Heraclitus over de natuur/Het wijze: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Dmfcasimiri (overleg | bijdragen)
correcties bronvermelding
Wimmel (overleg | bijdragen)
k citaat Oud-Grieks
Regel 2:
* Hier is het begrip van ‘het wijze’ het kernbegrip:
 
{{Citaat|Niet mij, maar het woord horend, is het wijs ermee in te stemmen dat alles één is.|Heraclitus, fragment DK 22 B 50.|οὐκ ἐμοῦ, ἀλλὰ τοῦ λόγου ἀκούσαντας, ὁμολογεῖν σοφόν ἐστιν ἓν πάντα εἶναί.|taal=[[w:Oudgrieks|grc]]Oud-Grieks}}
 
Er wordt nog niet medegedeeld wat dit begrip precies inhoudt, maar in elk geval betekende het in het oude Griekenland zoveel als ‘kundigheid’ of ‘bekwaamheid’. Er is sprake van goddelijke en menselijke kundigheid. Wat de goddelijke kundigheid inhoudt wordt nog niet medegedeeld, dat zal verderop in de verhandeling worden medegedeeld. Wat de ene menselijke wijsheid betreft is het verstandig naar het woord in de onderhavige verhandeling te luisteren, niet omdat Heraclitus dit woord heeft geformuleerd, maar omdat zij eeuwig en algemeen geldig is (fg. 1a). Het is zaak te beseffen dat de persoon van Heraclitus en het woord in de verhandeling afzonderlijk staan. Deze ene menselijke wijsheid houdt in dat men moet beseffen dat alles één is. Mogelijk is dit juist van belang omdat zij die de eenheid te midden van de veelheid onderkennen, het overzicht van en het verband tussen alles vatten. Er is dus sprake van een eenheid in de veelheid.
Regel 11:
* De ene goddelijke wijsheid is zo bijzonder dat zij zich van alles onderscheid:
 
{{Citaat|Van Heraclitus: Al wiens woorden ík ook gehoord heb, niet één komt zover als dit: namelijk te weten dat het wijze van alles onderscheiden is.|Heraclitus, fragment DK 22 B 108, bij Stobaeus, ''Anthologium'', III, 1, 174, 3-4|Ἡράκλειτου• ὁκόσων λόγους ἤκουσα, οὐδεὶς ἀφικνεῖται ἐς τοῦτο, ὥστε γινώσκειν ὅτι σοφόν ἐστι πάντων κεχωρισμένον.|taal=[[w:Oudgrieks|grc]]Oud-Grieks}}
 
Alle voorgangers van Heraclitus hadden dit gewichtige feit niet onderkend.
Regel 17:
* De ene goddelijke wijsheid wil daarom de goddelijke naam van Zeus krijgen, maar toch ook weer niet, waarschijnlijk omdat aan de naam van Zeus valse, door mensen verzonnen mythologische voorstellingen verbonden zijn:
 
{{Citaat|Eén is het wijze, alleen, het wil en wil niet met Zeus’ naam worden genoemd.|Heraclitus, fragment DK 22 B 32.|ἓν τὸ σοφὸν μοῦνον λέγεσθαι οὐκ ἐθέλει καὶ ἐθέλει Ζηνὸς ὄνομα.|taal=[[w:Oudgrieks|grc]]Oud-Grieks}}
 
* Bronnen:
Regel 25:
* De ene menselijke wijsheid houdt ook in dat men vertrouwd moet zijn met de besluitvaardigheid die alles heeft bestierd:
 
{{Citaat|Eén is het wijze, vertrouwd te zijn met de besluitvaardigheid, die alles heeft bestierd.|Heraclitus, fragment DK 22 B 41.|ἓν τὸ σοφόν, ἐπίστασθαι γνώμην, ὁτέη ἐκυβέρνησε πάντα.|taal=[[w:Oudgrieks|grc]]Oud-Grieks}}
 
Deze besluitvaardigheid is de juiste en brengt dat wat voor goden en mensen goed is, zodat het passend is deze besluitvaardigheid na te volgen en ernaar te handelen, opdat men ook zelf met besluitvaardigheid handelt. Aldus wordt de wereld met zorgvuldigheid geregeerd, zoals ook de wijze zijn leven met zorgvuldigheid moet inrichten en de heerser met zorgvuldigheid de polis moet besturen. Hierdoor wordt duidelijk hoezeer de politieke filosofie voor Heraclitus van belang is.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.