Heraclitus over de natuur/Het woord, het ene wijze, het universele, het particuliere (aantekeningen): verschil tussen versies
Heraclitus over de natuur/Het woord, het ene wijze, het universele, het particuliere (aantekeningen) (bewerken)
Versie van 3 jun 2010 13:11
, 13 jaar geledentoevoeging
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Heraclitus over de natuur}} ==Aantekeningen bij fragment 1== ===De Griekse tekst=== *''Ηρακλειτος Βλοσωνος Εφεσιος ταδε λεγει: τ...' |
toevoeging |
||
Regel 24:
Het is opmerkelijk dat Heraclitus in het eerste fragment al een tegendeel toont, namelijk: zonder begrip (αξυνετοι)—verbindend (ξυνου). Bij wie ‘grip’ op de zaak heeft, is dat wat ‘begrepen’ wordt verbonden.
==Aantekeningen bij fragment 6==
===De Griekse tekst===
*''Διο δει επεσθαι τωι <ξυνωι>. του λογου δ' εοντος ξυνου ζωουσιν οι πολλοι ως ιδιαν εχοντες φρονησιν.''
===De Nederlandse vertaling===
*Daarom is het nodig aan te sluiten bij het <verbindende>. Van het woord dat hier werkelijk verbindend is leven de velen, alsof zij particulier verstand bezitten.
===Bronnen===
*'''Sextus Empiricus''', ''adv. Math.'' VII 133 (DK 22 B 2).
===De context waarin het fragment is overgeleverd===
*Sextus citeert het fragment, terwijl hij die aan de daaraan voorafgaande zin verbindt: ''“want daardoor laat de pronkredenaar zien dat wij volgens de goddelijke logos waaraan wij deelhebben alles doen en denken, weinig brengen wij daarvan in de praktijk, hij voert aan: daarom is het nodig aan te sluiten enzovoorts.'' Sextus geeft aldus deels een adequate interpretatie aan het fragment. Maar hij deelt ook iets nieuws mee: Heraclitus zou het woord goddelijk hebben genoemd. Dat zou dus kunnen betekenen dat het woord volgens Heraclitus een bijzonder vermogen had, misschien allesomvattend was en bescherming bood. (Zie ook: het fragment met betrekking tot de beschermende goden in de oven). Zoals uit zijn beschrijving blijkt had Sextus, die scepticus was, niet veel op met Heraclitus. Hij noemt hem ''“pronkredenaar”''. Vervolgens plaatst Sextus na het gehele fragment geciteerd te hebben nog een opmerking: ''“Maar zo is het toch niet, echter wel een uitleg met betrekking tot de manier waarop alles wordt bestuurd. Daarom zou in zoverre als zijn melding voor ons gemeenschappelijk is, voor ons waarachtig zijn, maar wij zouden voor onszelf wat het particuliere betreft leugenachtig zijn.”'' Hier zien wij dus dat Sextus nog eens benadrukt het niet met de Ephesiër eens te zijn, terwijl hij een eigen invulling geeft aan het begrip “verbindend”, waarover in het fragment is gesproken. Het bestuur van de kosmos lijkt volgens Sextus voor allen verbindend (gemeenschappelijk) te zijn. Dit zou mogelijk een nadere invulling kunnen zijn die Heraclitus heeft gegeven. Tenslotte interpreteert Sextus de laatste zin van het fragment terwijl hij gebruik maakt van zijn eigen terminologie. Hij gebruikt namelijk de begrippen ‘gemeenschappelijk’, ‘waarachtig’ en ‘leugenachtig’, die niet in het fragment voorkomen. Mogelijk heeft Heraclitus deze termen zelf gebruikt, maar dat is verre van zeker.
===De authenticiteit van het fragment===
Hoewel het fragment algemeen als authentiek wordt beschouwd, is de authenticiteit ervan minder zeker dan het eerste fragment, omdat het Ionisch dialect niet en de specifieke terminologie van Heraclitus minder sterk naar voren komt. Het fragment lijkt echter qua vorm sterk op het eerste fragment, omdat er in allebei de fragmenten sprake is van de zinsnede "van het woord dat werkelijk is". Daarom lijkt het tweede fragment toch authentiek te zijn. Maar de hier geconstateerde herhaling kan ook zijn aangebracht door latere auteurs. In ieder geval lijkt Heraclitus het woord toch wel "verbindend" te hebben genoemd, omdat het een specifieke term is, die ook in de andere fragmenten terugkomt.
Sommigen beschouwen de eerste zin van het fragment niet als authentiek en laten deze in de bezorging weg, terwijl zij de tweede zin wel als authentiek beschouwen. Maar omdat niet met absolute zekerheid is vast te stellen wat wel en niet authentiek is, is het voor de volledigheid wenselijk alles weer te geven.
De inhoudelijke kant van het fragment geeft er aanleiding toe dat het toch wel authentiek is, omdat Heraclitus het werkelijke voor allen gemeenschappelijke woord plaatst tegenover het particuliere verstand van de mensen. Wij treffen hier dus een tegenstelling aan. En het is nu juist kenmerkend voor de teksten van de Efeziër dat er tegenstellingen in kunnen worden aangetroffen.
Wat ook sterk pleit vóór de authenticiteit is dat Sextus het fragment citeert ná het eerste fragment, dat toch wel in hoge mate authentiek lijkt te zijn. Daarbij zegt Sextus letterlijk dat Heraclitus het fragment zelf heeft aangevoerd en dus de tekst zelf lijkt te hebben geschreven. Ondanks dat citeert Sextus ook enkele fragmenten die niet als autheniek worden beschouwd.
