e eeuw de rijke Vlaamse steden. Deze economisch sterke regio had een zeer sterke aantrekkingskracht op kunstenaars door de hoge graad van verstedelijking. Pas na de periode van de renaissance zouden de Noordelijke Nederlanden in de 17e eeuw het cultureel en economisch belangrijkste centrum van de lage landen worden. Strikt genomen behoort de 17e eeuw niet meer tot de periode van de renaissance. Toch zou de schilderkunst van de lage landen precies in deze periode een grote vermaardheid verwerven met het werk van Rubens en van Dyck in het zuiden, en in het noorden met Rembrandt van Rijn, de Nederlandse landschapschilders en de schilders van huiselijke taferelen en stillevens. Bekende namen uit deze periode zijn onder meer Jacob van Ruisdael en Albert Cuyp als natuurschilders, en Gerard ter Borch II, Jan Steen, Gerrit Dou, Adriaen van Ostade en David Teniers als kunstenaars die het dagelijkse leven uitbeeldden.
|