Manifest van de angst: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
CommonsDelinker (overleg | bijdragen)
k Afbeelding:Fernand_Braudel.jpg op Commons is verwijderd door Túrelio (Copyright violation: http://3.bp.blogspot.com/_VseO2IX-IUc/TOWlj_m62yI/AAAAAAAADOo/r1P0HeQnKdk...
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 79:
 
[[Bestand:Arno Breker, Prometheus(1934).jpg |thumb|right|250px| Bij de toebedeling van de gaven, de overlevingsinstincten en verdedigingsmiddelen door de Griekse goden was de mens er bekaaid afgekomen. [[Prometheus]] stal het vuur bij de Olympische goden en schonk het aan de mensen, die ermee metaal bewerkten en een technische beschaving te ontwikkelen. Prometheus wordt geassocieerd met techniek. Hij wordt voorgesteld als een leraar en uitvinder, die de mensen respect bijbrengt en hen vooruit leert zien: zijn naam is 'de vooruitdenkende'. Prometheus werd door [[Zeus]], de oppergod, gestraft. De nemesis of de 'wrekende gerechtigheid' kluisterde hem aan de berg Kaukasus waar een adelaar elke dag zijn lever opat. Elke nacht groeide de lever weer aan. De nemesis had voor eeuwig moeten duren maar [[Herakles]] bevrijdde hem tijdens zijn 11e werk. De vuurdomesticatie kent een lange voorgeschiedenis: 1. fysiek is het het rechtop lopen een voorwaarde, want men moest zijn handen vrij hebben op het vuur te dragen, 2. mentaal was het vermogen om vooruit te denken van belang zodat er altijd brandstof was en 3. sociaal gezien bracht het vuur mensen samen en en het bracht een leerproces op gang.<ref>GOUDSBLOMJ. ''Het regime van de tijd.'' Meulenhof, Amsterdam, 1997, p. 58.</ref>]]
 
== De wereld een tovertuin ==
=== En vuur is een [[Toverstaf|toverstokje]] ===
{{Cquote|Ik weet zeker dat ze me kippen leerde slachten of me opdroeg het lijk van het meisje te helpen wassen om me erop te wijzen dat een mens niet eeuwig aan de poort van de eindeloosheid en haar stralende panorama’s kan blijven dralen.|Terugblik op een kindertijd [[1914]].<ref>[[Erwin Mortier|MORTIER ERWIN]]. ''Godenslaap.'' De Bezig Bij, Amsterdam, 2009, p. 212.</ref>}}
 
Achttien zijn ze. Een aula vol, ergens begin oktober. Onwennig, net als het weer. “Wie in deze klas kan een kip slachten?” “Een konijn vellen?” “Wie zag dode mensen?” “Lijken?” “Kadavers?” “Wie maakte ooit een geboorte mee?” Bij de vragen waarmee hij de les opent, laat hij de studenten handen opsteken. Ze vinden de vragen even fascinerend als schokkend en raken er even het noorden bij kwijt. De eenentwintig-eeuwse rationele Westerling die ongeveer één derde van zijn leven op schoolbanken plaatsneemt en studeert onder [[kunstlicht]], via [[internet]] en [[satelliet]]beelden op pc-schermen, logische verklaringen gebruikt, sociologische modellen en fysische wetten bestudeert in een [[globalisering|globaliserende]] airco- en netwerkomgeving, heeft weinig benul hoe het leven is in de oude, [[Agrarische samenleving|agrarische wereld]], die drijft op het ritme van dagen en nachten, weken, maanden en seizoenen, een wereld waar de natuurelementen zowel een kansen als een bedreigingen zijn, een wereld waar de natuurelementen een constante bedreiging vormen.
 
Vergeet de ''[[Bright lights, big city]]'' en de [[Donald Fagen]]-(j)achtige [[The Matrix|matrixwereld]] van het [[lesrooster]], het uurrooster, het arbeidsschema, de vertrek- en aankomsttijden van treinen en metro’s en probeer deze historische inleefoefening. En keer terug naar een wereld waarin de vuurvaardige, taalgebruikende, vooruit denkende en samenwerkende mens zich onderscheidt van zijn naasten, de dieren die overleven op drie elementen: water, lucht en aarde. Als die eeuwenoude soortgenoten het vierde element leren beheersen, komt de evolutie op kruissnelheid: de voedselbereiding, het ontginnen van gronden, dieren op afstand houden… behalve de toegenomen veiligheid creëert de [[Vuur|vuurdomesticatie]] het sociale en het culturele leven. Vuur brengt mensen bij elkaar en is aldus sociaal. Het zet mensen aan om de vuurvaardigheid door te gegeven. En dat is cultuur. Bij de jacht op [[Mammoeten]] en [[Holenbeer|Holenberen]] gebruikt hij werpwapens, verplaatst hij vuur, leeft hij in groep, hij denkt vooruit en communiceert.
 
Hier, in dit vroege [[paleolithicum]] is de [[jager-verzamelaar]] een meesterlijk [[roofdier]] die het biologisch evenwicht in zijn omgeving niet verstoort. Geleidelijk aan verandert dat tot de mens diepgaand de omgeving beheerst. De toenemende beheersing van het vuur en de technologie, en de beheersing van de planten- en dierenwereld, verhoogt de menselijke afhankelijkheid en kwetsbaarheid. Die kwetsbaarheid zal hij angstvallig verborgen houden, want de vuur- en dierafhankelijkheid zijn de achillespees van de (huidige) samenleving.<ref>Wie vuur zegt, denkt aan gezelligheid of aan natuurrampen. [[Kerncentrale|Kerncentrales]], de [[Elektriciteitscentrale|elektriciteitsdistributie]] en hun afgeleiden blijven buiten beeld. Wie aan dieren denkt, denkt aan huisdieren of exotische beesten. Veefokkerijen, kippenkwekerijen en de [[Abattoir|abattoirs]] blijven buiten beeld, tenzij bij een [[gekke koeienziekte]] die een [[morele paniek]] oproept. Dat de [[veeteelt]] veertig procent meer bijdraagt aan het [[broeikaseffect]] dan de transportsector en de hoofdoorzaak is van de [[klimaatverandering]] blijft netjes buiten beeld.</ref>
 
[[Bestand:Thomas Robert Malthus.jpg|thumb|right|250px|In [[1798]] publiceerde [[Thomas Malthus]] zijn ''Essay over het Principe van Bevolking'' waarin hij de [[demografische transitie]] beschrijft en voorspelde dat de bevolkingsgroei de voedseltoelevering zou overtreffen. Hij baseerde zich op het idee dat de bevolking meetkundig stijgt (2x2x2x2) terwijl de voedselproductie rekenkundig (2+2+2+2) groeit in dezelfde tijdspanne. De daling van de hoeveelheid voedsel per persoon leidt tot een catastrofe. Volgens Malthus kan zelfbedwang, [[contraceptie]] en [[abortus]] de [[catastrofe]] vermijden.]]
 
=== Waarom priesters voor krijgers komen ===
{{Cquote|De religie is de zucht van de in benauwenis verkerende creatuur, het gemoed van een harteloze wereld, zoals zij de geest van de geestloze toestanden is. [[Opium van het volk|Zij is de opium van het volk.]]|[[Karl Marx]]}}
 
De [[neolithische revolutie]], een begrip van [[Vere Gordon Childe]], duidt de overgang van het nomadische naar het sedentaire bestaan aan, waarbij de economie zich vooral baseert op landbouw en veeteelt. 11.000 jaar terug dwingt de [[klimaatsverandering]] het kudderoofdier mens tot aanpassing. De opwarming verandert [[fauna]] en [[flora]] en het laat niet langer de jacht die de wijfjesdieren spaart toe. Integendeel. De overbejaging leidt tot het uitsterven van de [[Mammoet]] of het wegtrekken van diersoorten. [[Rendieren]] trekken noordwaarts, gevolgd door mensengroepen. Daar, in Noord-Europa, Azië en Amerika houden ze vast aan die traditionele jacht en visvangst, tot ook de recente klimaatcrisis hen als slachtoffer treft. Andere groepen passen zich aan. De petieterige, snelle prooien in een gematigd en bosrijk klimaat vragen een andere [[jacht]]: de mens organiseert zich in kleinere eenheden, verbetert zijn [[Pijl|pijl]] en [[Boog (wapen)|boog]] en domesticeert de [[wolf]] als voorganger van de [[hond]]. Maar de jacht volstaat niet langer om te overleven.
 
In deze context opent de vroeg antieke wereld haar dorpspoorten. De [[parochie]] en het [[gehucht]], plaatsen zich midden in de wilde natuur als landbouwgemeenschappen. Waarschijnlijk ontstaan de eerste dorpen nabij gebieden met wilde granen.<ref>Wilde granen hebben een vergelijkbare plantdichtheid als hun gecultiveerde variant en zijn rijker aan proteïnen. In West-Azië en Europa gaat het om graan, in Afrika is dit sorghum, in Amerika maïs, in Azië rijst.</ref> Gewassen verbouwen gebeurt niet instinctmatig. Het is een langzaam leren op het ritme van [[seizoenen]] en jaren, en dat in een tijd zonder jaartelling. Die tijdsbepaling is aanvankelijk niets anders dan zich herhalende ervaringen, gemeten met de zon, de maan en de sterren die uiteindelijk tot een [[kalender]] leiden. De kennis behoort toe tot getalenteerde groep met een goed waarnemingsvermogen en enkel hun geheugen als kennisdrager. Die groep groeit uit tot de [[Priester|priesterkaste]]. In oorsprong zijn ‘[[Hiërarchie|hiërarchie’]] en ‘priesterbestuur’ synoniemen. Als centrale figuren interesseren ze zich in hoe planten, dieren én mensen het best gedijen. De oogst is afhankelijk van de natuur (onbeïnvloedbaar, maar in rekening te brengen) en de arbeidscultuur (beïnvloedbaar). Priesterfiguren hebben dit inzicht en pogen de natuurlijke en menselijke gevaren te beheersen. Hun kennis en inzicht focust op ziektes bij planten en dieren, hoe ze te voorkomen of ze te genezen, ze leren periodes van droogte of regen voorspellen, ‘wijzen’ parasieten en onkruid aan en leggen uit hoe het te verdelgen. Ze instrueren, beïnvloeden en dwingen mensen om de pijnlijke gevolgen van het fout zaaien of het te vroeg oogsten, het slecht bewaren of het fout verdelen, te vermijden. En dan is er de mens als gevaar: nalatigheid, luiheid, gulzigheid en hebzucht. Hoe zet je iedereen aan het werk? Hoe voorkom je dat de gulzige na de oogst niets overlaat? Collectieve [[rituelen]] starten en beëindigen de gulzigheid: een oogstfeest in het najaar, het [[vasten]] in het voorjaar (als de voorraden bijna op zijn), een [[paasfeest]] bij de geboorte van de jonge malse lammeren… Ook het verbod op schaars voedsel (runderen in het [[Hindoeïsme]], varkens in het [[Jodendom]] en de [[Islam]]) is in deze context te kaderen. Godsdienstige rituelen hebben aldus een disciplinerende functie en maken de agrarische samenleving tot een regime over planten, dieren én mensen.<ref>De offerande vindt zijn oorsprong in het feit dat priesters voor hun voedsel en inkomsten afhankelijk van de gelovigen. Het offer verdwijnt in de magen van de priesters.</ref>
 
=== Een kwetsbaar en noest bestaan ===
{{Cquote|En gij zult niet begeeren uws naasten vrouw, en zult u niet laten gelusten uws naastens huis, noch zijnen dienstknecht noch zijne dienstmaagd, zijnen os noch zijnen ezel, noch iets dat uws naasten is.|Decaloog.}}
 
In West-Europa ontstaat vanaf de [[negende eeuw]] (na de [[volksverhuizingen]]) een [[Sedentaire revolutie|sedentaire landbouw]]. Sociaal-religieus gedrag zoals vlijt, zuinigheid en gemeenschapszin garanderen de voedselproductie, de conservering en de consumptie. De opgedreven graan- en vleesproductie (via domesticatie) resulteren in:
# een dieetvariatie (zuivel, fruit, groenten)<ref>In een eerste fase is er een dieetreductie. Voedselverzamelaars hebben een menukaart met ingrediënten van 150 planten en zes dieren. Boeren moeten het doen met acht planten en twee dieren en bovendien is de voedingswaarde van graan lager dan die van fruit, knollen, noten of vlees.</ref>
# een textielvariatie (wol, linnen, katoen)
# de ontwikkeling van [[keramiek]] (bewaar- en kookpotten)
# specialisaties (weven, pottenbakken, boeren, jagen)
# handel (door het zoutarme dieet)
# eigendom (land, vee, huis en werkgerief) en armoede
 
