Nederlands/Grammatica/Persoonlijke voornaamwoorden/Ik: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
imported>Xqbot
k robot Erbij: zh-yue:我; cosmetische veranderingen
Regel 3:
 
 
== Vorm en klank ==
Reductie van de vorm is ook in het hedendaagse Nederlands nog zeer actueel. In de spreektaal wordt vaak alleen een /k/ uitgesproken:
* '''k Ga mee!'',
Regel 16:
– die ook wel als lichtelijk grappig, of als kindertaal wordt gebezigd.
 
== Grammatica ==
=== Onderwerp ===
Het woord komt alleen als onderwerp van de zin voor. (Op deze regel is één uitzondering, en die wordt hieronder besproken; zie het kopje ''Focalisatie''.) Enkele bijzondere gevallen worden hieronder besproken.
 
==== Ellips ====
Dit gebruik van ''ik'' kan moeilijkheden opleveren; soms wordt als onderwerp van de zin ''mij'' gebruikt, en hoewel dat op het eerste gezicht verbazend kan lijken, maken de volgende voorbeelden het aannemelijker. Het gaat daarbij om zogenaamde [[Ellips (taalkunde)|elliptische]] zinnen.
 
Regel 43:
Toch wordt in zo'n zin wordt vaak ''mij'' gebruikt, terwijl ''ik'' toch onderwerp is van het "gat". Een verklaring zou kunnen zijn dat de spreker hier ''dan'' opvat als voorzetsel, waarmee de weg naar ''<s>dan mij</s>'' open ligt. (Zoals in ''naar mij, met mij'', waarin ''mij'' natuurlijk wél correct is.)
 
==== Verdubbeling ====
In sommige [[regiolect]]en, met name in Vlaanderen ([[West-Vlaams|West-]] en [[Oost-Vlaanderen]]) en Brabant, komt het onderwerp ''ik'' in een enkelvoudige zin tweemaal voor. Ook de drievoudige vorm van ik wordt daar soms aangetroffen:
* ''Dat weet ik ik niet...''
* ''Da hem ekik ni gevraagd.''
* ''Ik zal ekik ook 'ns komen.''
 
Dit is geen alternatieve vorm van het woord: die vorm blijft "ik", maar hij wordt twee- of driemaalmaal gebruikt. Het betreft dus geen variant van de ''woordvorm'', maar van de ''zinsbouw''.
 
=== Focalisatie ===
Soms fungeert het woord ''ik'' niet als onderwerp van de zin. In de psychologie en in de verhaaltheorie wordt het woord ''ik'' nog gebruikt, vaak in [[zelfnoemfunctie]], om naar de centrale, belevende instantie te verwijzen. Vaak valt dit onmiddellijk op doordat we dan van ''het ik'' (psychologie) of van ''de ik'' (verhaaltheorie) spreken.
 
Regel 60:
In deze gevallen fungeert het woord ''ik'' niet langer als voornaamwoord: door zijn zelfnoemfunctie is het een [[zelfstandig naamwoord]] geworden. Dit blijkt ook uit de zinsbouw: er kan nu een [[lidwoord]] (''de'', ''het''), een voornaamwoord (''dat'') of een andere bepaling (''eigen'') aan worden verbonden.
 
== Gebruiksregels ==
 
Maar het gebruik van woorden, en zeker van een persoonlijk voornaamwoord als ''ik'', wordt niet alleen door regels van grammatica bepaald. Er zijn ook overwegingen die met de communicatie tussen personen te maken hebben, en in die communicatie kan gekozen worden voor velerlei varianten. Men kan zichzelf buiten schot willen houden; men kan bescheiden willen zijn; men kan een zakelijke boodschap willen overbrengen of juist een sociaal-emotionele band willen benadrukken.
Regel 66:
In al deze gevallen is het gebruik van het voornaamwoord onderhavig aan [[pragmatiek (taalkunde)|pragmatische]] overwegingen. De taalsituatie bepaalt wat aanvaardbaar is en wat niet, en dit is mede van de cultuur en van de sociale verhoudingen afhankelijk. Het gebruik van het woord ''ik'' is hier geen kwestie van taalbeheersing op grammaticaal en lexicaal niveau, maar van [[conventie]]s omtrent sociaal aanvaard taal''gebruik''. Die conventies zijn regels of afspraken, en vaak worden ze geheel onbewust gehanteerd.
 
=== Transactie en interactie ===
Het persoonlijk voornaamwoord ''ik'' is de meest directe manier waarop men over zichzelf kan spreken of schrijven. Daardoor is het zeer functioneel, maar tegelijkertijd is het met verbodsbepalingen omgeven.
 
