Alchemie/Beroemde alchemisten: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+George Ripley
Regel 14:
[[Afbeelding:Flamel.jpg|100 px|left|thumb|Nicolas Flamel]]
Nicolas Flamel was een gereputeerd Frans alchemist en koppiïst aan de universiteit van Parijs. Hij werd geboren in Parijs of in Pontoise omstreeks 1330, en stierf in Parijs rond 1418. Hij kreeg na zijn dood de reputatie van succesvol alchemist door zijn zoektocht naar de [[Alchemie/Steen der wijzen|Steen der wijzen]]. Volgens de legende zou Nicolas Flamel op deze manier samen met zijn vrouw Perenelle, die ook een alchemist was, onsterfelijkheid hebben bereikt en nu nog ergens rondlopen. Het gros van zijn nalatenschap kwam toe aan de kerk van Saint-Jacques-la-Boucherie, waar hij ook begraven werd. Gedurende zijn leven schonk hij veel aan liefdadigheidswerk en religieuze doelen uit het fortuin dat hij vergaard had. Dat fortuin verkreeg hij ofwel door de uitoefening van zijn ambt, of door gelukkige investeringen of, zoals de legende het wil, door zijn alchemistisch werk. Volgens een document, naar verluidt door hemzelf geschreven in 1413 kocht hij in 1357 voor het bedrag van 2 florijnen een boek over alchemie van Abraham de jood waar in eenvoudige bewoordingen de transmutatie van metaal naar goud in beschreven stond. Alleen de [[Alchemie/Prima materia|Prima materia]] ontbrak of was vaag afgebeeld, en daar zou Flamel de volgende twintig jaar van zijn leven vruchteloos naar zoeken. Uiteindelijk ontmoette hij tijdens een terugreis uit Spanje een christelijke jood, een zekere ''Canches'', die hem de langverwachte uitleg gaf. Flamel werkte nog drie jaar intensief door en slaagde er naar eigen zeggen in om de prima materia te maken. Dat stelde hem (volgens datzelfde eigenhandig geschreven document) in staat om in 1382 kwik om te vormen tot zowel zilver als goud. Dit verhaal werd echter ontmaskerd als een verzinsel na onderzoek van Parijse documenten uit zijn parochie, zoals beschreven in Vilains "Essai sur l’histoire de Saint-Jacques-la-Boucherie" uit 1758 en zijn "Histoire critique de Nicolas Flamel et de Pernelle sa femme, recueillie d’anciens anciens qui justifient l’origine et la médiocrité de leur fortune contre les imputations des alchimistes" uit 1761. Een boek over alchemie in de (oude) Bibliotheek van Parijs met de titel "Le Trésor de philosophie" werd eerst beschouwd als authentiek van Flamels hand, maar daar zijn twijfels over gerezen. Ook andere alchemistische verhandelingen die zijn naam als auteur vermelden zijn zo goed als zeker namaak, zoals bijvoorbeeld "Sommaire philosophique de Nicolas Flamel" uit 1561. (Over de transformatie van metalen). Flamel stierf waarschijnlijk in 1418, maar zijn graf is leeg. Er ontstonden naar aanleiding daarvan geruchten dat hij nooit gestorven is en tot op de dag van vandaag zou verder leven. De grafsteen, die hij in 1410 zelf had helpen ontwerpen, vol met vreemde tekens en symbolen, wordt nu tentoongesteld in het Musée de Cluny te Parijs.
 
==George Ripley==
Sir '''George Ripley''' (ca. 1415 – 1490) was een 15e eeuws Engels alchemist, wiens faam in zijn tijd slechts werd overtroffen door Roger Bacon.
 
Ripley studeerde twintig jaar in Italië en werd de vertrouweling van paus Innocentius VIII. In 1477/1478 keerde hij terug naar Engeland en schreef er "''The Compound of Alchymy; or, the Twelve Gates leading to the Discovery of the Philosopher's Stone''",('Bundel van de alchemie, over de 12 poorten die leiden naar de ontdekking van de [[Alchemie/Steen der wijzen|Steen der wijzen]]') dat hij opdroeg aan de Engelse koning Edward VI. Zijn 25-delig werk over alchemie, waarvan de ''Liber Duodecem Portarum'' het belangrijkste was, zou een van de bekendste bijdragen aan de alchemie worden.
 
Vanwege zijn rijkdom circuleerden er al gauw geruchten dat hij erin zou geslaagd zijn om gewoon metaal in goud te veranderen. Zo beschrijft Fuller in zijn ''"Worthies of England"'' een gereputeerd Engels gentleman die op Malta een document had gezien waarin stond dat Ripley aan de Ridders van Malta en Rhodos jaarlijks een som van honderdduizend pond schonk om hen in hun oorlog tegen de Turken te steunen.
 
Ripley had een [[Woordenboek literatuur#A|allegorische]] aanpak van de alchemie. In zijn 'Compound' beschrijft hij in verzen de 12 stadia of 'poorten' ''(gates)'' van het alchemistisch proces. De ''Compound of Alchymy'' werd op grote schaal verspreid in manuscriptvorm vooraleer het voor het eerst gedrukt werd in Londen. Ook Elias Ashmole zou de ''Compound'' opnemen in zijn ''Theatrum Chemicum Britannicum'' (1652) .
 
Ripley was ook een tijd kanunnik van Bridlington. Zijn laatste jaren bracht hij door als kluizenaar in de buurt van Boston in Yorkshire.
 
;Zijn belangrijkste werken zijn:
*George Ripley, ''Cantilena Riplaei''
*George Ripley, ''Opera omnia chemica''. Kassel, 1649.
*George Ripley, ''Liber duodecim portarum'', ook opgenomen in J J Mangetus, Bibliotheca Chemica Curiosa (Genève 1702), Vol. II, pp 275–285.
*AEyrenaeus Philalethus, ''Ripley Reviv'd; or, An Exposition upon Sir George Ripley's Hermetico-Poetical Works'' (Londen 1678).
 
Waarschijnlijk is de '[[Alchemie/Alchemistische geschriften|Ripley Scrowle]] zijn bekendste werk, al wordt zijn auteurschap nog betwijfeld.
 
==Edward Kelley==
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.