Deze gemeenschappen zijn arbeidsintensiever én kwetsbaarder dan [[Nomade|nomadische gemeenschappen]]. Om te overleven in schaarste, overtreft het productieniveau de directe behoefte. Dit vraag een systeem van opslag, bewaring en verdeling. Het voedseltoename veroorzaakt een [[Demografie|bevolkingsstijging]] en een samenleving die nog kwetsbaarder is dan voorheen, de zogenaamde [[Malthusiaanse spanning]]. Wie getroffen is door een misoogst zoekt zijn toevlucht tot individuele of collectieve [[bedelarij]], [[plundering]], [[Diefstal|dieverij]] of [[Bandiet|banditisme]]. Aanvankelijk, als de eerste sedentaire gemeenschappen ontstaan, zijn er niet veel kapers op de kust: er is weinig te plunderen en er zijn weinig gemeenschappen. Dat maakt het aannemelijk dat de priesters voor de krijgers komen.<ref>[[Joop Goudsblom|Goudsblom J.]] ''Het regime van de tijd.'' Meulenhoff, Amsterdam, 1997.</ref> Bovendien speelt religie een rol in de prille eigendomsverhoudingen. Het [[Tien geboden|tiende gebod]] van de [[decaloog]] inventariseert het vroege bezit en hoe er mee om te gaan: ‘En gij zult niet begeeren uws naasten vrouw, en zult u niet laten gelusten uws naastens huis, noch zijnen dienstknecht noch zijne dienstmaagd, zijnen os noch zijnen ezel, noch iets dat uws naasten is.’ De plicht de buren in het oog te houden, helpt hierbij. ‘Geen zedenmeester zo effectief als de mening van de buren’ schrijft een predikant.<ref>[[Joop Goudsblom|Goudsblom J.]] ''Het regime van de tijd.'' Meulenhoff, Amsterdam, 1997, p. 187.</ref> In die tijd is er weinig plaats voor [[privacy]] overdag: mensen leven dicht op elkaar. Privacy behoort toe aan de nacht.
 
<timeline>
ImageSize = width:800 height:100
PlotArea = width:720 height:45 left:65 bottom:20
AlignBars = justify
 
Colors =
id:time value:rgb(0.7,0.7,1) #
id:period value:rgb(1,0.7,0.5) #
id:span value:rgb(0.9,0.8,0.5) #
id:age value:rgb(0.95,0.85,0.5) #
id:era value:rgb(1,0.85,0.5) #
id:eon value:rgb(1,0.85,0.7) #
id:filler value:gray(0.8) # background bar
id:black value:black
 
Period = from:400 till:1600
TimeAxis = orientation:horizontal
ScaleMajor = unit:year increment:100 start:400
ScaleMinor = unit:year increment:10 start:400
 
PlotData =
align:center textcolor:black fontsize:8 mark:(line, black) width:15 shift:(0,-3)
 
bar:Europe color:era
from: 476 till: 1000 text:[[Vroege Middeleeuwen]]
from: 1000 till: 1300 text:[[Hoge Middeleeuwen]]
from: 1300 till: 1453 text:[[Late Middeleeuwen]]
bar:&nbsp; color:age
from: 1400 till: 1600 text:[[Renaissance]]
</timeline>
 
 
[[Bestand:Great Fire London.jpg|thumb|left|250px|In de vroege morgen ergens begin september [[1666]] brandt een Londense bakkerij uit. Het wordt één van de ergste vuren in de geschiedenis, beschreven als ‘[[De grote brand van Londen|The Great Fire]].’ Tien dagen lang zou het [[hellevuur]] in [[Londen]] in dit symbolische jaar branden.]]
 
[[Bestand:Franks expansion.gif|thumb|250px|De ontwikkeling van het Frankische Rijk van 481 tot 870. De veroveringen van [[Karel de Grote]] waren zo gigantisch dat men meende dat hij het [[West-Romeinse Rijk]] in ere had hersteld. De kroning van Karel de Grote tot Keizer door de Paus in 800 zou het rijk niet bij elkaar houden. De Frankische traditie om het rijk op te delen tussen de koningszonen maakte dat het rijk maar voor even was verenigd. Het rijk werd aanvankelijk in stand gehouden door lucratieve oorlogen en plunderingen, maar de gebiedsuitbreidingen maakte verdere plundertochten onmogelijk en nam de loyaliteit van de adel weg. Na de dood van Karel de Grote in 814 zou het rijk uiteenvallen in drie koninkrijken met diverse [[feodale]] staatjes.]]
 
[[Bestand:Steuben - Bataille de Poitiers.png|thumb|250px|Carl von Steuben (1788–1856) schildert de [[Slag bij Poitiers (732)|Slag bij Poitiers]] in 1837. Hier zou de stijgbeugel "uitgevonden" zijn, in oktober [[732]]. Frankische krijgers te paard ondervonden dat ze vaster in het zadel zaten en ongemoeid met hun zware bijlen en tweesnijdende zwaarden konden rondzwaaien, zonder hun evenwicht te verliezen. Met hun haaksperen drukten ze de Moorse schilden weg zonder van hun paard te vallen. Het schilderij hangt tegenwoordig in [[Versailles (paleis)|Versailles]].]]
 
=== Angst voor het duister: ‘A good darkie’ ===
{{Cquote|De eerste persoon die ik ontmoet, zal sterven of zijn geld afgeven, want de nachten zijn nu duister; en ik ben vastbesloten dat voordeel te benutten.|Philip Thomas}}
{{Cquote|De goede mensen houden van de dag, de slechte van de nacht.|Frans spreekwoord.}}
 
In deze agrarische, onzekere en gewelddadige wereld heeft de mens nauwelijks greep op de dingen en is er een radikale scheiding tussen dag en nacht. Heggen, hekken en bomen - natuurlijke oriëntatiepunten - leiden in de nacht een eigen leven. Mensen en meubels zien er anders uit. Honden en wolven lijken op elkaar en [[Nachtwakersstaat|Nachtwakers]] roepen op hun ronde om het uur hun nachtspreuken. Niet dat elke cultuur nachtangst heeft, [[Vikingen]] houden van nachtelijke aanvallen, maar de Westerse afkeer van het donker wordt pas weggenomen met het [[rationalisme]] van de [[17de eeuw]], de [[Verlichting (stroming)|verlichting]] in [[18de eeuw]], de professionele [[politie]] in de [[19de eeuw]]) en het [[elektrisch licht]] in de [[20ste eeuw]].<ref>EKIRCH R. ''Nacht en ontij. Een geschiedenis van het duister.'' De Bezige Bij, Amsterdam, 2006. </ref> In dit vroege magische en symbolische tijdvak houdt de controle van het centrale gezag immers op als de schaduwen langer worden en de zon onder de horizon zinkt. Geestelijke en seculiere functionarissen stoppen dan hun arbeid. Het kerkelijke en statelijke toezicht is in de nachtelijke duisternis buiten werking. Uilen klapwieken als voorbode van de [[dood]] over bos en akker, scheren langs [[stadswallen]] en door dorpsstegen. Ze krijsen als samenzweerders en jagen muizen en mensen de daver op het lijf. De nacht valt niet, hij overvalt. Hij berooft de reiziger van het zintuig waar hij het meest beroep op doet.
 
De [[avondklok]] kondigt het sluiten van de poorten aan. Het woord [[clochard|'clochard']] kent er zijn oorsprong: wie geen onderdak meer vind. Grendels en [[Slot (sluiting)|sloten]] schuiven dicht. Kaarsen flakkeren en spetteren, roken en stinken in kleine halfduistere binnenkamers. [[Brand]] ligt op de loer en wapens binnen handbereik. Voor de biddende en slapende massa begint de kwelling. De onvermijdelijke angst is een overlevingsstrijd: de boer biedt het hoofd aan dieven, soldaten en bestrijdt het onbekende met hardhandig en verbaal geweld. Wapendracht (messen, spiesen, bogen, zwaarden), [[vreemdelingenhaat]] (of is het dorpspatriottisme?) en schunnig taalgebruik, magie en toverij maken evenveel deel uit van het dagelijks leven als water en brood, de vuiligheid en de stank. Voor spoken, heksen en demonen, voor indringers, dieven en struikrovers, voor plunderaars, kinderlokkers en moordenaars begint ‘a good darkie’, de ideale nacht om te roven, te bezweren en te stelen, om de [[sabbat]] te vieren of te moorden. In deze magische, agrarische, onzekere, gewelddadige en symbolische wereld heeft de mens nauwelijks greep op de dingen en zeker niet op 'de tijd'. In de middeleeuwen is er geen klok die de tijd ‘minutieus’ indeelt, er is enkel het gebed: de [[Metten (gebed)|metten]] rond middernacht, het [[Lof_(plechtigheid)|lof]] om drie uur 's morgens, de [[Metten (gebed)|metten]] bij het ochtendgloren, de [[Vespers|vespers]] om zes uur ’s avonds en de [[Completen|completen]] tegen bedtijd. Het zijn de “getijden des daags” zoals de mediëvist [[Johan Huizinga]] het in zijn ‘[[Herfsttij der middeleeuwen]]’ uitdrukt. De zes weekdagen en een rustdag structureren het [[scheppingsverhaal]] en verklaren de weekcycli. Achter die indeling steekt ervaring en observatie van geleerde enkelingen waarvan de middeleeuwer de herkomst nauwelijks kent. De tijdsmeting en de geschiedenis baseren zich op de cyclus. Zon en sterren zijn de wijzers op het uurwerk van de natuur, ze wijzen naar kerkelijke sacramenten, jaarfeesten of heiligendagen. Daardoor heeft de middeleeuwse geschiedenis een praktische component. De geschiedenisstudie beperkt zich tot de lezende en schrijvende elite: adel, geestelijkheid en niet te vergeten de tovenaars of tovenaressen (het begrip heks is van latere oorsprong). Zij verzamelen kennis en beslissen op basis van hun ervaring en hun inzichten (die alleen bij te houden zijn door het geschreven woord) wanneer boeren bijvoorbeeld mogen zaaien of oogsten.
 
=== Angst voor armoede (1): Charitas ===
{{Cquote|You may say it is your misfortune to be criminal: I answer that it is your crime to be unfortunate.|[[Samuel Butler]] in Erewhon.}}
 
; Veiligheidsmechanismen
De arme wil ondanks zijn schaarste leven. Hij wendt zich tot de rijke die hij besteelt, bebedelt of als werkgever ziet. En de rijkaard heeft de arme nodig om zich te distantiëren, zijn voorsprong te tonen of omwille van zijn arbeidskracht in bepaalde seizoenen. Arm en rijk zijn [[Dialectiek|dialectisch]] verbonden. [[Nomaden]] kennen weinig surplus en zijn egalitairder dan sedentairen. Vrijgevigheid lost de armoede niet op. [[Bisschoppen]] die in de vroege middeleeuwen op pad gaan, houden met honden opdringerige armen van zich weg omdat ze er het leven zouden bij laten. In [[585]] verbiedt het [[Frankische Rijk|Frankische]] concilie van Mâcon het gebruik en maakt plaats voor een aanvaardbare surplusherverdeling: iedereen staat [[Tienden|een tiende]] van zijn inkomen aan de schatkist van de bisschop af. Een deel hiervan gaat naar de [[Armenhuis|armenhuizen]].
Armoede is driedubbel paradoxaal.
 
# Het verwijst het naar een tekort in een omgeving met overschot.
# Armen zijn inzetbaar als arbeider of gevaarlijk als rover, ze zijn bruikbaar én bedreigend.
# Armoede is evenveel het probleem van de arme als de rijke.
 
