Chemie Centraal/Stoffen, structuur en binding: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nijdam (overleg | bijdragen)
Nijdam (overleg | bijdragen)
Regel 55:
 
===Atoommodellen===
In de loop der tijd heeft men verscheidene pogingen om de bouw van materie aan de hand van modellen over de bouw van atomen.
 
====Atoommodel van Dalton====
Regel 62 ⟶ 63:
#Bij het ontstaan van nieuwe stoffen verandert alleen de manier waarop atomen met elkaar verbonden zijn; de atomen zelf veranderen niet.
 
Dit model konbleek niet worden gehoudenhoudbaar, omdat bleek dat atomen wel degelijk deelbaar waren. Dit werd ontdekt door Joseph John Thomson, die een eigen model opstelde.
 
====Atoommodel van Thomson====
Het atoommodel van Thomson zegt dat een atoom bestaat uit een bol met een positieve lading, die uniform over de bol verdeeld is. De elektronen zijn verdeeld over de bol, maar op zo'n manier dat ze zo ver mogelijk van elkaar staan. Thomson ontdekte dat bij verwarming van een stuk metaal elektronen vrij kwamen. Dit kon hij aantonen doordat hij een elektrische stroom had gemeten. Hiermee haalde hij het atoommodel van Dalton onderuit. Uit de ontdekking van negatieve lading, moest geconcludeerd worden dat er ook positieve leiding in het atoom moest zijn. Maar ook dit model bleek niet overeenkomstig de waarheidwerkelijkheid te zijn, wat werd aangetoond werd door Rutherford. Thomson kreeg toch de Nobelprijs voor Natuurkunde vanwege de ontdekking van elektronen.
 
====Atoommodel van Rutherford====
Regel 74 ⟶ 75:
Rutherford gebruikte in de jaren 20 van de 20e eeuw radioactieve straling om het atoom te onderzoeken. Hij richtte een straal van alfadeeltjes, dat zijn heliumkernen, op een dunne goudfolie en stelde vast dat een groot deel (99,99%) van de alfadeeltjes de goudfolie ongehinderd kon passeren. Een zeer klein deel (0,01%) echter werd afgebogen onder een hoek of zelfs volledig teruggekaatst. Rutherford concludeerde hieruit dat het atoom een kleine, massieve kern moest bevatten.
 
Het model van Rutherford klopte uiteindelijk ook niet. Dit komtis omdat elektronen, die cirkelen rondom de kern cirkelen, hun (kinetische) energie omzetten in straling. Door het verlies van energie zal het elektron langzamer worden en terugvallen op de kern. Een atoom is dus niet stabiel. We weten echter dat dit niet gebeurt, dus er moet een andere verklaring voor worden gevonden. Niels Bohr kwam met een verbetering van het model van Rutherford.
 
====Atoommodel van Bohr====
Volgens het atoommodel van Bohr houden de elektronen van een atoom zich op in een aantal ''schillen'' rondom de kern, dieen zenden daarin geen straling uit. De schillen hebben verschillende energieniveaus, ende elektronen in een verschillendschil hebben alle dezelfde energie die hoort bij het niveau van de schil. Hoe veerder de schil van de kern ligt, hoe hoger het energieniveau hebbenis. Elke schil kan een beperkt aantal elektronen bevatten. De elektronen van een stabiel atoom zitten in de schillen met de laagst mogelijke energieenergieniveaus.
 
Schillen worden volgens toenemende afstand tot de kern voorgesteld door: K, L, M, N, O, P en Q. Het rangnummer wordt het schilnummer 'n' genoemd. Een schil met rangnummer <math>n</math> kan maximaal <math>2n^2</math> elektronen bevatten, zoals aangegeven in de volgende tabel (deze regel is geldig van n=1 tot en met n=4, n=5,6,7 heeft maximaal 32 elektronen):
Regel 101 ⟶ 102:
 
[[Image:Electron shell 056 Barium.svg|thumb|Elektronenverdeling van Barium]]
Bijvoorbeeld,Zo heeft een natriumatoom heeft elf elektronen. In de stabiele toestand zitten er dus bij natrium 2 elektronen in de K-schil, 8 in de L-schil en het laatste elektron zit in de M-schil. Een bariumatoom heeft 56 elektronen. In de stabiele toestand zitten er bij barium 2 elektronen in de K-schil, 8 in de L-schil, 18 in de M-schil, 18 in de N-schil, 8 in de O-schil en 2 in de P-Schil.
 
Als er energie aan een atoom wordt toegevoegd, bijvoorbeeld doordat de stof verhit wordt, kunnen er elektronen naar een hogere energietoestand gaan. Dit heet een ''aangeslagen toestand''. Het overgaan naar een hogere energietoestand heet ''excitatie''. Het atoom is dan niet meer in de stabiele toestand.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.