Engelse literatuur/Oudengels: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jules (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Jules (overleg | bijdragen)
links
Regel 2:
[[Bestand:Beowulf.firstpage.jpeg|left|thumb|Eerste pagina uit ''Beowulf'']]
 
In de vroege Britse cultuur was de orale traditie nog zeer sterk en de meeste werken werden geschreven om opgevoerd te worden. Epische gedichten waren dus heel populair en vele ervan, [[Engelse literatuur/w:Beowulf|Beowulf]] inbegrepen, zijn tot op heden bewaard in het rijke corpus van de Angelsaksische literatuur, nauw verwant aan de Noorse en vooral IJslandse literatuur. Heel wat van de Angelsaksische verzen in de voorhanden manuscripten zijn waarschijnlijk een "mildere" adaptatie van oudere Viking- en Germaanse oorlogsverzen van het Europese vasteland. Toen deze poëzie Engeland bereikte, gebeurde dat nog steeds door middel van mondelinge overlevering, van generatie op generatie. Het uitbundig gebruik van alliteratie en herhalen van medeklinkers was een techniek, bedoeld om de verzen beter te memoriseren. Deze rijmen zijn een kenmerk van Germaanse talen en onderscheiden zich van het in Romaanse talen gebruikelijke eindrijm en benadrukken van klinkers.
 
De eerste in Oudengels opgeschreven teksten verschenen in de middeleeuwen. De oudste ons overgeleverde tekst is het enkele regels tellende [[Engelse literatuur/w:Cædmon's Hymn|Cædmon's Hymn]] (ca. 670). In deze eerste in het Engels bekende lofzang wordt verteld hoe Caedmon, een leek die op het landgoed van een klooster in Whitby in Northumbria werkt, de stem van God hoort. De monniken van Whitby bewaarden het werk. Christelijke monniken en nonnen waren namelijk de bewaarders van de (Engelse) cultuur in die tijd, want zij waren feitelijk de enigen die konden lezen en schrijven. Hoewel er ook hymnen in het Latijn bestonden, is het gros van wat zij bewaarden geschreven in het Oudengels, de taal van Angelen, Saksen en Juten. Kenmerkend is dat'' Caedmon's Hymn'' en andere Oudengelse teksten zoals Deor ''(Deor's Lament)'' en ''The Seafarer'' in de eerste persoon verteld zijn, en dat het telkens om belevenissen van gewone mensen gaat. ''The Seafarer'' en ''The Wanderer'' zijn samen met andere Oudengelse teksten bewaard in het Exeter Book (einde 10e eeuw), een manuscript dat uitsluitend poëzie bevat en nog steeds bewaard wordt in de bibliotheek van de Exeter-kathedraal in [[w:Devon|Devon]].
 
Mogelijk de meest 'christelijke tekst' in het Oudengels is [[Engelse literatuur/w:The Dream of the Rood|The Dream of the Rood]], ''De Droom van het Kruis'' (ca. 700), een bijzonder visueel geschreven tekst met tal van verwijzingen naar Latijnse hymnen en liturgie waarin plezier en lijden, licht en donker, en aardse werkelijkheid met de zegen van de hemel tegenover elkaar worden geplaatst.
 
Oudengelse poëzie kenmerkte zich, behalve door alliteratie, door een opvallend gebruik van tropen, figuurlijke beschrijvingen waaruit de toehoorder zelf de letterlijke betekenis moest afleiden. Zo betekende 'banhus' (bone house) 'menselijk lichaam', en 'hronrad' (whale road) 'de zee'. De gedichten waren meestal kort. Beowulf vormt een uitzondering en is het enige bekende lange epische gedicht. Ook de taalrijkdom valt op: zo zijn er voor vaak gebruikte woorden als ''strijd, koning, strijder, paard, schip, zee'' enzovoort talrijke alternatieven. Beowulf bevat ook meer dan 1000 van de hogergenoemde samenstellingen ('kennings') die mee het ritme van de versregels bepaalden.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.