Om zich te beschermen, ontwikkelen de rijken twee veiligheidsmechanismen. Enerzijds zijn er regels voor het beschermen van grond, voorraden en gereedschap zoals [[eerbied]] en [[respect]], [[Predicaat|predicatie]] en vermaan, [[Enclosure|enclosure]] en uitsluiting, [[moord]] en [[doodslag]], [[Niet-aanvalsverdrag|niet-aanvalsverdragen]] en [[oorlog]]). Anderzijds is er de herverdeling van het surplus, zonder de productie- en bewaarregels te wijzigen. Om tot een redelijke herverdeling van het surplus te komen zijn er drie moeilijkheden te overwinnen:
 
# Hoe betrek je ''alle'' rijkaards?
# Hoe verdeel je de lasten evenwichtig?
# En, hoe zorg je dat de meerderheid de regels respecteert?
 
De collectieve actie resulteert in een arsenaal van vrijwillige en collectieve liefdadigheid onder toezicht van geestelijken. De christenplicht (of is het religieuze dwang?) vermijdt dat armen overgaan tot misdaad en zorgt voor een flexibel inzetbaar arbeidsreservoir. Het seizoen en de oogstomvang zijn variabelen. Wie armen is de winter laat sterven of hen wegstuurt, komt in de zaaitijd handen tekort. Verder is liefdadigheid een verzekering tegen eigen een potentiële eigen tegenslag en vermijdt het ziektes bij de armen. Zieke armen zijn een gevaar voor de gemeenschap.
Schommelende de voedselprijzen, een [[epidemie]], een misoogst of een oorlog verstoren het evenwicht tussen arm en rijk. Het dorp doet zijn voordeel met het verminderen van de charitas en het verstoten van armen.<ref>Kloosters of feodale hoven nemen soms armen op bij een ramp en verlichten zo de dorpslast zodat het evenwicht kan herstellen.</ref> De catastrofes tonen steeds opnieuw dat dorpen in hun lot verbonden zijn en evenwichtsoefeningen maken in het toelaten van de arbeidsreserve en het uitsluiten ervan.
 
; Interdependentie
[[Abraham de Swaan]] abstraheert een regio met gemeenschappen tot een model van twee dorpen. Die verdelen hun kost voor armoede en banditisme:
 
* Een bijdrage aan de armen kost 5 eenheden.
* Het banditisme toelaten kost 10 eenheden.
* De dorpsgrenzen bewaken kost 1 eenheid.
 
{| class="wikitable"
| Totale kost als || zij armen toelaten || zij armen uitsluiten
|-
| wij armen toelaten || Situatie 1: -5 + -5 || Situatie 4: -15 + -11
|-
| wij armen uitsluiten || Situatie 2: -1 + -5 || Situatie 3: -11 + - 11
|}
 
De getallen laten enkel minder en meer vergelijkingen toe.
 
; Situatie 1
Als wij en zij armen toelaten ontstaat een coöperatief evenwicht met een evenredige lastenverdeling over het gebied zoals bij de regel dat elke gemeente voor haar eigen armen zorgt. De zorg valt bovendien relatief goedkoop uit.
; Situatie 2
Als wij uitsluiten en zij toelaten is er eenzijdige afvalligheid. De som -1 + -5 = -6 is verleidelijk. Wij betalen de bewakingskosten, terwijl ‘zij’ bijdragen. Voorlopig althans. Als zij de samenwerking opgeven, komen we in
; Situatie 3
Als iedereen uitsluit, betaalt men bewaking én banditisme (verwoesting en plundering): 2 x (-10 + -1). Bovendien is die zo stabiel dat een terugkeer naar 1 onmogelijk is. Als één partij opnieuw toelaat, wordt zij overspoeld door armen met als resultaat
; Situatie 4
een onhoudbaar kostenplaatje: - 15 + -11.
 
Een [[centraal gezag]] over een interdependentiegebied kan een evenwichtige [[caritas]] realiseren. Bij de armenwetten in de [[zestiende eeuw]] beklemtoont de centrale overheid de verantwoordelijkheid van de lokale besturen en blijft armen uitwijzen een feit. In Engeland normeert de [http://en.wikipedia.org/wiki/Poor_Law Poor Law] van 1601 de ondersteuning van armen via een verplichte belasting waarbij mensen zonder bestaansmiddelen bijstand krijgen in hun woonplaats. Het zal tot de [[negentiende eeuw]] duren voor er een coherent nationaal armenbeleid komt, na de [http://en.wikipedia.org/wiki/Poor_Law New Poor Law] in [[1834]]. Voorlopig houden “tekortkomingen in de wet” de armen niet tegen in hun trek van gemeente naar gemeenten en hun pogingen om “zich te vestigen in die gemeenten met de grootste voorraden, de meeste gemeenschapsgrond of woeste grond om hutten te bouwen, en het meeste hout voor hen om te verbranden of te vernielen, en als ze het hebben opgebruikt, dan naar een andere gemeente, om ten slotte als schurken en vagebonden te eindigen…” <ref>TATE W.E. ''The English Village Community and the Enclosure Movements.'' Gollancz, London, 1967, geciteerd in DE SWAAN A. ''Zorg en de staat. Welzijn, onderwijs en gezondheidszorg in Europa en de Verenigde Staten in de nieuwe tijd.'' Bert Bakker, Amsterdam, 1996, p. 46.</ref> De staatsvorming zoals we die nu kennen, vangt aan in de [[renaissance]]. Het [[absolutisme]] groeit vanaf de [[vijftiende eeuw]] door de geleidelijke aanhechting, opslorping en reductie van diverse soevereine entiteiten zoals [[Stadstaat|stadstaatjes]], [[Graafschap (bezit)|graafschappen]], [[Hertogdom|hertogdommen]], [[heerlijkheden]]... De vorstelijke strijd tegen [[adel]] en kerk liquideert de verspreide soevereiniteitsrechten, centraliseert de [[Belasting (fiscaal)|belastingen]], verschaft prestige en het [[geweldmonopolie]]. Het beëindigt de “[[Natuurtoestand|natuurlijke toestand]]” die [[Thomas Hobbes]] beschrijft als “eenzaam, armoedig, afstotelijk, beestachtig en kort.”<ref>[[Hans Achterhuis|ACHTERHUIS HANS]]. ''Met alle geweld. Een filosofische zoektocht,'' Lemniscaat, Rotterdam, 2008, p. 159-160.</ref> Als absolute vorst plaatst hij zichzelf boven de wet, hij alleen heeft de macht wetten te maken, ze af te schaffen of er vrijstelling voor te verlenen via het [[Gratie|gratierecht]].
 
[[Bestand:Dendera Zodiac.jpg|thumb|left|250px| [[Dierenriem|Zodiac]] in de [[tempel]] in [[Dendera]], [[Egypte (land)|Egypte]].]]
 
[[Bestand:Lier Zimmertoren dial lossless crop.jpg|thumb|right|250px| Na de Middeleeuwen krijgt de mens steeds meer grip op de werkelijkheid én ja, zelfs het ongrijpbare, de tijd. De "Jubelklok" in de [[Zimmertoren]] met de [[klok (tijd)|klok]], [[maanfase|fasen van de maan]], de [[cyclus van Meton]], de [[epacta]] en de [[tijdsvereffening]], de [[Dierenriem|zodiac]], de [[zonnecyclus]] en de [[zondagsletter]], de [[week]], de [[globe]], de [[maand]]en, de [[Datum (dagtekening)|datum]], de [[seizoen]]en, de [[Getijde (waterbeweging)|getijden]] en de [[schijngestalten]] van de [[maan]].]]
 
== De keerzijde van de renaissance: een eeuw vol geweld ==
{{Cquote|Het leven had in menig opzicht nog de kleur van het sprookje.|[[Johan Huizinga]]}}
 
[[Bestand:Joos de Damhouder.jpg|thumb|right|250px|In de zestiende eeuw verschijnt in Europa een juridisch -theoretische consensus in de geschriften van [[Filips Wielant]] en Joost de Damhoudere en de steeds machtiger wordende Koninklijke justitie (maar daarom niet doeltreffender). De consensus is er één die men wenselijk acht en die men verfijnt. De praktijk is anders: recht en realiteit verschillen.]]
 
[[Bestand:Van Leeuwenhoek's microscopes by Henry Baker.jpg|thumb|left|250px|[[Antoni van Leeuwenhoek]] was landmeter, glasblazer en microbioloog bekend door zijn zelf gefabriceerde microscoop en zijn pionierswerk voor de celbiologie en de microbiologie.]]
[[Bestand:Hook micro.jpg|thumb|left|250px|[[Microscoop]] van [[Robert Hooke]]. Afbeelding uit Hooke's ''Micrographia'', Londen, 1664.]]
 
Die verstatelijking gaat gepaard met een fysieke, religieuze en wetenschappelijke verbreding van het wereldbeeld.<ref>Zie bijvoorbeeld: DASSEN P. ''De onttovering van de wereld. [[Max Weber]] en het probleem van de moderniteit in Duitsland, 1890-1920'', Van Oorschot, Amsterdam, 1999.</ref> In deze turbulente periode neemt de renaissancemens ruim de tijd om zich te bevrijden van de magische demonen die zijn leven eeuwenlang domineren. Die onttovering, om het met [[Max Weber (socioloog)|Weber]] te zeggen, is een bijzonder gewelddadig gebeuren die de Europeaan –van zwerver tot Keizer - door elkaar schudt met [[reconquista]] en [[conquistadores]], met [[reformatie]] en [[contrareformatie]], met [[Heksenvervolging|heksenwaan]] en [[slavernij]], vredevol ingeleid door de a-typische uitvinding van de [[boekdrukkunst]].<ref>Een geestelijke en fysieke verruiming van de horizon? 1. Nadat [[Maarten Luther]] zijn 95 stellingen in 1517 formuleert en aan de slotkerk in [[Wittenberg]] timmert als reactie op de aflaathandel breken [[Menno Simons]], [[Johannes Calvijn]] en [[Huldrych Zwingli]] met de dominante religie en verruimen de geestelijke horizon van de Europeaan. De strijd om de waarheid gaat in Vlaanderen gepaard met godsdiensttroebelen, het bloedig vervolgen van ketters en de [[Tachtigjarige Oorlog]] (1568-1648). 2. De [[ontdekkingsreizen]] zorgen voor een fysieke verbreding van de horizon. De continentale geschiedschrijving zou [[1492]] herleiden tot een toevalligheid, niettegenstaande het avontuur het gevolg is van een situatie (de bezetting van de specerijenroute door de [[Turken]]), een visie (de wil om een nieuwe route te vinden) en het project om rond Afrika te varen. ATTALI J. ''[[1492]].'' Schuyt & Co, Haarlem, 1992, pp. 109-110.</ref> [[Victor Hugo]] zou later het einde van de middeleeuwen prozaïsch omschrijven als de zon van de [[gotiek]] die ondergaat achter die enorme drukpers uit [[Mainz]].<ref>TUCHMAN B. ''De waanzinnige veertiende eeuw''. Agon, Amsterdam, 1990, pp. 661-662.</ref> De Europeanisering van de wereld en de globalisatie beginnen met een lange, turbulente [[zestiende eeuw]].<ref>Het begrip ‘de lange zestiende eeuw’ is afkomstig van Fernand Braudel. BRAUDEL F. ''De Middellandse zee. Het landschap en de mens,'' Contact, Antwerpen, 1992, 3 dln</ref> De eeuw is een laboratorium voor nieuwe ideeën en experimenten. Kennis verspreidt zich met een nooit geziene snelheid. Dat maakt de renaissancemens tot Renaissancemens, veelmeer dan de rinascità (wedergeboorte) van de kunsten en letteren sinds de ondergang van het [[Romeinse rijk]], zoals [[Giorgio Vasari]] het in [[1550]] bombastisch formuleert. De renaissancemens zet geen punt achter de [[middeleeuwen]]. Hij is erfelijk belast. Hij erft een gewelddadige middeleeuwse mentaliteit, hij erft een denkwijze die fundamenteel anders is en hij erft een even versnipperde als gecompliceerde strafrechtspleging. Heerlijke, geestelijke, stedelijke en dorpsrechtbanken ruziën over bevoegdheden en strafwijzen tot een juridisch -theoretische consensus verschijnt in de geschriften van [[Filips Wielant|Philips Wielant]] en Joost de Damhoudere en de machtiger wordende Koninklijke justitie, die daarom niet doeltreffender is. De consensus is er één die men wenselijk acht en verfijnt. De praktijk is anders: recht en realiteit verschillen.
 
