Nederlands/Grammatica/Persoonlijke voornaamwoorden/Hen, hun of zij: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
2 teksten op elkaar laten aansluiten
verder aangepast
Regel 3:
==Ezelsbruggetjes==
De voornaamwoorden van de derde persoon meervoud hebben zoals alle personen drie vormen:
* [[w:onderwerp (zinsdeel)|onderwerpsvorm]]: ''zij'' of ''ze''
* bezitsvorm: ''hun''
* [[w:object (taalkunde)|voorwerpsvorm]]: ''hun'', ''hen'' en ''ze''
 
Je kan deze vormen het best begrijpen door ze te vergelijken met de overeenkomstige vormen van de mannelijke derde persoon enkelvoud:
* onderwerpsvorm: ''hij''
* bezitsvorm: ''zijn''
* voorwerpsvorm: ''hem''
 
Vermits deze nooit verward worden, kan je op deze manier ook de correcte vormen voor de derde persoon meervoud vinden:
: ik''Ik zie <u>zijn</u> boek'' (bezitsvorm) &nbsp; &rarr; &nbsp; ''ik zie <u>hun</u> boek''
: ''<u>hijHij</u> eet een appel'' (onderwerpsvorm) &nbsp; &rarr; &nbsp; ''<u>zij</u> (ze) eten een appel''
: ''Jan helpt <u>hem</u>'' (voorwerpsvorm) &nbsp; &rarr; &nbsp; ''Jan helpt <u>hen</u>''
 
Na voorzetsels gebruiken we in het Nederlands ook de voorwerpsvorm:
: hetHet is <u>door hem</u> geschilderd &nbsp; &rarr; &nbsp; het is <u>door hen</u> geschilderd
: erEr was <u>achter hem</u> nog plaats &nbsp; &rarr; &nbsp; er was <u>achter hen</u> nog plaats
 
Er is echter één uitzondering die het in de derde persoon meervoud moeilijker maakt dan in de andere personen:
 
In alle andere personen korten we de vormen ''aan mij'', ''aan haar'', ''aan ons'' en zo af tot ''mij'', ''haar'', ''ons'':
'': Jan geeft een boek <u>aan mij</u> = Jan geeft <u>mij</u> een boek
: Jan geeft een boek <u>aan haar</u> = Jan geeft <u>haar</u> een boek
: Jan geeft een boek <u>aan ons</u> = Jan geeft <u>ons</u> een boek''
 
In de derde persoon meervoud korten we echter <b>aan hen</b> af tot <b>hun</b>:
Regel 34:
Voor veel mensen is het niettemin onduidelijk of in bepaalde contexten ''hen'' of ''hun'' gebruikt dient te worden. Vaak kan zo'n zin anders worden geschreven, waardoor dit dilemma omzeild wordt. Zo kan "ik rook volgens hen te veel" prima worden herschreven tot: "Zij vinden dat ik te veel rook".
 
Tegenwoordig vervaagt met name in de gesproken taal het onderscheid tussen de voorwerpsvormen ''hen'' en ''hun'' steeds meer. Volgens de [http[w://oase.uci.kun.nl/~ans/e-ans/05/02/05/02/03/body.htmlAlgemene Nederlandse Spraakkunst|Algemene Nederlandse Spraakkunst]] kan in geval van verwisseling van deze twee naamwoorden meestal niet worden gesproken van een fout, omdat het gebruik van deze voornaamwoorden aan het evolueren is. Vaak kunnen ''hun'' en ''hen'' vervangen worden door ''ze'': ''ik help hen'' wordt dan ''ik help ze''; ''ik geef hun een boek'' wordt ''ik geef ze een boek''. Echter als de klemtoon op ''hen'' of ''hun'' ligt kan dit niet: ''ik help hen en niet jullie'' kan niet geformuleerd worden als *''ik help ze en niet jullie''. Dit gebruik is overigens niet aan te bevelen in formele teksten zoals sollicitatiebrieven, omdat het tot de informele taal behoort.
 
Wat absoluut fout is, is het gebruik van ''hun'' als onderwerp: ''<u>*hun hebben</u>.''
Tegenwoordig vervaagt met name in de gesproken taal het onderscheid tussen de voorwerpsvormen ''hen'' en ''hun'' steeds meer. Volgens de [http://oase.uci.kun.nl/~ans/e-ans/05/02/05/02/03/body.html Algemene Nederlandse Spraakkunst] kan in geval van verwisseling van deze twee naamwoorden meestal niet worden gesproken van een fout, omdat het gebruik van deze voornaamwoorden aan het evolueren is. Vaak kunnen ''hun'' en ''hen'' vervangen worden door ''ze'': ''ik help hen'' wordt dan ''ik help ze''; ''ik geef hun een boek'' wordt ''ik geef ze een boek''. Echter als de klemtoon op ''hen'' of ''hun'' ligt kan dit niet: ''ik help hen en niet jullie'' kan niet geformuleerd worden als *''ik help ze en niet jullie''. Dit gebruik is overigens niet aan te bevelen in formele teksten zoals sollicitatiebrieven, omdat het tot de informele taal behoort.
 
