Heraclitus over de natuur/Het goddelijke attribuut: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kopjes |
→Commentaar: kopjes |
||
Regel 4:
{{Citaat|Bij dit alles hier is bliksem en donder sturende.|Heraclitus, fragment DK 22 B 64.|τὰδὲ πὰντα οἰακίζει κεραυνός.|taal=Oud-Grieks}}
=Commentaar=
==Bliksem en donder als symbolische attributen van ''polemos''==
Want zoals de oorlog de allen verbindende verwekker van alle dingen is en dus die positie heeft welke traditioneel aan de oppergod Zeus werd toegekend, zo wordt de bliksem in de archaïsche literatuur algemeen beschouwd als attribuut van dezelfde oppergod. Heraclitus sluit volledig bij deze traditie aan, omdat hij aangeeft dat bliksem en donder de symbolische middelen zijn waarmee alles wordt bestuurd, en bijgevolg ligt het voor de hand dat dit attribuut gehanteerd wordt door het machtigste wezen, dat wil zeggen de oppergod Zeus. Als wij dit fragment vergelijken met de hiervoor besproken uitspraak over de verwekkende en gezaghebbende rol van de oorlog, dan blijkt dat juist die bliksem en die donder attributen zijn van ''polemos'' (de oorlog), die immers dezelfde positie heeft als Zeus. Dit wordt bevestigd door het feit dat de Efeziër de allen verbindende oorlog niet alleen vader, maar ook koning van alle dingen noemt, en bij een koning hoort noodzakelijk macht die gesymboliseerd wordt door het goddelijke attribuut van de bliksem. Dit fragment over donder en bliksem als machtsmiddelen moet dus in symbolische zin worden uitgelegd, eerder dat, dan dat letterlijk het natuurlijke element van het vuur de dingen zou leiden en besturen. Als wij dit fragment dan toch in letterlijke zin willen opvatten, dan kan de bliksem beschouwd worden als een natuurlijke zaak die bijvoorbeeld de wolken scheidt, zoals in de oudheid wel vaker werd aangenomen, zodat letterlijk de bliksem op die manier een leidende rol heeft.
==Doxografisch commentaar==
===Bliksem, eeuwig levend vuur en ''ekpurosis''===
** Hetzelfde vinden wij in een kortere vorm ook bij de Heraclitus – imitator <small>CLEANTHES</small>, ''Hymnus in Iovem'', vs. 9 – 10, hij verbindt het echter aan de notie van het opperbestuur van Zeus; dit, en wat hij daarbij in het tiende vers illustreert mag Heraclitisch zijn: τοῖον ἔχεις ὑποεργὸν ἀνικήτοις ἐνὶ χερσὶν ἀμφήκη, πυρόεντα, ἀειζώοντα κεραυνόν. “Zo groot is de macht van uw dienaar die u in uw hand houdt: een tweesnijdend, vlammend vuur, eeuwig levende bliksem.”▼
===Bliksem en het opperbestuur van Zeus===
** De context waarin bij <small>PHILODEMUS</small>, ''Peri eusebeias'', Papyrus 1428 D b, tafel 6a (p. 70, ed. Gomperz, 1865) de uitspraak voorkomt, is grotendeels verloren gegaan, maar deze kan oorspronkelijk verbonden zijn geweest aan de nacht als tegenhanger van de lichtende bliksem: ὤς φησιν . . . . . κεραυνὸς π(άντ’ οἰακ)ίζει καὶ . . . . ε)ἶναι νυκ(τ- . . . “. . . zo zegt . . . bliksem en donder is bij dit alles sturende . . . is de nacht.”▼
▲
===Bliksem en zijn tegenhanger===
▲
{{sub}}
|