Nederlands/Grammatica/Werkwoorden/'t Kofschip: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
imported>Theyoung |
||
Regel 4:
==Achtergrond van '' 't kofschip''==
Het Nederlands kent voor de [[onvoltooid verleden tijd]] van zwakke werkwoorden twee [[suffix|suffixen]]: ''-de(n)'' en ''-te(n)''. De [[fonologie]] van het Nederlands kent tevens (in tegenstelling tot bijv. die van het Engels) de regel van [[Auslautverhärtung|eindklankverscherping]], waardoor de laatste klank van het voltooid deelwoord altijd als een stemloze [[ dentaal]] wordt uitgesproken, maar afhankelijk van de onvoltooid verleden tijd als een ''d'' dan wel als een ''t'' geschreven. Dit
Dus van zwakke werkwoorden die in de onvoltooid verleden tijd de uitgang ''-te'' krijgen, eindigt het [[voltooid deelwoord]] dienovereenkomstig op de uitgang ''-t'': ''gemaak'''t''''', ''geblaf'''t'''''. Het voltooid deelwoord van de overige zwakke werkwoorden wordt met de uitgang ''-d'' geschreven: ''geleef'''d''''', ''gekrab'''d'''''. Hoewel ook hier de regel van '' 't kofschip'' kan worden toegepast, is er een gemakkelijker handvat: als je het voltooid deelwoord verlengt met een ''-e'', is meestal meteen te horen of er een ''t'' of een ''d'' geschreven moet worden.
De uitgang op ''-de'' vinden we bijvoorbeeld terug in ''scheurde'' (van ''scheuren''), de uitgang op ''-te'' in ''maakte'' (van ''maken''). De laatste letters van de voltooide deelwoorden ''gescheurd'' en ''gemaakt'' komen hiermee overeen.
|