Wat absoluut fout is, is het gebruik van ''hun'' als onderwerp: <u>*hun hebben</u>.
 
UIT WP
 
Het onderscheid tussen de naamvalsvormen '''hen''' en '''hun''' van het [[w:persoonlijk voornaamwoord|persoonlijk voornaamwoord]] in de derde persoon meervoud (het '''Systeem-Van Heule'''<ref>[http://www.ernieramaker.nl/schrijfsels.php?tekst=henhun Hen/hun door E. Ramaker]</ref>) is bedacht door [[Christiaen van Heule]] in zijn werk ''De Nederduytsche Grammatica ofte Spraec-konst'' ([[1625]]). Het kunstmatige doch thans betrekkelijk algemeen aanvaarde onderscheid levert veel sprekers (en schrijvers) van het [[Nederlands]] problemen op. Kortweg is ''hen'' de [[w:accusatief|accusatief]]vorm en ''hun'' de [[w:datief|datief]]vorm of [[w:genitief|genitief]]vorm ([[w:bezittelijk voornaamwoord|bezittelijk voornaamwoord]]). Dit onderscheid tussen een datief- en accusatiefvorm komt in het Nederlands alleen voor bij de derde persoon meervoud, terwijl het in andere talen zoals het [[Duits]] veel algemener is. Ter vergelijking: ''mij''/''me'', ''jou''/''je'', ''hem'', ''haar'', ''ons'', ''jullie'' kunnen alle zowel als accusatief als datief worden gebruikt.
 
==Hen==
'''Hen''' moet (in de systematiek van Van Heule) worden beschouwd als een [[accusatief]], en wordt gebruikt
*na een [[w:voorzetsel|voorzetsel]] (na een voorzetsel volgt altijd de voorwerpsvorm van een persoonlijk voornaamwoord)<ref>[http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/1329/ ''Behalve ons / behalve wij '']. Taaladvies.net, geraadpleegd op 18 mei 2010.</ref>;
*als [[w:lijdend voorwerp|lijdend voorwerp]].
 
Voorbeelden:
*''Ik geef het glas '''aan hen'''.<br />''
*''Het werk is gedaan '''volgens hen'''.''
*''Ik zie '''hen'''.''
 
==Hun als datief==
'''Hun''' wordt gebruikt in alle overige gevallen. Dit kan zijn als:
* [[w:meewerkend voorwerp|meewerkend voorwerp]], tenzij voorafgegaan door een voorzetsel;
* [[w:belanghebbend voorwerp|belanghebbend voorwerp]], tenzij voorafgegaan door een voorzetsel;
* [[w:ondervindend voorwerp|ondervindend voorwerp]];
* [[w:bezittend voorwerp|bezittend voorwerp]].
 
Voorbeelden:
*''Ik geef '''hun''' het glas''.
*''Ik schenk '''hun''' een drankje in''.
*''Het glas is '''hun''' te leeg''.
*''Hij sloeg '''hun''' het glas uit de hand''.
 
==Hun als bezittelijk voornaamwoord==
'''Hun''' is ook het [[bezittelijk voornaamwoord]] van de derde persoon meervoud:
* ''Dat is '''hun''' huis.''
* ''Het werk is gedaan volgens '''hun''' instructies.''
 
==''Hun'' als onderwerp==
''Hun'' wordt ook wel in de spreektaal (in Nederland, want in Vlaanderen komt deze variant niet voor) gebruikt als [[onderwerp (subject)|onderwerpsvorm]] in plaats van ''zij'' (3e persoon meervoud). Dit geldt als [[substandaard]] en wordt over het algemeen als incorrect beschouwd.
{{hoofdartikel|Hun als onderwerp}}
*<s>''Hun hebben het gedaan''</s>. → ''Zij hebben het gedaan''.
''Hun'' wordt ook wel in de spreektaal (in Nederland, want in Vlaanderen komt deze variant niet voor) gebruikt als [[onderwerp (subject)|onderwerpsvorm]] in plaats van ''zij'' (3e persoon meervoud). Dit geldt als [[substandaard]] en wordt over het algemeen als incorrect beschouwd.
*<s>Hun hebben het gedaan</s>. → Zij hebben het gedaan.
 
