Basisstructuur van de kosmos/De snaartheorie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Probleem 1: de door de trillingspatronen voorspelde massa's: voorbeelden weggehaald omdat ze niet goed waren; het gaat echt om de meest elementaire deeltjes
Regel 17:
 
==Probleem 1: de door de trillingspatronen voorspelde massa's ==
De snaartheorie is echter natuurlijk niet alleen verre van volledig, maar vooralsnog ook geheel onbewezen. Wat allereerst moet worden aangetoond, wil de theorie echt levensvatbaar blijken, is dat er trillingspatronen bestaan die exact overeenkomen met de eigenschappen die de bekende elementaire deeltjes hebben. Hierbij doet zich helaas een groot probleem voor. Volgens de berekeningen van Schwarz en Scherk uit 1974 moet er - om de zwaartekracht op de juiste manier te kunnen verklaren - op de snaren gezien hun minieme lengte een enorme maar dan ook werkelijk enorme spanning staan, ongeveer 10<sup>41</sup> keer de spanning op een gemiddelde pianosnaar. Hieruit volgt dat alleen al één enkele snaartrilling een naar verhouding reusachtige hoeveelheid energie oplevert. Volgens Einsteins bekende formule ''E = mC<sup>2</sup>'' leidt dit op zijn beurt ook tot een verhoudingsgewijs reusachtige massa, namelijk de [[w:Planck-massa|Planck-massa]]. Wanneer een snaar dus meer dan één trilling uitvoert, levert dit vanzelfsprekend een veelvoud van de Planck-massa op; een patroon van 2 trillingen komt overeen met 2x de Planck-massa, 3 trillingen met 3x de Planck-massa, enz. In dit verband moet goed bedacht worden dat de Planck-massa naar alledaagse maatstaven weliswaar erg klein is, maar nog altijd veel en veel groter dan de massa van bijvoorbeeld een proton of neutron en al helemaal de massa van bijvoorbeeld een elektron, quark of W-deeltje.
 
Op het eerste gezicht lijkt dit dus een onoverkomelijk bezwaar tegen de snaartheorie, maar het kan goeddeels worden weggenomen wanneer men bedenkt dat uit andere experimenten is gebleken dat zware elementaire deeltjes sterk de neiging hebben instabiel te zijn, m.a.w. snel uit elkaar te vallen in lichtere deeltjes. De naar verhouding uiterst zware deeltjes die door de snaartheorie worden voorspeld zouden dus tevens uiterst instabiel zijn en heel snel uiteenvallen. Dergelijke zware deeltjes kunnen daarom best in de allervroegste stadia van het heelal veel talrijker geweest zijn dan nu, waarna ze in kleinere en lichtere deeltjes (zoals fotonen) uiteen zijn gevallen. De hoeveelheid energie die in de huidige deeltjesversnellers kan worden geproduceerd is bij lange na ontoereikend om deze zware deeltjes te kunnen nabootsen, er is dus ook geen sprake van enige strijdigheid met wat tot nu toe empirisch is waargenomen.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.