=== Angst voor armoede (2): strafrechtspleging ===
De ijver voor een doelgerichte [[Strafrecht (België)|strafrechtspleging]] vindt zijn oorsprong bij de leidende minderheden. Hun angst voor verschoppelingen, [[Invalide|invaliden]], armen en [[Bedelaar|bedelaars]], ontwortelde plattelanders, gekken en [[ketters]], struikrovers en heksen zet hen aan tot hun criminalisering en marginalisering. In deze tijd is er geen politiemacht om de groeiende massa landlopers, rovers en bandieten op te sporen en te vernietigen. De prille ‘politie’, de provoost van de maarschalken jaagt op marginalen en vervolgt mensen zonder woonplaats, sluit ze op, ruimt ze uit de weg en stelt hun lichamen tentoon.<ref>De functie is niet nieuw, maar trekt zich los van de militaire politie. ‘Police’ valt niet samen met politie als ordehandhaving, het gaat om een regulerend en disciplinerend optreden op alle vlakken. Willem Schinkel en Robert Muchembled parafraseren [[Michel Foucault]]. SCHINKEL W. ''De nieuwe preventie. Actuariële archiefsystemen en de nieuwe technologie van de veiligheid.'' In: ''Krisis. Tijdschrift voor actuele filosofie,'' 2009, p. 9; MUCHEMBLED R. ''De uitvinding van de moderne mens. Collectief gedrag, zeden, gewoonten en gevoelswereld van de middeleeuwen tot de Franse Revolutie,'' Contact, Amsterdam, 1988, p. 129-131.</ref> Strenge straffen vragen weinig inspanning en hebben een groot afschrikkend effect:slot en grendel, verbanning, [[lijfstraffen]], publieke tuchtiging, blok, boeien, [[Galei (schip)|galeien]], [[galg]]. De kerkers die [[Francisco Goya]] schildert tonen de antipode van het [[panopticum]]: duister, onoverzichtelijk, een kronkelende mensenmassa van lijven die in elkaar overvloeien, moeilijk te bewaken. Ze tonen de macht in een [[agrarische samenleving]].
Tijdens het [[ancien regime]] vergroot de politiemacht maar bestaan er twee opvattingen van de openbare orde naast elkaar. Nieuw is dat de [[staat]] en de justitie willen [[misdaad]] vernietigen. Daartegenover staan de gemeenschappen die via het [[gewoonterecht]] kiezen voor conflictbeheersing. Stedelingen wennen snel aan de criminalisering van staat en justitie, in tegenstelling tot de plattelanders. Het nieuwe rechtstelsel botst met de traditie van de [[eigenrichting]] waarbij buitenstaanders pottenkijkers zijn. De criminalisering van geweld verloopt er langzaam, en het is wachten tot de [[achttiende eeuw]] voor de criminalisering van [[moord]] een feit is. Het vroegmoderne rechtsapparaat is niet altijd monstrueus. In [[1565]] wordt een boer in het Rijselse beschuldigd van [[vrijdenkerij]]. Zijn straf is opvoedkundig en conformeert de gestrafte aan de [[eredienst]] en [[Justitie|justitie]]. Hij leert hem denken “zoals het hoort.” Autoriteiten tolereren bepaalde gedragingen niet langer, terwijl de bevolking zich niet altijd bewust is van het ‘goede’ of het ‘slechte’ van haar gewoontes. De veroordelingen dienen een dubbel doel: de schuldige corrigeert zijn gedrag en het openbare karakter van het vonnis moraliseert de omstanders. En het werkt: generatie na generatie daalt het aantal voorhuwelijkse zwangerschappen en onwettige geboorten. De moralisering is vaker opvoedend dan bestraffend, tenzij het om [[ketterij]] of [[hekserij]] gaat. Dat hardnekkige magische geloof is moeilijker te verdelgen.<ref>MUCHEMBLED R. ''De uitvinding van de moderne mens. Collectief gedrag, zeden, gewoonten en gevoelswereld van de middeleeuwen tot de Franse Revolutie,'' Contact, Amsterdam, 1988, p.146-147.</ref>
 
=== Angst voor ‘wyven’ en 'toverie' ===
[[Bestand:Durer-de-vier-heksen.jpg|thumb|right|250px|Vier heksen van [[Durer]].]]
 
{{Cquote|Natuurlijke verschijnselen zoals de [[echo]], geschreeuw van [[trekvogels]], [[dwaallicht|dwaallichten]] of [[onweer]] doen naïevelingen geloven in [[spoken]],|[[Jan Wier]], [[zestiende eeuw]].}}
 
In de [[zeventiende eeuw]] – de eeuw van de fysica - geven [[Copernicus]], [[Galileo Galilei|Galilei]], [[Johannes Kepler|Kepler]] en van [[Anthonie van Leeuwenhoek|Leeuwenhoek]] het magische wereldbeeld de [[genadeslag]]. Op [[23 oktober]] [[1684]] wordt Martha van Wetteren verbrand in [[Belsele]]. Ze is 38 en heeft net een kind gebaard. Beschuldiging? [[Hekserij]]. Ze genas [[schapen]] van de [[pokken]], deed [[graan]] groeien en vond een gestolen koe terug. Voor zover we weten is dit de laatst verbrande heks in [[Vlaanderen]].<ref>Deze paragraaf is gebaseerd op VANHEMELRYCK F. ''Het gevecht met de duivel. Heksen in Vlaanderen,'' Davidsfonds, Leuven, 1999; GINZBURG C. ''De Benandanti. Hekserij en vruchtbaarheidsriten in de 16de en 17de eeuw,'' Bert Bakker, Amsterdam, 1986; ROOIJAKKERS G., DRESEN-COENDERS L. & GEERDES M. ''Duivelsbeelden. Een cultuurhistorische speurtocht door de lage landen'', Ambo, Baarn, 1994.</ref> In de meeste steden doven de brandstapels vroeger: in [[Brussel]] in [[1595]], in [[Antwerpen]] vond de laatste verbranding in [[1603]] plaats, in [[Leuven]] in [[1612]] en in [[Brugge]] in [[1634]]. [[Magie]] beïnvloedt de [[vruchtbaarheid]] bij planten, dieren en mensen via [[Crème (huidsmeersel)|schoonheidscrèmes]] en [[Seksualiteit|seksuele]] functies, magie helpt bij het genezen van planten, dieren en mensen, [[Toekomst|voorspelt de toekomst]] en poogt natuurelementen te beheersen. De hoeveelheid bronnen toont dat magie geen [[marginaal]] verschijnsel is, integendeel. De bevolking vindt de gebruiken normaal en gaat te rade bij de mannelijke en vrouwelijke magiërs. Een onderscheid tussen magie en [[wetenschap]], tussen [[geloof]] en [[bijgeloof]] is er nauwelijks. [[Wiskunde]], [[astrologie]] en [[handlezen]] vloeien tot de [[vijftiende eeuw]] probleemloos in elkaar over. [[Heksen]] of [[tovenaars]] en hun [[rituelen]] worden getolereerd. “Het leven had in menig opzicht nog de kleur van het sprookje” schrijft Huizinga.<ref>HUIZINGA J. ''Herfsttij der middeleeuwen. Studie over levens- en gedachtenvormen der veertiende en vijftiende eeuw in Frankrijk en de Nederlanden,'' H.D Tjeenk Willink & zoon, Haarlem, 1952, p. 13.</ref> Vlaanderen bestraft hekserij aanvankelijk sporadisch. Zo betalen in [[1412]] een Brusselse [[prostituee]] en iemand in Leuven boetes voor het bezit van lichaamsdelen van een dief. In de loop van de eeuw verstrengt de bestraffing. In [[Antwerpen]] worden in [[1491]] drie vrouwen op pelgrimstocht gestuurd omdat ze een terechtgestelde ontdoen van handen en hoofd. Het hoofd begraven ze onder hun voordeur, de handen onder de achterdeur. Wat betekenen deze rituelen? In het [[volksgeloof]] houden overblijfselen van terechtgestelden kwade geesten tegen. Een bron om de heksenleer te bestuderen is de Heksenhamer of de [[Malleus Maleficarum]] uit [[1486]] van twee [[dominicanen]]. Hendrik Institoris en [[Jacob Sprenger]] schreven deze handleiding voor heksenprocessen. Het boek kende een snelle en massale verspreiding dankzij de [[boekdrukkunst]]. Het document maakt Satan tot hoofd van de antikerk en construeert de demonologische heks. In de [[zestiende eeuw]] wordt de persoonlijkheid van [[Satan]] bedreigend. Hogere groepen zien hierin het kwade, voor de lagere klassen blijft magie een overlevingssysteem. De heksenverbrandingen doorkruisen de zestiende en zeventiende eeuw. Een vraag waar historici hun tanden op breken is waarom deze gruwel net in de [[renaissance]] plaatsgrijpt. Bijgeloof, volksgeloof en magie bevinden zich van oudsher op het machtskruispunt waar ook de staat, de wetenschap en het geloof samenkomen. In de zestiende en zeventiende eeuw creëren de [[staatsvorming]], de wetenschappelijke belangstelling, de [[reformatie]] en de [[contrareformatie]] een gemeenschappelijke vijand: de vrouw die magie bedrijft.<ref>Uiteraard zijn er mannelijke heksen. Toch blijkt in tachtig procent van alle beschuldigingen om vrouwen te gaan. In alle West-Europese landen uitgezonderd Italië, Spanje en Portugal zijn er vervolgingen. De terechtstellingen zijn het felst in het Duitsland, in Zwitserland, Frankrijk en Schotland. Het is onmogelijk vast te stellen hoeveel heksen ter dood worden gebracht. Realistische schattingen ramen het cijfer op zestigduizend ter dood veroordelingen tussen 1500 en 1800.</ref> Het wederkerig belang van wetenschap, kerk en staat materialiseert zich in de vermannelijking van de wetenschap, in een herkerstening, en in het strafrecht.
 
# De prille wetenschap in de [[zeventiende eeuw]] verdrijft vrouwen uit de medische stand. De opkomende mannelijke geneeskunde tolereert niet langer het vrouwelijke bijgeloof en ziet zich hierin gerugsteund door de kerk. Die stelt de onprofessionele genezing gelijk aan [[ketterij]]. De kerk houdt bovendien toezicht op de beginnende medische wetenschap. Universitaire artsen oefenen geen praktijk uit zonder priester en behandelen geen patiënten die de biecht weigeren.
# Het onderscheid tussen "vrouwelijk" bijgeloof en "mannelijke" wetenschap kristalliseert zich uit, op hetzelfde moment dat de godsdiensttroebelen een hoogtepunt bereiken: de [[Kerstening|herkerstening]] gebeurt onder meer door het uitbannen van bijgeloof.
# Sinds het einde van de heksenprocessen overleeft hekserij als een marginaal fenomeen. In de achttiende eeuw verdwijnt het uit het strafrecht. Rechters bestempelen het als misbruik van vertrouwen.
 
Samengevat: “La nuit diabolisée” is een moderne uitvinding. In de zestiende en zeventiende eeuw slaan de kerk, de wetenschap en de staat de handen in elkaar om de scheiding tussen hun actieterreinen te voltrekken. Op dat actieterrein bevindt zich één gemeenschappelijke vijand, namelijk de magie, die zowel religieuze, wetenschappelijke als bestuurlijke aspiraties heeft.
 
=== Angst voor armoede (3): arbeidsethos ===
In de [[zestiende eeuw]] werken [[Amsterdam]], [[Londen]], [[Parijs]] en [[Wenen]] als magneten op armen. De overheid vertaalt armoede in termen van geschiktheid, nabijheid en meegaandheid. De drie dimensies onderscheiden rechthebbenden van gevaarlijke armen. Een '''geschikte''' kan in een [[Ruilen|ruilrelatie]] een tegenprestatie leveren. Een '''ongeschikte''' kan dat niet en bedankt zijn broodheer met respect, gebed, door af te zien van vervloekingen, betoveringen of geweld. '''Nabijheid''' bestaat uit verwantschap ([[familiehulp]]) en verblijf (burenhulp). Het staat tegenover de '''vreemde'''. '''Meegaandheid''' is de activiteit van de arme tot surplusherverdeling. Beschaamden verbergen hun ellende en zijn dus meegaand en passief, in tegenstelling tot assertieve bedelaars en dievenbendes. Ze bedreigen de staat in [[Europa]] en de [[Verenigde Staten]] tot diep in de [[negentiende eeuw]].<ref>DE SWAAN A. ''Zorg en de staat. Welzijn, onderwijs en gezondheidszorg in Europa en de Verenigde Staten in de nieuwe tijd.'' Bert Bakker, Amsterdam, 1996.</ref>
 
[[Bestand:Armoedetypologie.jpg|thumb|rigth|250px|Bedelende kinderen, dieven, nette armen en luie armen, rondtrekkende heksen, zwervende rovers, venters en marskramers, zwervende idioten en melaatsen, één voor één krijgen ze een plaats in het schema dat armoede vertaalt in termen van geschiktheid, nabijheid en meegaandheid.]]
 