Regel 77:
De tweede opmerking zal de toehoorder geen nieuwe inzichten geven, in tegenstelling tot de eerste. Pas als iemand bij zijn vertrek ''niet'' groet, blijkt het nut van de interactie. Men mist iets, "Waarom zei-die nou niks?" Als zo'n interactionele uiting wordt gedaan, is zij vaak geruststellend: alles is in orde, want de spreker gedraagt zich volgens de regels, hij doet niet vreemd, nors of zwijgzaam.
 
=== Taboe en afstandelijkheid ===
Zelfs het ''gebruik'' van het woord "ik" kan aldus een interactionele waarde krijgen. Wie vaak het woord "ik" gebruikt, of dikwijls met het woord "Ik" begint, kan geacht worden zichzelf meer centraal te stellen dan sociaal gewenst is. Maar wie het juist erg weinig gebruikt, kan de indruk wekken dat hij in algemeenheden vervalt, wellicht om zich niet bloot te geven, zich te verschuilen. Het is sterk van de situatie afhankelijk hoe het veelvuldig - of spaarzaam - gebruik van ''ik'' wordt opgevat.
 
=== ''Ik'' in volgpositie ===
* Nederlandstalige kinderen leren wel dat ze niet met het woord "ik" mogen beginnen als ze een aantal personen opsommen. Je [[beleefdheid|hoort]] jezelf als laatste te noemen:
:: ''We gaan met z'n drieën, Anna, Bert en ik.''
* Dit is cultuurgebonden. In het Nederlands is het ongepast een brief te beginnen met het woord, terwijl dat in het Engels geheel aanvaard is.
 
=== Derde persoon vervangt ''ik'' ===
* Er zijn culturen waarin men tegen een hooggeplaatste vooral niet het woord "ik" gebruikt, omdat dat veel te vrijpostig zou zijn. In ouder [[Maleis]] duidde men zichzelf tegenover de vorst aan als ''hamba'', "(uw) slaaf". Nu nog wordt in wat formeler situaties in die taal de ''naam'' gebruikt in plaats van de persoonlijke voornaamwoorden (zowel in eerste als tweede persoon).
* Deze manier om over zichzelf te spreken schept afstand: doordat men in de derde persoon spreekt, treedt men een stapje van zichzelf weg.
Regel 94:
:: ''deze jongen'' (zeer gemoedelijk, soms zelfs oubollig).
 
=== Tweede persoon vervangt ''ik'' ===
Een geheel ander soort afstandelijkheid wordt bereikt met het woord ''je'':
::''Tja, je wilt toch wat betekenen voor je medemens!''
Regel 102:
 
Juist in de emotionele situatie van de [[psychotherapie]] is dit gebruik van de tweede persoon een middel om zich te distantiëren. In de therapie wordt de cliënt wel gestimuleerd dichter bij de eigen beleving te komen door dit "je" te vervangen door "ik". Soms is dat in het dagelijkse taalgebruik van de cliënt constateerbaar: uit zijn taaldaden blijkt dat hij heeft geleerd zich te corrigeren:
::''Ja, daar ben je... daar was ik toch wel kapot van!''<br />
Het komt voor dat dit zelfcorrigerend gedrag weer vervlakt naarmate de therapie langer geleden heeft plaatsgevonden. De ex-cliënt keert dan weer terug naar het gebruik van "je".
 
=== Meervoud ===
Soms wordt ook ''we'' of ''wij'' gebruikt: wel weer eerste persoon, maar dan ''meervoud'', en dus opnieuw afstandelijker. Het gebruik kan vrij neutraal zijn (voorbeeld 1), maar kan ook camoufleren dat de spreker in zijn eentje is (voorbeeld 2):
::''Nou, dat zullen we dan nog eens zien!''
Regel 112:
In het laatste geval kan dit gebruik een gewrongen en onduidelijke indruk maken, als de toehoorder beseft dat er één persoon is bedoeld.
 
== Etymologie ==
In alle [[Germaanse talen]] komen vormen voor die verwant zijn aan ons ''ik'', en het verwante woorden worden ook aangetroffen in andere [[Indo-Europese talen]]. Dit is gemakkelijk na te gaan voor wie beseft dat de /k/-klank hier varieert met andere klanken in andere talen, zoals de /g/ (Engels: ''<u>g</u>ood''), de /h/, de /ç/ (Duits: ''si<u>ch</u>er'') en de /c/ (Engels: ''<u>ch</u>ess''). De varianten komen in Germaanse talen veelvuldig voor, bijvoorbeeld:
* in het [[Duits]]e ''ich'';
Regel 131:
 
== Zie ook ==
* [[Ich]] voor het ''Ik'' als onderdeel van de menselijke persoonlijkheid''
* [[pluralis majestatis]]
* [[pluralis modestiae]]
* [[vertelperspectief]]
 
[[Categorie:Voornaamwoord]]
Regel 148:
[[srn:Mi]]
[[zh:汉语人称代词]]
[[zh-yue:我]]
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.