Basisstructuur van de kosmos/De snaartheorie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 21:
 
===Probleem 1: de door de trillingspatronen voorspelde massa's ===
De snaartheorie is echter natuurlijk niet alleen verre van volledig, maar vooralsnog ook geheel onbewezen. Wat allereerst moet worden aangetoond, wil de theorie echt levensvatbaar blijken, is dat er trillingspatronen bestaan die exact overeenkomen met de eigenschappen die de bekende elementaire deeltjes hebben. Hierbij doet zich helaas een groot probleem voor. Volgens de berekeningen van Schwarz en Scherk uit 1974 moet er - om de zwaartekracht op de juiste manier te kunnen verklaren - op de snaren gezien hun minieme lengte een enorme maar dan ook werkelijk enorme spanning staan, ongeveer 10<sup>41</sup> keer de spanning op een gemiddelde pianosnaar. Hieruit volgt dat alleen al één enkele snaartrilling al een naar verhouding reusachtige hoeveelheid energie oplevert. Volgens Einsteins bekende formule ''E = mC<sup>2</sup>'' leidt dit op zijn beurt ook tot een naar verhouding onvoorstelbaar grote massa, namelijk de [[w:Planck-massa|Planck-massa]]. In dit verband moet goed bedacht worden dat de Planck-massa (eigenlijk de massa die een zwart gat ter grootte van de Planck-lengte zou hebben) naar alledaagse maatstaven weliswaar klein, maar nog altijd veel en veel groter is dan de massa van bijvoorbeeld een elektron, quark of W-deeltje (om precies te zijn: 10<sup>19</sup> keer de massa van een proton, dat van zichzelf al veel zwaarder is dan een van voornoemde deeltjes).
 
Wanneer een snaar meer dan één trilling uitvoert, levert dit vanzelfsprekend een veelvoud van de Planck-massa op. Een patroon van 2 trillingen komt dus overeen met 2x de Planck-massa, 3 trillingen met 3x de Planck-massa, enz. In Op het eerste gezicht lijkt dit een onoverkomelijk bezwaar tegen de snaartheorie,maar het kan goeddeels worden weggenomen wanneer men bedenkt dat uit andere experimenten is gebleken dat zware elementaire deeltjes sterk de neiging hebben instabiel te zijn, m.a.w. snel uit elkaar vallen in lichtere deeltjes. De naar verhouding extreem zware deeltjes die uit de door de snaartheorie voorgestelde trillingspatronen voortkomen zouden dus tevens uiterst instabiel zijn en heel snel desintegreren. Het is dus goed mogelijk dat dergelijke zware deeltjes in de allervroegste stadia van het heelal daadwerkelijk zijn geproduceerd en toen veel talrijker waren dan nu, waarna ze al heel snel in kleinere en lichtere deeltjes (zoals fotonen) uiteen zijn gevallen. De hoeveelheid energie die in de huidige deeltjesversnellers kan worden geproduceerd is bij lange na ontoereikend om deze zware deeltjes te kunnen nabootsen. Er is dus ook geen sprake van enige strijdigheid met wat tot nu toe empirisch is waargenomen.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.