Onderwijsarchitect/Werkwijze: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
taal
Regel 3:
Een onderwijsarchitect heeft als werkwijze het individueel coachen van een professional op de eigen werkplek met het eigen werk. Dit werk wordt in een intakegesprek gerelateerd aan het profiel en de wensen van de professional en zijn omgeving. De onderwijsarchitect demonstreert vervolgens oplossingswegen die naar meetbare opbrengsten leiden. Wanneer de professional besluit verder te gaan worden deze rendementen afgesproken in een voorstel. In de (twee) daaropvolgende gesprekken worden de voorstellen uit het intakegesprek uitgewerkt tot een (her)ontwerp van het werk. De onderwijsarchitect heeft daarbij indicatoren ingebouwd die informeren over de voortgang van de implementatie en uitvoering. Hij zal desgevraagd de professional daarbij ondersteunen. De begeleiding wordt afgerond met een evaluatiegesprek.
 
De onderwijsarchitect vertrekt in zijn wijze van werken vanuit een unieke visie op het begeleiden van het onderwijs. Een fasering die een onderwijsarchitect hanteert bij het ontwerpen is (informatie)analyse, functioneel ontwerp en detailontwerp. De werkwijze van een onderwijsarchitect verbindt docentprofessionalisering en onderwijsontwikkeling in een methode die inbinnen korte tijd leidt tot effectiever onderwijs.
 
==Fasering==
Een onderwijsarchitect geeft individuele begeleiding aan een onderwijsprofessional op de eigen werkplek en m.b.t. de eigen onderwijsleersituatie. Daarbij is de werkwijze als volgt.:
# ''Intakegesprek''. Dit eerste gesprek is vrijblijvend. In dit gesprek onderzoeken onderwijsarchitect en onderwijsprofessional samen de wensen en de eigen kracht van de professional, en de randvoorwaarden die de omgeving oplegt. De onderwijsarchitect verbindt deze met elkaar en geeft oplossingswegen aan die leiden naar meetbare resultaten.
# ''Voorstel''. Wanneer de cliënt, de onderwijsgevende, besluit met de onderwijsarchitect verder te gaan biedt een onderwijsarchitect een voorstel aan waarin de rendementen van het ontwerp en de begeleiding, de meetbare resultaten, omschreven staan.
Regel 16:
 
==Methode==
Doorgaans worden docentprofessionalisering en onderwijsontwikkeling binnen de onderwijspraktijk strikt van elkaar gescheiden. Bij de ontwikkeling en implementatie van nieuwe onderwijsvormen werken interne werkgroepen of projectgroepen aan de vernieuwing binnen hun eigen organisatie. In veel gevallen is er dan sprake van een onderwijskundige herverkaveling, waarbij zelden radicaal vernieuwende ideeën worden geïntroduceerd. Bovendien blijven bij onderwijsvernieuwingen individuele wensen en talenten dikwijls buiten schot. Ook de professionalisering van leerkrachten en docenten wordt bijna altijd top-down door de strategische top van de organisatie bepaald. Trainingen zijn gestandaardiseerd en houden geen rekening met de uniciteit van het individu. De werkwijze van een onderwijsarchitect doet juist aan genoemde zaken recht.
 
==Analyse==
Regel 22:
 
==Functioneel ontwerp==
De vraag hoe de gegevens uit de informatieanalyse dienen te worden gehanteerd wordt beantwoord in het functionele ontwerp. De onderwijsarchitect beschrijft in functionele bewoordingen hoe hij te werk gaat om de wensen uit de informatieanalyse te realiseren. Aan bod komen het ontwerptype, ontwerptechnieken, -methoden en elementen, leerdoelen, leeractiviteiten, leerprocessen, didactische werkvormen, taken en opdrachten, gebruik van ICT als middel of doel. Dit betekent dat hij vanuit de doelstellingen deze ingrediënten dient af te leiden. Niet alleen de keuze zelf, maar ook het waarom van de keuze, - in relatie met de gegevens uit de informatieanalyse, - is van belang.
 
==Detailontwerp==
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.