Heraclitus over de natuur/De waarde van de zintuigen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Dmfcasimiri (overleg | bijdragen)
pagina voltooid
Dmfcasimiri (overleg | bijdragen)
correcties bronvermelding
Regel 2:
* De huidige wetenschappelijke methode, die inhoudt dat de onderzoeker zich onder meer moet laten leiden door wat de ervaring ons leert, werd, volgens fg. 15, dus ook al door Heraclitus gehanteerd:
 
{{Citaat|Van het zien, het horen: daaraan geef ik de voorrang.|Heraclitus, fragment DK 22 B 1b55.|ὅσων ὄψις, ἀκοὴ, ταῦτα ἐγὼ προτιμέω.|taal=[[w:Oudgrieks|grc]]}}
 
* Doxografisch commentaar:
Regel 10:
* Er wordt hier echter niet gesproken van ‘zintuigen’, maar van ‘getuigen’:
 
{{Citaat|Slechte getuigen zijn voor mensen ogen en oren wanneer zij barbaarse zielen hebben.|Heraclitus, fragment DK 22 B 1b107.|κακοὶ μάρτυρες ἀνθρώποισιν ὀφθαλμοὶ καὶ ὦτα βαρβάρους ψυχὰς ἐχόντων.|taal=[[w:Oudgrieks|grc]]}}
 
Zij die waargenomen hebben zijn dus in staat daarover een verklaring af te leggen. Dit vermogen is eigen aan de ziel, letterlijk in het Oudgrieks ‘de (koude) kracht die het leven inblaast’. Alleen door te leven en bezield te zijn is het mogelijk een getuigenis af te leggen van wat de levende en bezielde mens waarneemt. Het is hier echter wel vereist dat een dergelijk mens wat hij waarneemt op de juiste wijze verklaart. Hij moet als het ware ‘de taal der natuur’ spreken. Voor ‘barbaarse zielen’ gaat dit niet op. Zij misduiden het waarneembare, omdat zij de natuur niet adequaat kunnen uitleggen. Het feit dat de Efeziër spreekt van ‘barbaarse zielen’, lijkt te suggereren dat hiermee een aanzet toe wordt gegeven de kosmische ordening te vergelijken met de polis, en dat is een thema dat in het vervolg steeds weer zal terugkeren. Want ‘barbaarse zielen’ zijn vreemde, uitheemse mensen die de taal die in de polis wordt gesproken niet verstaan. Evenzo lijkt Heraclitus de term zo op te vatten dat ‘barbaarse zielen’ niet in staat zijn de tekenen in het waarneembare deel van de kosmische ordening te duiden, omdat die de taal ervan niet verstaan. Denk hierbij aan de bekende uitspraak van Jacques Derrida: ‘er is niets buiten de tekst’.
Regel 21:
* Ook voor hen die zich op het universele en ware richten, zijn de zintuigen niet altijd betrouwbare getuigen. Dit geldt in het bijzonder voor het oor:
 
{{Citaat|Want ogen zijn nauwkeuriger getuigen dan oren.|Heraclitus, fragment DK 22 B 1b101a.|ὀφθαλμοὶ γὰρ τῶν ὤτων ἀκριβέστεροι μάρτυρες.|taal=[[w:Oudgrieks|grc]]}}
 
Met het oor zijn wij weliswaar in staat berichten tot ons te nemen, maar als ons leugenachtige berichten van mensen die de waarheid niet spreken ter ore komen, is het oor onbetrouwbaar. Want door met het oor naar anderen te luisteren, weten wij indirect, namelijk via de een of andere spreker, hoe de stand van zaken is, terwijl wij met het oog de stand van zaken zonder tussenkomst van een spreker van wie wij de toehoorder zijn, kunnen kennen. Daarom is het oog rechtstreeks getuige van de feiten, het oor echter niet, en dus is het oog een meer betrouwbare getuige.
Regel 27:
* Niet alleen het oog en het oor zijn in dit verband van belang, maar ook de neus:
 
{{Citaat|Als alles (duidelijk) rook zou worden, zouden de neuzen er nog zijn.|Heraclitus, fragment DK 22 B 1b7.|εἰ πάντα καπνὸς γένοιτο, ῥῖνες ἂν (ἦν).|taal=[[w:Oudgrieks|grc]]}}
 
Het oog en het oor zijn niet in staat alle verschijnselen waar te nemen. Zo is alleen de neus in staat de geur van rook op te merken.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.