Nederlands/Grammatica/Persoonlijke voornaamwoorden/Hen, hun of zij: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Hun als onderwerp: kromme tekst wat herschreven, dat heb je gauw als je iets van Wikipedia haalt
Nijdam (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[Image:Plume pen w.png|left|50px|Eerste hulp bij Nederlands]][[Image:Plume pen w.png|right|50px|Eerste hulp bij Nederlands]]<br><center>'''[[Nederlands/Eerste hulp|Keer terug naar het menu "Eerste hulp" door hier te klikken]]'''<!--kan iemand hier een mooi klikvenster van maken aub of iets dergelijks--></center>
 
Het goede gebruik van de woorden ''zij'' (''ze''), ''hen'' en ''hun'' levert enige problemen op.
==Ezelsbruggetjes==
 
De voornaamwoorden van de derde persoon meervoud hebben zoals alle personen drie vormen:
==Regels==
De voornaamwoorden van de derde persoon meervoud hebben zoals voor alle personen drie vormen:
* [[w:onderwerp (zinsdeel)|onderwerpsvorm]]: ''zij'' of ''ze''
* bezitsvorm: ''hun''
* [[w:object (taalkunde)|voorwerpsvorm]]: ''hun'', ''hen'' en ''ze''
 
JeHet kangebruik van deze vormen hetkan bestmen begrijpen door ze te vergelijken met de overeenkomstige vormen van de mannelijke derde persoon enkelvoud:
* onderwerpsvorm: ''hij''
* bezitsvorm: ''zijn''
* voorwerpsvorm: ''hem''
 
Doordat er hier maar één voorwerpsvorm is, leidt het gebruik niet tot verwarring. Vergelijk nu:
Vermits deze nooit verward worden, kan je op deze manier ook de correcte vormen voor de derde persoon meervoud vinden:
: ''Ik zie <u>zijn</u> boek'' (bezitsvorm) &nbsp; &rarr; &nbsp; ''ik zie <u>hun</u> boek''
: ''<u>Hij</u> eet een appel'' (onderwerpsvorm) &nbsp; &rarr; &nbsp; ''<u>zij</u> (ze) eten een appel''
: ''Jan helpt <u>hem</u>'' (voorwerpsvorm) &nbsp; &rarr; &nbsp; ''Jan helpt <u>hen</u>''
 
: (onderwerpsvorm) &nbsp;''<u>Hij</u> eet een appel'' (onderwerpsvorm) &nbsp; &rarr; &nbsp; ''<u>zij</u> (ze) eten een appel''
Na voorzetsels gebruiken we in het Nederlands ook de voorwerpsvorm:
: (bezitsvorm) &nbsp;''Ik zie <u>zijn</u> boek'' (bezitsvorm) &nbsp; &rarr; &nbsp; ''ik zie <u>hun</u> boek''
 
Bij het gebruik van de voorwerpsvorm moeten enkele gevallen onderscheiden worden. In het enkelvoud staat er steeds ''hem''. Maar in het meervoud kan er ''hen'', ''hun'' of ''ze'' staan.
 
: ''Jan helpt <u>hem</u>''
: betreft het personen, dan &rarr; &nbsp; ''Jan helpt <u>hen</u>'' of ''Jan helpt <u>ze</u>''
: ''Janbetreft helpthet <u>hem</u>''dieren (voorwerpsvorm)of &nbsp;dingen, dan &rarr; &nbsp; ''Jan helpt <u>henze</u>''
 
: ''Jan geeft <u>hem</u> water''
: betreft het personen, dan &rarr; &nbsp; ''Jan geeft <u>hun</u> water'' of ''Jan geeft <u>ze</u> water''
: betreft het dieren of dingen (planten), dan &rarr; &nbsp; ''Jan geeft <u>ze</u> water''
 
: ''Jan geeft water aan <u>hem</u>''
: betreft het personen, dan &rarr; &nbsp; ''Jan geeft water aan <u>hen</u>'' of ''Jan geeft water aan <u>ze</u>''
: betreft het dieren of dingen (planten), dan &rarr; &nbsp; ''Jan geeft water aan <u>ze</u>''
 
Na voorzetsels gebruiken we in het Nederlands ookaltijd de''hen'' voorwerpsvormof ''ze'':
: ''Het is <u>door hem</u> geschilderd &nbsp; &rarr; &nbsp; het is <u>door hen</u> geschilderd''
: ''Er was <u>achter hem</u> nog plaats &nbsp; &rarr; &nbsp; er was <u>achter hen</u> nog plaats''
 
Er is echter éénDe uitzondering die het in de derde persoon meervoud maakt het moeilijker maakt dan in de andere personen:
 
In alle andere personen korten we de vormen ''aan mij'', ''aan haar'', ''aan ons'' en zo af tot ''mij'', ''haar'', ''ons'':
: ''Jan geeft een boek <u>aan mij</u> = Jan geeft <u>mij</u> een boek''
: ''Jan geeft een boek <u>aan haar</u> = Jan geeft <u>haar</u> een boek''
: ''Jan geeft een boek <u>aan ons</u> = Jan geeft <u>ons</u> een boek''
maar let op:
 
In de derde persoon meervoud korten we echter <b>aan hen</b> af tot <b>hun</b>:
: ''Jan geeft een boek <u>aan hen</u> = Jan geeft <u>hun</u> een boek''
 
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.