Programmeren in REXX/RexxUtil: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Toevoegen van functies |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 129:
* Windows foutberichten niet op het scherm verschijnen, we kunnen er dus zelf één produceren dat duidelijker of vriendelijker kan zijn voor de gebruiker.
We tonen de verschillen bij de eerstvolgende functie '''SysFileDelete'''
==SysFileDelete -
'''SysFileDelete'''(bestandsnaam)
We mogen geen "wildcards" gebruiken, dus geen *.jpg bijvoorbeeld.
Regel 162:
We herhalen nogmaals de uiterst belangrijke regel die we in [[Programmeren in REXX/SysteemCmds#Van levensbelang]] hebben aangehaald ! '''Codeer alles wat niet variabel is als constante, dus tussen aanhalingstekens.'''
==SysFileCopy -
'''SysFileCopy'''(bronbestand,doelpad)
Er mogen geen "wildcards" gebruikt worden (bv. *.jpg). Als alles goed gaat hebben we een returncode 0, bij een fout geeft de functie een returncode 2.
Bijvoorbeeld:
call SysFileCopy "c:\temp\myfile.txt","d:\myfolder"
==SysFileMove -
'''SysFileMove'''(bronbestand,doelpad)
Zelfde opmerkingen als voor '''SysFileCopy'''. Nu wordt het bestand van de oorspronkelijke plaats weggenomen nadat het kopiëren naar de nieuwe plaats is gelukt.
==SysIsFile - bestaat
'''SysIsFile'''(bestandsnaam)
Deze functie geeft 0 als het bestand niet bestaat, en 1 als het wel bestaat. De ''bestandsnaam'' mag geen "wildcards" ofte jokertekens bevatten.
Regel 177:
if SysIsFile("MijnBestand.txt") then say "Het bestand bestaat !"
else say "Het bestand bestaat niet."
==SysIsFileDirectory - bestaat
'''SysIsFileDirectory'''(mapnaam)
Is vergelijkbaar met SysIsFile, en antwoord dus 0 als de map niet bestaat, 1 als ze wel bestaat. We mogen ook geen jokertekens gebruiken.
Regel 318:
Dit
is
==SysStemDelete - elementen
'''SysStemDelete'''(stem,start[,aantal])
Deze functie elimineert één element, of een ''aantal'' elementen van de ''stem'' vanaf index ''start''.
Regel 368:
*'''6''' YES knop;
*'''7''' NO knop;
==SysDumpVariables -
'''SysDumpVariables'''([doel])
Deze functie schrijft alle variabelen binnen het huidig bereik, met hun waarde naar STDOUT (het scherm), of het bestand dat als ''doel'' is opgegeven. Het bestand wordt aangevuld (append).
|