De oplossing voor het dilemma van uitsluiten of toelaten is de koppeling van bijstand en arbeid. Armenhuizen introduceren die idee en doen armen werken. Na de stichting van het eerste armenhuis, het [[Rasphuis]] in [[Amsterdam]] in [[1596]], wordt dit in de [[zeventiende eeuw]] de dominante oplossing voor het Europese armoedeprobleem. Staten helpen bij de financiering en het beheer. Armen, [[Krankzinnigheid|krankzinnigen]], luiaards met nood aan tucht, [[Invalide|invaliden]], [[wezen]], [[weduwen]], [[bejaarden]], [[Idioot|idioten]], berooiden, [[Gek|gekken]] en [[hoeren]], schurken, [[Kruimeldief|kruimeldieven]] en andere crimineeltjes worden opgesloten.
[[Abraham de Swaan]] breidt zijn schema uit als volgt.
 
{| class="wikitable"
| Totale kost als || Zij toelaten || Zij uitsluiten || Zij tewerkstellen
|-
| Wij toelaten || Situatie 1: -5 + -5 || Situatie 4: -15 + -11 || Situatie 5: 0 + -5
|-
| Wij uitsluiten || Situatie 2: -1 + -5 || Situatie 3: -11 + - 11 || Situatie 7: -1 + 0
|-
| Wij tewerkstellen || Situatie 5: 0 + -5 || Situatie 6: -10 + - 11 || Situatie 8: 0 + 0
|}
 
De voordelen lijken legio. [[Armenhuis|Armenhuizen]] onderhouden [[Werkloze|ter zijde geschoven arbeiders]], vermijden dat ze overgaan tot [[diefstal]] en voorkomen dat ze wegtrekken met de fabrieksgeheimen. Het armenhuis moraliseert deze vlottende groep, het komt de openbare orde ten goede en het bekostigt zichzelf. Het armenhuis kan naargelang de omstandigheden aantrekkelijk of afschrikwekkend zijn en is overal inzetbaar. De verwachtingen zijn hooggespannen. Desalniettemin lukt het niet om de armenhuizen zakelijk gezond te krijgen. Wel duidelijk is dat de armenhuizen de [[openbare veiligheid]] vergroten en aldus een politiezaak zijn, in de brede zin van het woord. Pas als de [[industriële revolutie]] zich op gang trekt, lukt de opsluiting van de armen en [[leegloper|leeglopers]] om hen [[Discipline, toezicht en straf|arbeidsdiscipline]] bij te brengen. Het [[armenhuis]] specialiseert zich tot [[Moederhuis|kraaminrichting]], [[weeshuis]], [[ziekenhuis]], [[tuchtschool]], een gesticht voor krankzinnigen en bejaarden.
 
[[Bestand:Francisco Goya - Casa de locos.jpg|thumb|right|250px| In de achttiende eeuw is er geen politiemacht om de groeiende massa landlopers, rovers en bandieten op te sporen en te vernietigen. Strenge straffen vragen weinig inspanning en hebben een groot afschrikkend effect. Slot en grendel, verbanning, lijfstraffen, publieke tuchtiging, blok, boeien, galeien, galg. Als nationale regeringen in de negentiende eeuw in staat zijn om effectief toezicht te houden op de verbindingswegen en criminelen, bedelaars en vagebonden nauwkeurig kunnen registreren, is dat mede dankzij de het bestaan van een goed georganiseerde politie. De kerkers die Goya schildert ten tijde van Bentham, zijn de antipode van het panopticum: duister, onoverzichtelijk, een kronkelende mensenmassa van lijven die in elkaar overvloeien, moeilijk te bewaken. Ze tonen de macht in een agrarische samenleving.]]
 
[[Bestand:Panopticon.jpg|thumb|left|250px|[[Jeremy Bentham]] beschrijft een architectonisch principe dat mensen vormt en socialiseert, verbetert en ordent, bestudeert en vergelijkt, beheerst en bewaakt, controleert en disciplineert. Permanente bewaking is onnodig.]]
 
[[Bestand:Jeremy Bentham by Henry William Pickersgill.jpg|thumb|right|250px|Jeremy Bentham geschilderd door [[Henry William Pickersgill]].]]
 
=== Industriële machtsmachines ===
We schrijven [[1791]]. Na veertig jaar[[Pamflet|pamflettenstrijd]] met terechte beschuldigingen, pijnlijke beledigingen en [[laster]] aan het adres van [[Lodewijk XVI]], kan die niet anders dat vluchten uit het revolutionaire [[Parijs]]. Met zijn echtgenote uit Oostenrijk, [[Marie Antoinette]] en de vier kinderen wil hij de [[Franse Revolutie]] achter zich laten. Aan de grens van de [[Oostenrijkse Nederlanden]] houden de revolutionairen het gezin aan en enige tijd later onthoofden ze hen. Aan de andere kant van de wereld voegt de [[Bill of Rights]] tien [[amendementen]] toe aan de prille [[Amerikaanse grondwet]] en in de hoofdstad van het machtigste keizerrijk ter wereld overlijdt [[Wolfgang Amadeus Mozart]].<ref>The Constitution of the United States is van kracht sinds 1789. De oudste gecodificeerde nationale grondwet is model voor vele grondwetten. Amendementen vullen de grondwet sinds 1791 aan. De eerste tien kregen de verzamelnaam ‘The bill of rights’. Het betreft amendementen aangaande de religieuze en politieke vrijheid, het recht om wapens te dragen, de legerregulering voor de veiligheid van de vrije staat, het recht om veilig te zijn in persoon en huis, rechten voor rechtspraak voor ernstige misdaden, de Miranda Warning, de juryrechtspraak, borgtocht, wrede en ongebruikelijke straffen en de verantwoordelijkheid van de staten.</ref> Hij is 35. [[Wenen]] weent. In deze turbulente periode werkt, denkt en schrijft de progressief verlichte [[Jeremy Bentham]] in [[Londen]] aan een werk dat de geschiedenis in zal gaan als [[panopticum|Het panopticum]]. Bentham is pleitbezorger van individuele en economische vrijheden, voorstander van de scheiding tussen kerk en staat, komt op voor de [[vrijheid van meningsuiting]], bepleit gelijke rechten voor vrouwen en het recht op [[echtscheiding]], de afschaffing van de [[slavernij]] en de fysieke straffen. In het boek beschrijft hij een architectonisch principe dat mensen vormt en socialiseert, verbetert en ordent, bestudeert en vergelijkt, beheerst en bewaakt, controleert en disciplineert. Het gebouw bestaat uit een centrale toren met daar rond een ring cellen. Die cellen hebben twee ramen, één naar buiten en één naar de toren toe. Eén torenopzichter volstaat om elke celbewoner te beheersen. Het panopticum is nuttig voor bestuurders “om belangrijke doeleinden” te bereiken. Het individualiseert de bewaakte en realiseert volledige zichtbaarheid voor de bewaker. Het individu zelf ziet niets en vermoedt de controle waardoor permanente bewaking onnodig is. De gedachte gecontroleerd te worden, verzekert orde en rust. Het panopticum begeleidt van de wieg tot aan het graf: van het hospitaal, naar de school, via de kazerne, naar de fabriek. Alternatieve routes verlopen via de (psychiatrische) kliniek en de gevangenis. Het panopticum garandeert [[efficiëntie]]. Gevangenen ontsnappen niet, scholieren spieken niet, arbeiders kletsen niet, zieken besmetten elkaar niet en gekken steken elkaar niet aan. Het verbond van wetenschap en macht resulteert in een geniale machtsmachine die niet onderdrukkend aanvoelt en kennis produceert.<ref>Macht zou uitsluiten, censureren en versluieren. Wetenschap zou gedijen in belangeloosheid, weg van de negatieve macht. Beide voorstellingen zijn onjuist, stelt [[Michel Foucault|Foucault]]. Macht produceert kennis en waarheid. Het moderne individu en de menswetenschappen worden tegelijkertijd voortgebracht. Kennis is macht.</ref> Het moderne gevormde, gesocialiseerde en verbeterde individu dat de wetenschap beschrijft, meet en vergelijkt valt samen met het genormaliseerde, gecorrigeerde en gedresseerde lichaam. Het individu is effect en object van macht én wetenschap die onontwarbaar verstrengeld zijn. Zwakke groepen zijn geliefde doelwitten: kinderen, zieken, waanzinnigen, gevangenen en arbeiders. Om de panoptische utopie te realiseren, zijn disciplines en normering nodig. Disciplines zijn niet alleen de onopvallende technieken die mensen kneedbaar, beheersbaar en kenbaar maken zoals de bel, de dril, het rooster maar de menswetenschappen zelf: de geneeskunde, de pedagogie, de arbeidssociologie, de psychologie en de criminologie.<ref>Panoptische instellingen verbinden tijd en ruimte via de dril en het rooster: het individu schikt zich in het regime van het instituut.</ref>
De verbinding van macht en kennis komt tot uiting in de test en het examen die iedereen op een normaalverdeling plaatsen.<ref>SCHINKEL W. ''De nieuwe preventie. Actuariële archiefsystemen en de nieuwe technologie van de veiligheid.'' In: ''Krisis. Tijdschrift voor actuele filosofie,'' 2009, p. 10.</ref> In de negentiende eeuw begeleidt het panoptisme de industrialisatie. Nationale regeringen zijn nu in staat om effectief toezicht te houden op de criminelen, bedelaars en vagebonden door ze nauwkeurig te registreren via de goed georganiseerde politie. [[Carl Friedrich Gauss]] is een generatie jonger dan Bentham. Als prins van de wiskunde ontwikkelt hij de normaalverdeling, de [[Gausscurve]]. De wetenschap van de staat – letterlijk de [[statistiek]] - ontpopt zich tot een “instrument de [[surveillance]] et de controle, dans les diverses branches des services publiques” en maakt mensen en groepen klasseer-, observeer- en berekenbaar. Die populatiecontrole onderscheidt ‘de samenleving’ van wat erbuiten valt.
 
[[Bestand:Raatajat rahanalaiset.JPG|thumb|right|250px|Het [[Realisme (kunststroming)|Realisme]] van de tweede helft van de negentiende eeuw rekent af met de [[Romantiek (stroming)|Romantiek]] uit de eerste helft. Dit werk is van de Fin Eero Järnefelt uit 1893.]]
 
== Het Communistisch Manifest ==
[[Bestand:Iishmarx.jpg|thumb|left|250px|Het [[Communistisch Manifest]], [http://nl.wikisource.org/wiki/Manifest_van_de_Communistische_Partij manuscript], [[1848]]. Het internationaal instituut voor sociale geschiedenis, één van de grootste onderzoeks- en documentatiecentra ter wereld aangaande de arbeidersbeweging, bewaart het handschrift.]]
[[Bestand:Karl Marx 001.jpg|thumb|right|250px|Karl Marx]]
 
=== Angst voor het proletariaat ===
{{Cquote|Een spook waart door Europa - het spook van het communisme. Alle machten van het oude Europa hebben zich tot een heilige drijfjacht tegen dit spook verbonden, de paus en de tsaar, [[Metternich]] en Guizot, Franse radicalen en Duitse politiemannen.|Engels & Marx}}
 
Op [[7 februari]] [[1845]] richt een vluchteling met de naam [[Karl Marx]] -net uit Frankrijk gebannen- een verzoek aan de koning der Belgen [[Leopold I van België|Leopold]].
 
::“Sire, Ondergetekende, Charles Marx, doctor in de filosofie, 26 jaar oud, herkomstig van [[Trier]] in het koninkrijk [[Pruisen]], wenst zich met zijn vrouw en kind in het grondgebied van Uwe Majesteit te vestigen, en neemt daarom eerbiedig de vrijheid U te smeken hem goedgunstig de toelating te willen verlenen om zijn domicilie in België te vestigen.”
 
