Nieuwgrieks/Syntax/Onderschikking: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 10:
Daarnaast onderscheidt het Grieks nog zogenaamde toelichtende bijzinnen.
==Α'. complementszin, aanvullingszin==
:Worden meestal ingeleid met het voegwoord: ότι, πως, που
===α. lijdendvoorwerpszin===
:In de hoofdzin ingeleid door:
:werkwoorden als: λέγω, νομίζω, αισθάνομαι, γνωρίζω. δείχνω
:zelfstandige naamwoorden als: γνώμη
:bijvoeglijke naamwoorden als: βέβαιος
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= ομολόγησε ότι έκανε λάθος
|k2r1= hij gaf toe dat hij een fout maakte
|k1r2= βλέπω πως προετοιμάστηκες καλά
|k2r2= ik zie dat je je goed hebt voorbereid
}}
===β. onderwerpswerpszin===
:In de hoofdzin ingeleid door:
:onpersoonlijke werkwoorden als: φαίνεται
:onpersoonlijke uitdrukkingen als: είναι κρίμα, είναι βέβαιο
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= είναι ψέμα ότι αυτός άρχισε τον καβγά
|k2r1= het is een leugen dat hij de ruzie begon
|k1r2= φαίνεται πως θα βρέξει
|k2r2= het lijkt erop dat het gaat regenen
}}
===γ. toelichtende bijzin===
:In de hoofdzin ingeleid door:
:zelfstandige naamwoorden als: διάδοση, γνώμη
:voornaamwoorden als: αυτό, εκείνο, ένα
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= πήραμε μια ευχάριστη είδηςη, ότι ο αδελφός μου πέτυχε στο Πανεπιστήμιο
|k2r1= wij hoorden het verheugende bericht dat mijn broer op de Universitiet was geslaagd
|k1r2= η χτεσινή διάδοση, ότι ήταν βαριά άρρωστος, αποδείχτηκε ψεύτικη
|k2r2= het gerucht van vandaag, dat hij zwaar ziek was, bleek onwaar
|k1r3= κανείς δεν το ήξερε αυτό, πως ο πατέρας του δεν ήταν Έλληνας
|k2r3= niemand wist dat, dat zijn vader geen Grieks was
}}
::Nb Aan het begin van de bijvoeglijke bijzin staat een komma
===δ, naamwoordelijk deel van het gezegde===
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= τα παιδιά φαίνονται ότι δεν έχουν διαβάσει το μάθημα
|k2r1= de kinderen lijken de les niet te hebben geleerd
}}
:Tijd, wijze en aspect.
::οριστική
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= νομίζω ότι υπάρχει λύση
|k2r1= ik denk dat er een oplossing is
}}
::δυνητική οριστική
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= πίστευε ότι θα έφτανε πρώτος
|k2r1= hij dacht dat hij eerste was
}}
::πιθανολογική οριστική
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= υπολογίζω ότι θα είναι τώρα ολόκληρος άντρας
|k2r1= ik denk dat hij nu een echte man zal zijn
}}
:Aanvullingszinnen kunnen ook worden ingeleid door het voegwoord να, ze drukken dan twijfel of waarschijnlijkheid uit.