Ook ''hullie'' komt dialectisch voor (cfr. het Afrikaanse "hulle"). Het is afgeleid van "hunlieden", en valt daarmee in dezelfde categorie als "jullie" (uit "gijlieden, jijlieden"). In de standaardtaal is ''hullie'' incorrect.
Regel 79 ⟶ 78:
==''Henzelf'' en ''hunzelf''==
Bij ''hen'' en ''hun'' horen ook de woorden ''henzelf'' en ''hunzelf''. Deze worden gebruikt als versterkte vorm van ''hen'' en ''hun'':
* ''Ze willen geen autogordels om, maar dat is gevaarlijk voor '''henzelf'''.''
* ''Ik heb '''hunzelf''' geen cent gegeven, maar alles aan hun ouders toevertrouwd.''
 
Als de schrijver het woorddeel ''-zelf'' sterk wil benadrukken, dan kan hij of zij het ook los schrijven van ''hen'' of ''hun'':
* ''... dat is gevaarlijk voor '''hen zélf.'''''
* ''Ik heb '''hun zélf''' geen cent gegeven.''
Deze spelling kan echter in sommige zinnen tot dubbelzinnigheid leiden, zoals uit het laatste voorbeeld blijkt: Geef ik het zelf? Of geef ik het hunzelf?
 
Deze spelling kan echter in sommige zinnen tot dubbelzinnigheid leiden, zoals uit het laatste voorbeeld blijkt:. GeefBedoelt de spreker "ik geef het zelf?" Of geefof "ik geef het hunzelf"?
''Henzelf'' en ''hunzelf'' zijn niet de [[wederkerend voornaamwoord|wederkerende]] of [[wederkerig voornaamwoord|wederkerige voornaamwoorden]] van ''hen'' en ''hun''. Daarvoor gebruiken we ''zichzelf'' (wederkerend) en ''elkaar'' (wederkerig):
* De minnaars geven ''elkaar'' een kusje. Ze geven ''elkaar'' de schuld. (wederkerig)
* De directeuren geven ''zichzelf'' een bonus. Ze geven ''zichzelf'' de schuld. (wederkerend)
 
''Henzelf'' en ''hunzelf'' zijn niet de [[w:wederkerend voornaamwoord|wederkerende]] of [[w:wederkerig voornaamwoord|wederkerige voornaamwoorden]] van ''hen'' en ''hun''. Daarvoor gebruiken we ''zichzelf'' (wederkerend) en ''elkaar'' (wederkerig):
Het wederkerend gebruik van ''hunzelf'' (ze geven hunzelf een bonus) is dialect.
* ''De minnaars geven '''elkaar''' een kusje. Ze geven '''elkaar''' de schuld.'' (wederkerig)
*'' De directeuren geven '''zichzelf''' een bonus. Ze geven '''zichzelf''' de schuld.'' (wederkerend)
 
Het wederkerend gebruik van ''hunzelf'' (ze geven hunzelf een bonus) is dialectstreekgebonden (dialectaal).
 
=="Ze" als alternatief==
De onverbogen vorm '''ze''' vindt in het hele Nederlandse taalgebied steeds meer ingang, aanvankelijk in de [[w:spreektaal|spreektaal]], maar langzaamaan ook in de [[w:schrijftaal|schrijftaal]]. Het kan een manier zijn om de "hen/hun"-discussie te vermijden.
 
Voorbeelden:
*''Ik geef '''ze''' een snoepje.'' (in plaats van ''hun'')
*''Ik heb '''ze''' gisteren gezien.'' (in plaats van ''hen'')
 
Na een voorzetsel is de vorm 'ze' echter nog niet echt gebruikelijk, in ieder geval niet in de schrijftaal.
Regel 104:
==Vroeger==
Tot en met de negentiende eeuw werd ook ''haar'' gebruikt als vrouwelijke meervoudsvorm.
:*'' Nadat de vrouwen uit het gezelschap zich verzameld hadden, werd '''haar''' een cadeau aangeboden.<''ref>[http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/357/ Haar / hen (vrouwelijk meervoud)]. Taaladvies.net, geraadpleegd op 20 mei 2010.</ref>
Een voorstel van [[P.C. Hooft]] om ''hum'' in te voeren — in navolging van het Duitse [[datief]] (enkelvoud) ''ihm'' — voor de 'meewerkende' derde persoon ''enkelvoud'' heeft nooit ingang gevonden in de Nederlandse taal.
 
== Zie ook ==
 
[[Naamval]]
== Zie ook ==
[[Nederlands/Zij of zei|Zij of zei]]
[[Nederlands/Hun als onderwerp|Hun als onderwerp]]
 
 
 
{{sub}}
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.