 
Als hij drie jaar later samen met [[Friedrich Engels]] de laatste wijzigingen aanbrengt op het manuscript dat bekend zal worden als het [[Communistisch manifest]], is er in zijn geboortestreek geen sprake van [[industrialisatie]]. Beide heren bestuderen de pijnlijke transformatie van agrarische naar industriële samenleving vanuit een buitenwijk van de [[Brussel (stad)|Belgische hoofdstad]] en sturen hun document in januari [[1848]] naar [[Londen]], de industriële symboolstad bij uitstek. Ze hebben lang nagedacht over hun openingszin. Ze klinkt spannend, en ze ademt de sfeer van [[Mary Shelley]]’s [[Frankenstein]].<ref>Of Marx of Engels het werk kennen, is niet geweten. Mary Wollstonecraft Shelley is achttien als ze Frankenstein schrijft. De kritieken in 1818 zijn slecht maar het werk vindt de weg naar het theater waar het verhaal uitgroeit tot symbool van de menselijke onmacht tegenover de industrie. Tot op heden brengt men Frankenstein in verband met het klonen en genetica.</ref> “Een spook waart door Europa – het spook van het communisme.” Engels en Marx verzenden geen [[roman]], maar een handgeschreven [[manifest]]. Het [[pamflet]] is bedoeld als programma voor een [[arbeiderspartij]] en bereikt in het begin van het crisis- en revolutiejaar [[1848]] een petieterig drukkerijtje in Liverpool Street. Voor de eerste oplage vol zetfouten – net zoals de eerste druk van dit manifest van de angst trouwens - volstaan duizend exemplaren. Het clandestiene document zal zich als revolutionaire geloofsbrief door Europa verspreiden.
Ondertussen houdt de administrateur generaal van de staatsveiligheid, baron [[Alexis Hody]] Marx nauwlettend in het oog.<ref>In [http://2005 2005] viert de [[Staatsveiligheid (België)|Veiligheid van de Staat]] haar 175ste verjaardag met de tentoonstelling, "Undercover" in het Rijksarchief en de publicatie van PONSAERS P., COOLS M., DASSEN K. &, LIBERT R. ''De Staatsveiligheid: essays over 175 jaar Veiligheid van de Staat,'' Politeia, Brussel, 2005. Op hetzelfde moment is de opleiding Bachelor in de Maatschappelijke Veiligheid één jaar jong en bezoekt met collega's uit Nederland de tentoonstelling die indruk maakt, des te meer omdat leden van de [[Staatsveiligheid (België)|Belgische staatsveiligheid]] deskundig rondleiden.</ref> Hij wordt in maart 1848 uit België [[verbannen]]. In Nederland wijst de hoogleraar [[P. Hofstede de Groot]] intussen op het ontstaan van “menslievende verenigingen.” Hofstede de Groot wil niet uit menslievendheid de opkomende arbeidersklasse en de hulpbehoevenden beïnvloeden, hij wil hen politiek en sociaal onmondig houden om “den oorlog die dreigt uit te barsten van de armen tegen de rijken te verhoeden.”<ref>Geciteerd in: ACHTERHUIS H. ''De markt van welzijn en geluk. Een kritiek van de andragogie,'' Ambo, Baarn, 1982, p. 142; MICHIELSE H. ''De burger als andragoog. Een geschiedenis van 125 jaar welzijnswerk'', Meppel, Boom, 1977, pp. 11-38.</ref> De heersende groepen vrezen dat de arbeidersklasse haar vrijheid zou misbruiken.
 
Het is de teneur van de eeuw.
 
Of om het met Marx' en Engels' slotwoorden van het manifest te zeggen: "Dat de heersende klassen sidderen voor een [[communistische]] [[revolutie]]! De [[Proletariër|proletariërs]] hebben daarbij niets te verliezen dan hun ketenen. Zij hebben een wereld te winnen. Proletariërs aller landen, verenigt U!"
 
=== Agrarische machtspiramide ===
[[Bestand:Bismarck pickelhaube.jpg|thumb|250px|right| De ''IJzeren Kanselier'', met een [[Pickelhaube]] ([[1880]])]]
 
[[Duitsland]] – in de literatuur bekend als het land dat te laat kwam – industrialiseert na [[1870]] gigantisch snel. Zo gezwind dat de pas verenigde staat niet de tijd heeft om zich te modelleren naar het [[Panopticum|panoptisme]]. Onder leiding van [[Otto von Bismarck]] blijft de feodaal agrarische machtspiramide het machtsmodel.<ref>Begin negentiende eeuw is de regio één van de armste in Europa. In [[1830]] woont tachtig procent van de bevolking landelijk, in 1895 is dit twintig procent. [[Berlijn]] telt in [[1848]] geen half miljoen inwoners. In 1914 is het een wereldstad. In 1861 werken 50.000 Duitsers in de machinebouw, in 1900 is dit een twaalfvoud. In de chemie is het aantal arbeiders vertwintigvoudigd. De kolenproductie loopt van 1875 tot 1900 op van 34 tot 150 miljoen ton.</ref> De [[Frans-Duitse oorlog]] levert het land een buit die het bankwezen doet bloeien en het keizerrijk de evenknie van Engeland maakt. Aan de vooravond van 1914 overtreft de Duitse productie de Engelse. Het absolute gezag van de Pruisische koning-keizer en de rijkskanselier als topambtenaar beperken partijpolitieke invloeden en militariseren de maatschappij. Militaire termen doen hun intrede in het bedrijfsleven: investeringscampagnes, strategische visie, resultaatsanalyse. [[Max Weber]] ziet dit als jonge man met gemengde gevoelens tegemoet en is er de [[kroniek|kroniekschrijver]] van. In de Weberiaanse machtspiramide hebben gezag en controle een andere aard dan in het panopticum van [[Jeremy Bentham|Bentham]].<ref>SENNETT R. ''De cultuur van het nieuwe kapitalisme.'' Meulenhof, Amsterdam, 2007.</ref> Hoe hoger in de hiërarchie, hoe minder mensen iets te zeggen hebben. Hoe dieper, hoe machtelozer, met helemaal onderaan de [[kerker]], de [[lijfstraf]] en de [[repressie]].
Als in een legerstructuur krijgt in het laat negentiende-eeuwse Duitsland iedereen een vaste plaats en bij elke plaats hoort een taakomschrijving.<ref>Het Franse en het Engelse nationale eenwordingsproces resulteert in de [[negentiende eeuw]] in een fundamenteel andere staat dan Duitsland. Het Pruisische leger is het efficiëntste leger ter wereld, dankzij haar strakke hiërarchie. Terwijl veel Europese legers officierenposities verkopen, ongeacht hun kwaliteit, en soldaten slecht opleiden, regelt Pruisen de zaken goed.</ref> In de piramide functioneer je door enkel te doen wat je is voorgeschreven. In het liberale model van [[Adam Smith]] ben je succesvol door meer te doen dan verwacht. Het militaire model straft als je je boekje te buiten gaat. De communicatie in het panoptisch model is rechtstreeks, in een piramide veranderen bevelen naarmate ze afdalen: het bevel van de generaal, past de staf aan en vertaalt het bevel in praktische uitvoeringbesluiten. Op het slagveld proberen sergeants, korporaals en soldaten er op hun beurt iets zinnigs van te maken. Allen gehoorzamen én interpreteren. Hoe groter het leger, hoe meer interpretatie.
 
== Het Futuristisch manifest ==
[[Bestand:Frankenstein.1831.inside-cover.jpg|right|thumb|250px|Frankenstein van Shelley behoort tot de [[gothic novel]], populair in de tweede helft van de 18e eeuw en de eerste helft van de 19e eeuw. Kenmerken waren: geheimzinnigheid, verderf, verval, geesten, vampiers, krankzinnigheid. Het werk wordt ook gezien als het eerste voorbeeld van [[sciencefiction]]. De eerst gothic novel is [[The Castle of Otranto]] uit [[1764]] van [[Horace Walpole]], de bedenker van het begrip [[serependiteit]].]]
 
[[Bestand:FilippoTommasoMarinetti.jpg|thumb|right|250px|Filippo Tommaso Marinetti: Venetië is het grootste geschiedenisbordeel en haar inwoners de slaven van het verleden. “Eenmaal in het jaar kunt u daarheen een pelgrimage maken, zoals men op Allerzielen naar het kerkhof gaat, dat sta ik u toe. Eens in het jaar mag u een boeket bloemen voor de Mona Lisa neerleggen, dat sta ik u toe. Maar ik sta niet toe dat men dagelijks in de musea ons armzalig bestaan, onze gebrekkige moed en onze verkrampte onrust uit wandelen stuurt.”]]
 
=== Angst voor het verleden ===
{{Cquote|Ik sta niet toe dat men dagelijks in de musea ons armzalig bestaan, onze gebrekkige moed en onze verkrampte onrust uit wandelen stuurt.|[[Filippo Tommaso Marinetti]]}}
 