::Tijd, wijze en aspect: οριστική
:In de hoofdzin ingeleid door:
:werkwoorden als: πιστεύω, θυμάμαι, σκέφτομαι, φαίνομαι
:onpersoonlijke uitdrukkingen als: είναι (α)πιθανό
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= πιστεύω να μην έμαθε τίποτε ο πατέρας
|k2r1= ik geloof dat de vader niets vernomen heeft
|k1r2= δε θυμούμαι να τον συνάντησα ποτέ
|k2r2= ik herinner me niet dat ik hem ooit ontmoet heb
|k1r3= είναι πιθανό να μην έμαθε τίποτε
|k2r3= het is waarschijnlijk dat hij niets gehoord heeft
|k1r4= ο Γιώργος φαίνεται να είναι άρρωστος
|k2r4= Giorgos blijkt ziek te zijn
}}
:Ook het voegwoord και kan in de betekenis van που gebruikt worden:
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= τον άκουσα και μιλούσε για τη θάλασσα
|k2r1= ik hoorde dat hij over de zee vertelde
|k1r2=
|k2r2=
}}
:Soms ook wordt het voegwoord geheel achterwege gelaten
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= άκουσα έρχεται αύριο
|k2r1= ik hoorde dat hij morgen komt
|k1r2= νομίζω μένει στο χωριό
|k2r2= ik meen dat hij in het dorp blijft
}}
==Β’.wenszin==
:In de hoofdzin ingeleid door:
:werkwoorden als: θέλω, μπρορώ, προτρέπω, εμποδίζω, αναγκάζομαι
:onpersoonlijke werkwoorden als: πρέπει, χρειάζεται, απαγορέυεται, συμβαίνει
:onpersoonlijke uitdrukkingen als: είναι ανάγκη, είναι ντροπή, είναι φυσικό, είναι δυνατό, ειναί καλύτερα
:zelfstandige naamwoorden als: πόθος, αναάγκη, σκοπός
:bijvoeglijke naamwoorden als: ασυνήθιστος, έτοιμος, πρόθυμος
:voegwoorden als: αντί, δίχως, χωρίς, ίσαμε, από το, με το, στο
===α. lijdend voorwerpszin===
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= θέλω να προοδεύεις
|k2r1= ik wil dat je voortgang maakt
|k1r2= δεν μπορώ να περιμένω πια
|k2r2= ik kan niet meer wachten
|k1r3= σε παρακαλώ να έρχεσαι στην ώρα σου
|k2r3= ik verzoek je om op tijd te komen
|k1r4= μας απαγορεύουν να μπούμε μέσα
|k2r4= zij verbieden ons om naar binnen te gaan
|k1r5= είχα σκοπό να φύγω
|k2r5= ik was van plan om weg te gaan
|k1r6= δεν είχε καιρό να μας μιλήσει
|k2r6= hij heeft geen tijd om ons te spreken
|k1r7= είμαι πρόθυμος να πληρώσω τη ζημιά
|k2r7= ik ben bereid de schade te betalen
}}
===β. onderwerpszin===
:In dit geval wordt het werkwoord altijd onpersoonlijk gebruikt.
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= χρειάστηκε να αλλάξω μερικά πράγματα
|k2r1= het was nodig een paar dingen te veranderen
|k1r2= πρέπει να είσαι προσεκτικός
|k2r2= je moet voorzichtig zijn
|k1r3= απαγορεύεται να μπείτε μέσα
|k2r3= het is verboden om naar binnen te gaan
|k1r4= είναι ανάγκη να γυρίσετε αμέσως
|k2r4= het is noodzakelijk dat jullie meteen terugkeren
|k1r5= είναι ώρα να πηγαίνουμε
|k2r5= het is tijd om te gaan
|k1r6= είναι αδύνατο να φύγετε σήμερα
|k2r6= het is onmogelijk om vandaag terug te keren
|k1r7= θα ήταν καλύτερα να πήγαινες ο ίδιος
|k2r7= het zou beter zijn dat je zelf ging
}}
===γ. toelichtende bijzin ===
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= είχε μια παράλογη απαίτηση, να τον αγαπούν πρώτα οι άλλοι
|k2r1= hij heeft een absurde eis, dat zij eerst allemaal van hem houden
|k1r2= σπάνια το ήθελε αυτό, να μένει μόνος στο σπίτι
|k2r2= hij wilde dat zelden, dat hij alleen thuis bleef
|k1r3= ένα μόνο δεν ξέρω, να λέω ψέματα
|k2r3= er is één ding dat ik niet kan, dat is liegen
|k1r4= ο πόθος του να ταξιδέψει δεν έσβησε ποτέ
|k2r4= zijn verlangen om te reizen, is nooit uitgeblust
|k1r5= κοιτάζαν ο ένας τον άλλον έτοιμοι να ‘ρθούν στα χέρια
|k2r5= zij keken elkaar aan, klaar om op de vuist te gaan
|k1r6= συνεννοηθήκαμε χωρίς να πούμε λέξη
|k2r6= zij begrepen elkaar zonder een woord te zeggen
|k1r7= δεν κάνει τίποτε άλλο από το να φλυαρεί συνεχώς
|k2r7= hij doet niets anders dan voortdurend kletsen
|k1r8= διάβασε κάτι αντί να κάθεσαι έτσι!