===Commentaar===
Hierboven is al aangestipt dat wij in het fragment een tegenstelling aantreffen. Het werkelijke en verbindende woord wordt immers geplaatst tegenover het particuliere verstand van de mensen. Het is daarmee nog niet gezegd dat dit particuliere verstand ook slechts leugens vormt.
Het fragment heeft ook duidelijk een ethische kant, omdat er wordt gezegd dat het ''nodig'' is zich aan te sluiten bij het verbindende. Hier is dus sprake van een gebod. De tekst legt ook in ethische zin de nadruk op intellectuele competenties, omdat het nodig wordt geacht zich aan te sluiten bij het woord, bij de theorie. Wittgenstein stelt dat ethische uitspraken, zoals geboden, onzinnig zijn, omdat een gebod slechts aangeeft hoe wij moeten handelen, terwijl het de stand van zaken niet zou beduiden. Daar kan men tegen inbrengen dat een ethische uitspraak die ook een gebod is, de voorstelling beduidt van iets dat verricht moet worden om een bepaald doel te bereiken, en dus een stand van zaken beduidt.
Met de term ''het verbindende'' lijkt de Efeziër het voor allen gemeenschappelijke te bedoelen. Allen hebben te maken met het gemeenschappelijke woord en zijn er dus mee verbonden. Omdat allen ermee te maken hebben is het woord gemeenschappelijk. Want het is met allen verbonden. Allen hebben dus een gemeenschappelijk kenmerk, namelijk dat het woord met elk mens verbonden is. Dat elk mens een gemeenschappelijk kenmerk bezit, betekent dat er voor allen iets gemeenschappelijk is, namelijk het woord van Heraclitus, de theorie. De mensen zijn verbonden met het woord. Dat houdt in dat zij zich naast het woord bevinden. De mensen en het woord zijn zodoende aaneengeschakeld, verbonden.
Maar ondanks het feit dat de mensen zeer nauw met de theorie van de Efeziër verbonden zijn, zijn zij er tevens ook van verwijderd en houden zij vast aan hun eigen overtuigingen, die immers van de theorie van de Efeziër verwijderd zijn. Voor de mensen geldt dat zij particulier verstand hebben. Maar dit is slechts schijn. In wezen is het volgens de Efeziër geen verstand in eigenlijke zin. Want slechts wie zich aansluit bij de ware theorie kán verstand hebben. Verstand bezitten is het vermogen hebben om te kunnen denken en begrijpen. De mensen denken wel, maar zij denken niet aan de ware theorie. De mensen begrijpen wel, maar ze begrijpen de ware theorie niet. Begrijpen sluit in: de theorie 'vastgrijpen', met bewustzijn en besef insluiten. En juist dat is het wat de mensen niet doen. Daarom bezitten zij geen verstand in eigenlijke zin. Want verstand bezitten betekent, hier gedefinieerd, aan het ware denken en het ware begrijpen. En er is sprake van een ware theorie en van valse theorieën, omdat de ware theorie de stand van zaken beduidt en als taalspel in het middelpunt wordt geplaatst. De ware theorie wordt dan voorgesteld als de waarheid beduidend, de valse theorie wordt dan voorgesteld als de waarheid niet beduidend. Waarheid beduiden wil zeggen: ermee verbonden zijn, richting de waarheid 'wijzen', waarheid niet beduiden wil zeggen: van de waarheid afgezonderd zijn, niet richting de waarheid wijzen.
===Het verband met fragment 1===
In het eerste fragment was sprake van 'woorden en werken'. Er werd gesteld dat slechts woorden en werken naar hun ware aard ontleed zouden worden. In het tweede fragment gaat het duidelijk om werken. In de eerste plaats is het nodig zich aan te sluiten bij het verbindende, dat is het eerste werk. In de tweede plaats leven de mensen alsof zij particulier verstand bezitten, en dat is het tweede werk.
Het woord is voorts werkelijk en verbindend, maar volgens het eerste fragment ook eeuwig. De mensen zullen verder ook het tweede fragment niet begrijpen. Dit zal ook wel zo zijn, omdat het bondig geformuleerd is en de mensen niet direct zullen vatten waarom het nodig is zich aan te sluiten bij het verbindende, terwijl zij ook niet dirict zullen vatten wat de tekst verder behelst.
Alles vindt volgens het eerste fragment plaats volgens de theorie. De theorie is dus allesomvattend. Het tweede fragment is een klein onderdeel van deze theorie, die samen met de andere uitspraken van de Efeziër de algehele en allesovattende theorie uitmaakt.
De mensen zijn verder onervarenen. Want zij hebben er geen weet van dat het nodig is de voor allen gemeenschappelijke theorie te volgen. Ook weten zij niet dat in wezen het verstand aan hen ontbreekt. En toch streven en werken zij, maar zij streven niet het juiste werk na.
Hierboven is al vermeld dat in het tweede fragment sprake is van twee werken. De Efeziër heeft deze werken volgens hun ware aard ontleed. Het is een werk de gemeenschappelijke theorie te volgen. Deze uitspraak is ethisch en ook volgens de Efeziër waar, omdat in de uitspraak een werk volgens zijn ware aard is ontleed. Daarmee wordt dan gelijk getoond wat het werk inhoudelijk bevat. Maar de mensen zal alles ontgaan. Juist omdat zij afgescheiden zijn van de theorie en deze niet kunnen bereiken.
{{sub}}
|