Terwijl de proletarische arbeidersmassa wegzinkt in ellende wil de bourgeoisie 'leven.' ‘Leven’ moet je ‘voelen’. En daarom zoekt de bourgeoisie modellen die gevaarlijk leven. Nog meer dan haar openlijke vertegenwoordigers, de decadenten, zouden de futuristen hierbij helpen. De gevaarlijkste filosoof ooit, [[Friedrich Nietzsche]] oefent een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op hen. Als “filosoof met de hamer” ziet hij zijn ideeën in de praktijk gebracht door een charismatische [[Filippo Tommaso Marinetti]]. Rond deze voorman scharen zich jonge drakendoders met als gevaarlijkste vijand: het verleden, alles wat oud en out is. “Eenmaal in het jaar kunt u daarheen een pelgrimage maken, zoals men op Allerzielen naar het kerkhof gaat, dat sta ik u toe. Eens in het jaar mag u een boeket bloemen voor de [[Mona Lisa]] neerleggen, dat sta ik u toe. Maar ik sta niet toe dat men dagelijks in de musea ons armzalig bestaan, onze gebrekkige moed en onze verkrampte onrust uit wandelen stuurt” aldus Marinetti. Op [[20 februari]] [[1909]] verschijnt zijn Manifeste du futurisme op de eerste bladzijde van de [[Figaro]].<ref>Nu lijkt het paradoxaal, de beweging die afrekent met hét verleden is inmiddels zelf een eeuwling.</ref> Het Futurisme is een feit. Alle historie is “passéïsme.” Wie aan “passéïstische syfilis” lijdt, ruikt naar oude archieven, kijkt achterom terwijl hij in de stroom van de tijd zwemt en verstikt in de immobiele aanblik van het Glorieuze Verleden, is onmachtig te handelen, te scheppen of tijdig te reageren.<ref>In zijn roman ‘Mafarka le futuriste’ voert Marinetti een soort [[Frankenstein]] ten tonele met tussen zijn benen een elf meter lange [[penis]], symbool van de futuristische potentie, het zaad waaruit de twintigste eeuw ontspruit.</ref> [[Venetië]] is het grootste geschiedenisbordeel en haar inwoners de slaven van het verleden. De futuristen bevrijden de rommelmarkt die Italië is van de kanker van professoren, archeologen, reisleiders en [[Antiquair|antiquairs]]. De ontelbare musea zijn absurde [[Abattoir|abattoirs]] van schilders en beeldhouwers die elkaar met kleuren, lijnen en penselen bevechten aan tentoonstellingswanden, [[Bibliotheek (algemeen)|bibliotheken]], academies en begraafplaatsen zijn verzamelpunten van passéïsten, klaar voor de sloop. Lang leve de toekomst! Lang leve het gevaar! Weg met veiligheid! Fillipo Marinetti smukt zijn motorkap op met buizen die lijken op de explosieve adem van slangen, scheurt plankgas met zijn hongerige automobiel terwijl lantaarns in lichtsnoeren voorblij flitsen, begint met gierende banden een waanzinnige wedren tegen trams, locomotieven en vliegtuigen tot hij in de gracht kantelt, het voertuig uitrent, het gewelddadige nachtelijke stadsleven tegemoet onder het elektrisch maanlicht op de vuist gaat, kasseien door ramen gooit en achtervolgd door armenzwaaiende carabinieri, de futuristische vlag opsteekt om de bespottelijkheid van de bijziende geschiedenis te bezingen. MERDE aux historiens!<ref>TOLLEBEEK J. ''De ekster en de kooi: nieuwe opstellen over de geschiedschrijving.'' Bert Bakker, Amsterdam 1996, p. 92.</ref> Het is als dansen op de vulkaan: spotten met zekerheden opent de verwarrende en bedwelmende sensatie van de postmoderniteit.<ref>De ambivalentie van het leven in deze tijden resulteert in het paradoxaal verlangen naar het samengaan van vitale vrijheid onder veilige condities. Het individu consumeert zijn vrijheid maximaal binnen veilige grenzen. De benji-jumper op de cover van Boutellier’s Veiligheidsutopie uit 2002 is er dé metafoor van.</ref> De geschiedenis is een dure en overbodige luxekennis alsdus Marinetti en Nietzsche. Deze laatste verwijst naar de talrijke dagboekschrijvers die op het einde van de negentiende eeuw hun bestaan zin geven. Walging en angst te veel met zichzelf bezig te zijn, blijven niet uit. De introspectie wordt een collectief goed: voorheen dalen enkel zonderlingen af in hun diepste ik, nu is het de “maladie du siècle” die epidemisch uitbreidt en een volledige klasse in haar Freudiaanse greep houdt. Er is geen tekort aan betekenis, integendeel. Daartegen reageren de futuristen. “Er is iets wonderlijks gebeurd, iets zo vreemd dat ik het opschrijven moet…” schrijft [[Mary Shelley]] in [[1818]].<ref>LABRIE A. ''Zuiverheid en decadentie. Over de grenzen van de burgerlijke cultuur in West-Europa, 1870-1914,'' Bert Bakker, Amsterdam, 2001.</ref> In de burgerhuizen klinkt geregeld papiergeritsel en pennengekras, af en toe onderbroken door de tragische jammerklacht, net zoals je nu getik op het klavier herkent af en toe onderbroken door het gevloek bij een verloren stuk tekst. Sociale groepen die over tijd beschikken, houden hun “nerveuze apparaat” als een kleinood onder het vergrootglas om de “oneindige complicaties” van hun leven aan het papier toe te vertrouwen en de ziekelijke Mr. Hyde van zich af te schudden.<ref>Boomkens drukt de tegenstrijdigheid uit met de passende metafoor van twee ‘machines’: de geborgenheidsmachine en de angstmachine. De geborgenheidsmachine zoekt naar zekerheid, identiteit en veiligheid. De angstmachine produceert onophoudelijk beelden van angst, fascinaties en extreem geweld. Er schuilt in iedereen een Dr. Jekyll & Mr. Hyde en we zitten ‘stuck in the middle (with you).’ ‘Stuck in the middle’ verwijst op zijn beurt naar Reservoir Dogs die hét beeld bevestigt van een cultuur die via het neutraliseren van onveiligheid, de geweldsfascinatie tentoonspreidt. Beide machines maken deel uit van ‘de ecologie van de angst’, een postmodern organisatieprincipe. BOOMKENS R. ''De angstmachine. Over geweld in films, literatuur en popmuziek,'' Van Gennep, Amsterdam, 1996.</ref> Op het einde van de eeuw, in [[1897]], noteert [[Jonathan Harker]], de hoofdfiguur uit [[Dracula]], dat hij tevreden is met zijn gedetailleerde aantekeningen want “er gebeuren hier zulke vreemde dingen” dat hij er zich onbehaaglijk bij voelt.<ref>“Mijn scheerspiegel had ik bij het raam gehangen, en ik ging mij scheren. Opeens voel ik een hand op mijn schouder, en ik hoor de stem van de graaf zeggen: ‘Goedemorgen.’ Ik schrok, want ik had hem door mijn spiegel niet zien aankomen. Door de schrik had ik mij gesneden, maar ik lette er op dat ogenblik niet op. Nadat ik de graaf terug had begroet, keek ik weer in de spiegel. Ditmaal kon ik mij niet vergissen” aldus Harker.</ref> [[Bram Stoker]]s grafelijk monster uit Transsylvanië is de zondebok die de Europese burgerlijke angst belichaamt voor chaos, seks, waanzin, het irrationele en [[Charles Darwin|Darwins]] aap die het geordende, genormeerde bestaan bedreigt. Als de burger het bloeddorstig hart van de vampier doorboort realiseert hij de offerdood en herstelt de morele orde zich. De [[vampier]]fascinatie is in de negentiende eeuw wijd verspreid.
 
=== Oorlog ===
{{Cquote|Zodra de meerderheid van de arbeiders tot de conclusie komt dat oorlogen barbaars, diep immoreel, reactionair en tegen het belang van het volk zijn, dan worden oorlogen onmogelijk.|[[Rosa Luxemburg]]}}
 
[[Bestand:Zetkin luxemburg1910.jpg|thumb|right|250px|[[Rosa Luxemburg]] (rechts) in 1910: "Er kunnen slechts oorlogen gevoerd worden als de arbeiders deze als rechtvaardig en noodzakelijk zien of ze ten minste lijdzaam aanvaarden."]]
 
In [[1885]] verschijnt de roman [[Germinal (boek)|Germinal]]. [[Emile Zola]] (1840-1902) voert er in de [[steenkoolmijn]] een krachtig trekpaard ten tonele dat elke dag kolen naar de liftkoker sleurt. Het kent geen rust en zal de mijn nooit verlaten: het is [[blind]] en te groot geworden om door de liftschacht te kunnen. De metafoor gaat echter verder dan Zola kon bedenken. De metafoor beperkt zich niet tot de blindheid, de gevangenschap en de [[dwangarbeid]] van het [[proletariaat]]. De jarenlange mijnenarbeid bereidt de povere massa voor op een ander assen- en gangenstelsel dat er in werking en uitzicht nauwelijks van verschilt. Veertigduizend kilometer loopgraven met een ijzeren discipline, orde, hiërarchie, helmen en plunjes, stutwerk, het [[Smalspoor|decauvillespoor]] en de karretjes, drinkflessen, ontploffingsgevaar… de mijn is één grote les in onderdanigheid. De [[eerste wereldoorlog]] heeft op het eerste zicht geen ontstaansreden. De aanslag van [[Gavrilo Princip]] is hoogstens een aanleiding, in geen geval een oorzaak. De werkelijke oorlogsdrang vindt zijn oorsprong bij de oude machtselites – met familiebanden over de naties heen – bedreigd door de emancipatorische strijd van [[socialisten]] en [[feministen]]. Hun nationalistische tegengif offert er uiteindelijk een hele generatie voor op.<ref>KARP W. ''The Politics of War: The Story of Two Wars Which Altered Forever the Political Life of the American Republic, 1890-1920'', New York, 1979, geciteerd in: FRENCH M. ''Een vrouwelijke geschiedenis van de wereld.'' Meulenhof, Amsterdam, 1995, p. 810 en p. 856.</ref>
Even denkt [[Rosa Luxemburg]] dat het [[nationalisme]] op zijn laatste voeten loopt, dat het een voorbijgaande fase is waarna het internationale proletariaat voor de ‘groepsbinding’ zorgt. In [[1913]] poogt ze Duitse arbeiders te overtuigen om niet ten strijde te trekken tegen hun collega’s. Haar openbare ongehoorzaamheid leidt haar naar het gerechtshof waar ze het [[Pruisen|Pruisische bewind]] op de korrel neemt. “Er kunnen slechts oorlogen gevoerd worden als de arbeiders deze als rechtvaardig en noodzakelijk zien of ze ten minste lijdzaam aanvaarden. Maar zodra de meerderheid van de arbeiders tot de conclusie komt (…) dat oorlogen barbaars, diep immoreel, reactionair en tegen het belang van het volk zijn, dan worden oorlogen onmogelijk. (…) Het is aan het volk om het besluit te nemen of het wel of niet oorlog gaat voeren (…) aan de arbeiders en arbeidsters, jong en oud, en niet aan de minderheid van het volk dat het zogeheten uniform des konings draagt.”<ref>FRENCH M. ''Een vrouwelijke geschiedenis van de wereld''. Meulenhof, Amsterdam, 1995. p. 857.</ref> De oorlog die korte tijd na haar pleidooi een feit is, brengt ze gemuilkorfd in de gevangenis door.
 
=== Startschot ===
{{Cquote|"Hoor arme donders, altijd de lul in 'leven, geslagen, uitgeperst, eeuwig en altijd zwetend, ik waarschuw jullie dat als de groten van de aarde interesse voor jullie beginnen te krijgen, dan is 't omdat ze op het slagveld gehakt van jullie willen maken... (...) 't Begint met liefde voor het volk."|[[Louis-Ferdinand Céline|L.F. Céline]]}}
 
[[Bestand:Walter Benjamin vers 1928.jpg|thumb|right|250px|[[Walter Benjamin]] in [[1928]]]]
 
De aanslag op de [[Frans Ferdinand van Oostenrijk-Este|Oostenrijkse kroonprins]] in [[Moord op Frans Ferdinand van Oostenrijk|de zomer van 1914]] markeert het einde van de negentiende eeuw. [[Gavrilo Princip|Princip]] geeft met een in België gemaakte [[Browning Arms Company|Browning]] letterlijk het startschot voor een even korte als bloederige twintigste eeuw.<ref>[[Eric Hobsbawm]] spreekt van de korte twintigste eeuw die hij afbakent met twee breukmomenten: de eerste wereldoorlog luidt het begin in, de [[val van de muur]] in [[1989]] sluit ze af. De periode tussen die twee data vormt een homogeen geheel. HOBSBAWM E. ''The Age of Extremes: the short twentieth century, 1914-1991'', Abacus, Londen, 1994.</ref> Decadenten en [[Futurisme|futuristen]] zien het einde van de geschiedenis gerealiseerd in een gewelddadige [[tabula rasa]] die een einde zou maken aan alle oorlogen. [[Thomas Mann]] komt in augustus 1914 woorden tekort om de verdorven burgerlijke maatschappij aan te klagen. De oude wereld lijkt op een dier in ontbinding waarin het wemelt van maden. De oorlog is een hygiënische noodzaak. “Het was zuivering, bevrijding wat wij voelden, en een nieuwe hoop.”<ref>Geciteerd in LABRIE A. ''Zuiverheid en decadentie. Over de grenzen van de burgerlijke cultuur in West-Europa, 1870-1914.'' Bert Bakker, Amsterdam, 2001. p. 154.</ref> En zelfs de immer afstandelijke [[Max Weber]] bedwingt zich in 1914 niet: de oorlog is, ongeacht het resultaat “groots en wonderbaarlijk.”
 
