Plato/Allegorie van de grot: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
nieuwe subpagina
 
interne link Fil.woordenboek
Regel 1:
{{Plato}}
De '''Allegorie van de grot''' maakt deel uit van Plato's werk '[[Plato/Staat|Staat]]' ''(Politeia)'', waarin hij een beeld schetst van de ideale staat. De opvoeding van de staatsman-filosoof vergelijkt hij met een tocht uit de grot naar het licht van de ware kennis. De fictieve dialoog tussen [[w:SocratesFilosofisch woordenboek#S|Socrates]] en Plato's broer Glauco wordt verteld in Boek VII van de Staat.
 
De gelijkenis vertelt hij als volgt. Stel je de situatie voor van iemand die gevangen zit in een grot, met zijn rug gekeerd naar het vuur. Hij is zich van het bestaan van de gang achter hem niet bewust, want hij zit zodanig vastgeketend dat hij alleen maar voor zich uit kan kijken. Het enige wat hij ziet, zijn de schaduwen op de rotswand van voorwerpen die achter zijn rug door mensen worden gedragen. De gevangene houdt uiteraard de schaduwen voor de werkelijkheid. Pas wanneer hij zich op een of andere wijze van zijn ketenen kan bevrijden en zich naar boven, naar de uitgang en het vuur begeven, neemt hij de echte voorwerpen waar. Hij is echter niet gewend aan het licht en zal pas na lange tijd daartoe in staat zijn. Als hij terugkeert naar de grot, zullen zijn medegevangenen echter niet weten waar hij het over heeft. Zij zullen hem zelfs als een gevaar zien en hem mogelijk doden.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.