|k2r8= lees wat in plaats van zo te zitten
|k1r9= ήταν ικανότατος στο να βρίσκει λύσεις
|k2r9= hij was het geschiktst om oplossingen te vinden
|k1r10= ήθελα ν’άνοιγε η γη και να με κατάπινε
|k2r10= ik zou willen dat de aarde zich opende en me verzwolg
|k1r11= ήθελα να ήμουν όμορφος, να ήμουν και παλικάρι
|k2r11= ik zou willen dat ik mooi was, dat ik nog een jongeman was
|k1r12= πρέπει να ήταν τότε μαθητής του δημοτικού
|k2r12= hij moet toen een leerling van de lagere school geweest zijn
|k1r13= μπορεί να έφυγε κιόλας
|k2r13= het kan dat hij al weg was
|k1r14= ήταν προτιμότερο να μην είχαμε πάει
|k2r14= het was beter geweest als we niet waren gegaan
}}
:Zinnen met να zijn niet alleen βουλιτκές, maar ook: ειδικές, τελικές, αποτελεσματικές, υποθετικές, εναντιωματικές
==Γ’.bijzin van vrezen==
:In de hoofdzin ingeleid door:
:werkwoorden als: φοβάμαι, ανησυχώ, τρομάζω
:zelfstandige naamwoorden als: ανησυχία, μέτρα, φόβος, αγωνία
:voegwoorden als: μη(ν), μήπως
===α. lijdend voorwerpszin===
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= φοβούμαι μήπως αρρωστήσεις
|k2r1= ik ben bang dat je ziek bent
|k1r2= κοίταξε μην κάμεις λάθος
|k2r2= kijk uit dat je geen fout maakt
|k1r3= δεν έιχαν καμιά ανησυχία μήπως τους ξαναφύγει το παιδί
|k2r3= ze hadden geen enkele angst dat het kind weer zou weglopen
|k1r4= πάρτε τα μέτρα σας μήπως ξαναγίνουν τα ίδια
|k2r4= neem uw maatregelen dat hetzelfde niet weer gebeurt
}}
===β. toelichtende zin===
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= τον βασάνιζε ένας μεγάλος φόβος, μήπως το μάθει ο πατέρας του
|k2r1= hem pijnigde een grote angst, dat zijn vader het hoorde
|k1r2= κάθε μέρα είχε την ίδια αγωνία, μήπως τον διώξουν από τη δουλειά
|k2r2= elke dag had hij dezelfde strijd dat ze hem van het werk zouden wegsturen
|k1r3= κυρίως αυτό με ανησυχεί, μήπως δε μου φτάσει ο χρόνος
|k2r3= wat me voornamelijk verontrust, is dat de tijd voor mij niet toereikend is
|k1r4= ένα μόνο τον τρόμαζε στη μαχή, μην πιαστεί αιχμάλωτος
|k2r4= slechts één ding verontrustte hem in de strijd, dat hij krijgsgevangen zou worden genomen
}}
===γ. onderwerpszinΥποκείμενο===
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= με ανησυχεί πολύ μήπως αργήσει το αεροπλάνο
|k2r1= het verontrust me zeer dan het vliegtuig te laat is
}}
Meestal staat het werkwoord van een wenszin in de υποτακτική.
