Basisstructuur van de kosmos/De snaartheorie: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 29:
Het idee van het bestaan van extra ruimtelijke dimensies is echter bij nader inzien niet zo absurd als het lijkt, en evenmin is het echt iets nieuws. In 1919 stuurde de Duitse wiskundige [[w:Theodor Kaluza|Theodor Kaluza]] een artikel naar Einstein waarin hij voorstelde om een nieuwe ruimtelijke dimensie te introduceren naast de drie reeds bekende met als doel de twee toen bekende hoofdkrachten in het heelal, de zwaartekracht en het elektromagnetisme, tot één geheel te kunnen verenigen. Einstein was hier zeer enthousiast over en Kaluza's model werd enkele jaren later verbeterd door de Zweed [[w:Oskar Klein|Oskar Klein]]. Het uiteindelijke resultaat van deze twee natuurkundigen is bekend geworden als de [[w:Kaluza-Klein-theorie|Kaluza-Klein-theorie]]. De vierde ruimtedimensie zou volgens Kaluza en Klein ongeveer zo groot moeten zijn als de Planck-lengte (hetgeen tot op heden met de meest geavanceerde apparatuur bij lange na niet zichtbaar kan worden gemaakt).
Voor dit model was er in de eerste decennia daarna maar weinig belangstelling,
Het Calabi-Yau-model kent echter momenteel tienduizenden varianten, en het is nog geheel onduidelijk welke "kandidaat" de werkelijke fundamentele structuur van het heelal beschrijft, uiteraard vooropgesteld dat het hele idee van extra dimensies en daarmee de snaartheorie juist is. Enkele modellen (met drie gaten) komen echter wel in het bijzonder in aanmerking, omdat ze een reeks trillingpatronen opleveren die de typische structuren en eigenschappen van de drie hoofdfamilies van elementaire deeltjes exact verklaren. Dit resultaat is een van de meest bemoedigende ontwikkelingen geweest voor de voorstanders van de snaartheorie.
|