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= φοβάται μήπως τον δουν
|k2r1= hij is bang dat ze hem zien
|k1r2= φοβήθηκε μην αρρωστήσει το παιδί
|k2r2= hij vreesde dat het kind ziek zou worden
}}
:Soms echter wordt de οριστική gebruikt. De vrees wordt als feit gezien:
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= φοβάται μήπως τον βλέπουν
|k2r1= hij was bang dat ze hem zagen
|k1r2= ανησυχούσε μήπως του ξέφυγε κανένα λάθος
|k2r2= hij was bang dat hij een fout gemaakt had
}}
:Een enkele keer kan het voegwoord ook να μην zijn:
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= φοβάται να μην αργήσει πάλι
|k2r1= hij is bang dat hij weer te laat is
}}
:Of zelfs και:
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= μη φεύγετε με τέτοιο καιρό και κρυολογήσει το παιδί ( = μήπως κρυολογήσει)
|k2r1= ga niet weg met dat weer, opdat het kind niet verkouden wordt
}}
:Een bijzin van vrezen kan ook als hoofdzin voorkomen.
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= ας φύγουμε. Μήπως ανησυχήσουν
|k2r1= laten we weggaan. Opdat ze niet ongerust zijn
|k1r2= Μην πάθουμε τίποτε
|k2r2= mogen wij niets (te) lijden (krijgen)
}}
==Δ’.afhankelijke vraagzin==
In de hoofdzin ingeleid door:
werkwoorden als: ρωτάω
onpersoonlijke uitdrukkingen als: είναι ζήτημα, είναι παράξενο, είναι βέβαιο, υπάρχει πληροφορία
zelfstandige naamwoorden als: ζήτημα, ερώτηση, απορία, αμφιβολία, σκέψη
voegwoorden als: αν, γιατί, μήπως
vragend persoonlijk voornaamwoord: ποιος, πόσος
vragend bijwoord: πού, πότε, πώς, τί
===α. lijdend voorwerpszin===
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= ρωτούσε τι θέλουμε
|k2r1= hij vroeg wat we wilden
|k1r2= ξέρω πόσο ενδιαφέρεσαι
|k2r2= ik weet hoe zeer het je interesseert
|k1r3= δεν είμαι βέβαιος αν κατάλαβα καλά
|k2r3= ik ben er niet zeker van dat ik het goed heb begrepen
|k1r4= δεν έχω ιδέα τι μου λέτε, κύριε
|k2r4= ik heb (er) geen idee (van) wat u me wilt zeggen, meneer
}}
===β. onderwerpszin===
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= είναι ζήτημα αν δούλεψε και μια ώρα
|k2r1= het is de vraag of hij nog een uur heeft gewerkt
|k1r2= είναι παράξενο πώς εργάζεται το μυαλό μας
|k2r2= het is verwonderlijk hoe onze hersenen werken
|k1r3= δεν υπάρχει καμιά είδης η αν τελικά έφτασε στον προορισμό του
|k2r3= er is geen enkel bericht of hij uiteindelijk zijn bestemming bereikt heeft
}}
===γ. toelichtende bijzin===
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= στην απορία μου, πού θα βρούμε τα μέσα, …
|k2r1= op mijn vraag, waar ik de middelen vandaan zal halen, …
|k1r2= αυτό δεν καταλαβαίνω, ποια είναι η διαφορά μας
|k2r2= dat begrijp ik niet, wat ons verschil (van mening) is
}}
====α) με οριστική====
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= δεν ξέρω γιατί γελάς
|k2r1= ik weet niet waarom je lacht
|k1r2= τον ρωτούσε πότε θα γυρίσει
|k2r2= hij vroeg hem wanneer hij zal terugkeren
}}
====β) με οριστική δυνητική====
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= δεν ξέρω τι θα έκανες εσύ σε τέτοια περίπτωση
|k2r1= ik weet niet wat jij in een dergelijk geval zou doen
|k1r2= σκέψου πού βρισκόμουν τώρα χωρίς τη βοήθειά σου
|k2r2= bedenk waar ik me zou bevinden zonder jouw hulp
}}
====γ) με υποτακτική απορηματική (υποτακτική με το να)====
{{Voorbeelden
|lev=2
|k1r1= δεν ήξερα τι να πω
|k2r1= ik wist niet wat ik moest zeggen
|k1r2= πέστε μου πότε να ξανάρθω
|k2r2= zeg me wanneer ik weer zal komen
}}
==Ε'. betrekkelijke naamwoordelijke bijzin ==
:Zie paragraaf γ hierna
[[Categorie:Nieuwgrieks]]
| |||