Nooit eerder realiseert een oorlog zoveel gruwel. Het aantal slachtoffers en de omstandigheden waarin men tussen 1914 en 1918 terecht komt, vergen veel verbeeldingsvermogen om er maar een glimp van voor de geest te halen. Sinds de elfde minuut van het elfste uur van [[11 november 1918]] is de permanente oorlog een feit, in tegenstelling tot wat geschiedenisboeken beweren. De oorlog is niet voorbij: weduwes krijgen hun man niet terug, moeders krijgen hun zoon niet terug en wezen krijgen hun vader niet terug. De gruwel is niet voorbij: de man met het gebroken gezicht, de invalide, de blinde, de kreupele, de mismaakte, de psychisch beschadigde, overal duiken ze op, op pleinen, op straathoeken en in kerken. Er is geen dorp of stad in Europa waar je ze niet tegen komt. De [[Lijst van oorlogen (chronologisch)|slachtpartij]] is niet voorbij: ze staat in het collectieve en individuele geheugen geprent en is een tastbare maar moeilijk te verwoorden realiteit. Wie terugkomt spreekt nauwelijks een woord. Restanten in het landschap, officiële herdenkingen, weduwen- en oorlogspensioenen confronteren de Westerse beschaving tot op heden met de vier jaar durende slachting. En toen kwam de [[Spaanse burgeroorlog]], de [[Tweede Wereldoorlog]], [[Koreaanse Oorlog|Korea]], [[Algerijnse Oorlog|Algerije]], [[Vietnamoorlog|Vietnam]], de [[Koude Oorlog]], de [[Falklandoorlog]], drie Golfoorlogen…, om er een paar te noemen. Oorlog nestelt zich in het denken. De tweede wereldoorlog zou de eerste moeiteloos overtreffen. Heldhaftige en beschamende herinneringen worden achteraf herschreven en hervormd. De geschiedenis zwijgt over het bevel te doden. Nooit gaat het over het oorlogsplezier, de lust, het genot om te doden, te [[folteren]], te roven, te [[verkrachten]] en te vernederen.<ref>VINCENT G. ''Een geschiedenis van het geheim?'' In: PROST A. & GÉRARD V. (Eds.). ''Geschiedenis van het persoonlijk leven. Van de eerste wereldoorlog tot onze tijd.'' Agon, Amsterdam, 1990, p. 167.</ref>
 
Na de oorlog zou het dagelijkse leven nooit meer de eerdere contouren vertonen. De verloren generatie vervloekt de academische geschiedenisles en de idee dat er uit het verleden te leren valt: [[Marcus Tullius Cicero|Historia est Magistra Vitae]]? Die les camoufleert de chaos, de wanorde en de onregelmatigheden die de [[geschiedschrijving]] zelf kenmerken. Het onderwijs verandert de [[geschiedenis]] in een onmetelijke ketting met feiten als edelstenen, die zoals [[Walter Benjamin]] even later cynisch opmerkt, zich laat lezen als een [[Paternoster]] om de angst voor het heden te bezweren.<ref>JANSSENS D. ''Uitgesteld Tegenwoordige Tijd: De theorie van de documentaire in historisch en filosofisch perspectief.'' In: MATHIJS E. & HESSELS W. (Eds.). ''Waarheid en werkelijkheid. Feitelijke, fictionele en artistieke representaties van de realiteit,'' VUBPress, Brussel, 2007, p. 121.</ref>
 
== Het Surrealistisch manifest ==
{{Citaat: Deze zomer zijn de rozen blauw; het bos is van glas. De aarde gehuld in haar mantel van groen doet me even weinig als een [[spook]]. Leven en ophouden te leven zijn denkbeeldige oplossingen. Het bestaan is elders.” |Slotwoord, eerste surrealistische [[manifest]].}}
 
[[Bestand:Rotterdam.jpg|thumb|right|250px|Op [[26 april]] [[1937]] bombarderen Duitse en Italiaanse bommenwerpers de Baskische stad [[Guernica]]. Het eerste Europese terreurbombardement zou herhaald worden in ondermeer [[Rotterdam]] (foto) en [[Dresden]] en in [[Kortrijk]], [[Lokeren]] en [[Mortsel]]. Al deze steden werden grotendeels vernield. [[Picasso]] schilderde toont Guernica tijdens het bombardement: de chaos is voelbaar. Achtergrond en voorgrond tonen geen verschil tussen binnen en buiten. Wie in de jaren tachtig en negentig op [[Ipsoc|de sociale school in Kortrijk]] kwam studeren, kon niet naast het werk kijken. De oude huissocioloog had het naast zijn bureau hangen.]]
 
=== De wereld na 1918: surréalité ===
Na de oorlog stelt [[André Breton]] zijn opvattingen omtrent het surrealisme te boek. Het [[Surrealistisch manifest|Manifeste du Surrealisme]] uit [[1924]] protesteert tegen het dominante [[rationalisme]], de [[logica]] en de optimistische grote verhalen die uitmonden in de [[Eerste Wereldoorlog|wereldbrand]]. Geïnspireerd door [[Sigmund Freud]] en [[Karl Marx]] stelt de surrealist de vrije [[associatie]], de [[droom]] en het onbewuste centraal. Na de [[Slag om de Somme|Somme]], [[slag om Verdun|Verdun]] en [[Slag om Passendale|Passendale]] is het duidelijk dat het irrationele mensen drijft. Daaraan toegeven en het innerlijke bevrijden van de burgerlijke barrières van [[staat]] en [[gezin]], [[religie]] en [[moraal]], moet de herhaling van de oorlog vermijden. Surréalité versmelt ogenschijnlijke tegenstrijdigheden: droom en werkelijkheid. Het is geen puur artistieke beweging. De surrealist speurt naar de duistere diepte van de menselijke geest via de interesse in zelfmoord, [[Automatisch schrijven|l’écriture automatique]] en doelloze wandelingen, een absoluut [[non-conformisme]] en het afzweren van reguliere arbeid, de lofzang op l’amour fou en het frequenteren van [[bordeel|bordelen]]. Volle inzet is vereist. In tegenstelling tot de ‘[[l'art pour l'art]]’ van het [[decadentisme]] streeft de beweging niet naar instant [[egocentrisch]] genot, maar ageren ze met een intentie die lijkt op het [[communisme]]. Schrijver-dichter [[Georges Bataille]], schilders [[Salvador Dali]] en [[Rene Magritte]], fotograaf [[Man Ray]] en regisseur [[Luis Bunuel]] zijn partijleden. Afwijken van de leer wordt niet geduld. Anders is de surrealistische en communistische revolutie onmogelijk.
 
=== De wereld na 1945: Cobra ===
Het Belgische surrealisme mondt na de [[tweede wereldoorlog]] uit in de [[Cobra (kunst)|Cobrabeweging]] met de Brusselaar [[Christian Dotremont]] voorop. Cobra presenteert het surrealisme in een ‘verbeterde’ vorm. Bij de opening van de eerste tentoonstelling in [[1949]] spreken de kranten schande over de afstotelijke provocatie. "Geklad, Geklets en Geklodder in het Stedelijk Museum" kopt Het Vrije Volk. Cobra slaat een andere weg in maar heeft veel van doen met het surrealisme: de afwijzing van het individualisme en het planmatige, de voorkeur voor samenwerking, creativiteit, fantasie en spontaniteit.<ref>In België liggen het Surrealisme en de Cobra in elkaars verlengde. In 1948 ondertekenen Dotremont en zijn collega’s uit Kopenhagen en Amsterdam het manifest 'La Cause était entendue.' ‘De zaak was beklonken’ is het grondig oneens met het Franse surrealisten die 'La Cause est entendue' (De zaak is beklonken) heet.</ref> Inspiratie halen ze bij kinderen, geestelijk gehandicapten en primitieve samenlevingen. [[Constant Nieuwenhuijs|Constant]] gaat in zijn manifesten in op de maatschappelijke rol van de kunstenaar en schildert, gestimuleerd door de dreigende Koreacrisis, oorlogsverschrikkingen. Massa’s schilderijen, tekeningen en prenten vormen de serie ‘Verschroeide aarde’ en ademen de sfeer van angst, chaos, destructie, dreiging, paniek en geweld. De motieven doken eerder op in [[Picasso]]’s ‘[[Guernica (schilderij)|Guernica]]’. <ref>Op 26 april 1937 – tijdens de [[Spaanse burgeroorlog]] - bombarderen Duitse en Italiaanse bommenwerpers de Baskische stad [[Guernica (Spanje)|Guernica]]. Het eerste Europese terreurbombardement zou zich herhalen in [[Rotterdam (gemeente)|Rotterdam]], [[Dresden]], [[Kortrijk]], [[Lokeren]] en [[Mortsel]]. Picasso toont de stad tijdens het bombardement: de chaos is voelbaar. Achtergrond en voorgrond tonen geen verschil tussen binnen en buiten. Wie in de jaren tachtig en negentig op de sociale school in Kortrijk studeerde, kon niet naast het werk kijken. De huissocioloog Stefaan Lievens had naast zijn bureau een kopie hangen.</ref> Waar Picasso agressieve, puntige vormen gebruikt, schildert [[Constant Nieuwenhuijs|Constant]] kinderlijk: een radeloze vrouw met een dood kind, een brandend huis, een gevallen fietser, hulpelozen die hun handen ten hemel heffen tegen een achtergrond van destructie. Noch het Surrealisme, noch de Cobrabeweging, noch de hippiebeweging verhinderen de ruwweg 170.000.000 oorlogsslachtoffers in de afgelopen twintigste eeuw (en niet alleen de zes miljoen joden waarover de schoolboeken schrijven). Democide is grootschalig dodelijk staatsgeweld tegen ongewapende burgers. Deelverzamelingen zijn: genocide (een bewust geplande vernietiging van een bevolkingsgroep), Holocaust (de Jodenvervolging in de tweede wereldoorlog) en de hecatombe (een eerder onbedoelde grootschalige slachting als ‘collateral damage’ van een ziekelijke, roofzuchtig winstbejag.<ref>[[David Van Reybrouck]] gebruikt de term hecatombe in zijn boek over [[Congo]]. De term verwijst naar het oud-Griekse [[offer]] van 100 stieren, in dit geval een niet te bepalen aantal mensen die direct of indirect stierven als gevolg van de [[rubber]]politiek van [[Leopold II]] sinds [[1888]], met de uitvinding van de opblaasbare [[rubberband]] door [[John Boyd Dunlop]]. VAN REYBROUCK D. ''[[Congo. Een geschiedenis]]'', De Bezige Bij, Amsterdam, 2010, p. 109.</ref>
 
=== Democide ===
[[Bestand:Arbeit Macht Frei Dachau 8235.jpg|thumb|right|250px|[[Dachau (concentratiekamp)|Dachau]]: Arbeid Macht Frei]]
 
{{Cquote|Zou elke seconde van ons leven zich oneindig herhalen, dan zijn we vastgenageld aan de eeuwigheid zoals [[Jezus Christus]] aan het kruis. Dat is een verschrikkelijk vooruitzicht. In de wereld van de eeuwige terugkeer rust op elke handeling het gewicht van een ondraaglijke verantwoordelijkheid. Daarom noemde Nietzsche de idee van de eeuwige terugkeer de zwaarste last (das schwerste Gewicht).|[[Milan Kundera]]}}
 
Uit het meest sinistere boek ooit, de ‘Statistics of Democide’ blijkt dat vier regimes meer dan tien miljoen mensenlevens op hun geweten hebben, elf regimes vermoordden meer dan één miljoen burgers.<ref>ACHTERHUIS H. ''Met alle geweld. Een filosofische zoektocht,'' Lemniscaat, Rotterdam, 2008, p. 159-160.</ref> [[Saddam Hoessein|Saddams]] [[Irak]] behoort ‘slechts’ tot de groep van zevenenveertig regimes met meer dan honderdduizend doden. [[Holocaust|Holocausttheorieën]] die zich vastbijten in het [[antisemitisme]] en de kwaadwillige nazitop werken geruststellend maar overschreden hun houdbaarheidsdatum. De theorieën stellen een groepje met bizarre meningen verantwoordelijk voor het uitroeien van joden, zigeuners en gehandicapten. De Holocaust beschouwen als een diepe collectieve morele ontsporing – die eigen is aan de [[bureaucratie|bureaucratische]] mens in de [[twintigste eeuw]] – is niet alleen juister, het is vooral verontrustender. Het betekent dat de massale vervolging, met technologie, bureaucratie, repressie- en manipulatie morgen op een andere locatie en tegen een andere groep kan plaatsgrijpen. Het probleem is zoals [[Daniel Goldhagen]] het uitdrukt, “de soepelheid, de ongelooflijke soepelheid” van de razzia’s, de stiptheid van de treinen en de efficiëntie van de executies. De Holocaust was geen zoveelste antisemitische gruweldaad die de Europese geschiedenis kenmerkt, beklemtoont [[Geert Mak]] in '[[In Europa (televisieprogramma)|In Europa]]'. Het was een bureaucratisch exces waaraan honderdduizenden Europeanen probleemloos deelnamen omdat ze de orde en de regelmaat van het kantoor hoger waarderen dan hun eigen geweten. [[Sebastian Haffner]] beschrijft [[Albert Speer]] in 1944 in 'The Observer'. Geen protserige nazi, maar briljant, hoffelijk en niet corrupt, een klasseloze technocraat die carrière zal maken. Die lichtheid, dat niet-nadenken, dat conformisme bedient de schrikwekkende machinerie tot het uiterste. Is de studie van het [[non-conformisme]] mogelijk een antigif voor [[genocide]]?
 
== Het Cyborgmanifest ==
[[Bestand:William Gibson by FredArmitage crop.jpg|thumb|right|250px|"Like city lights, receding…." [[William Gibson]], [[1984]].]]
 
{{Cquote|A consensual hallucination experienced daily by billions of legitimate operators, in every nation, by children being taught mathematical concepts… A graphic representation of data abstracted from the banks of every computer in the human system. Unthinkable complexity. Lines of light ranged in the non space of the mind, clusters and constellations of data. Like city lights, receding….|[[William Gibson]] in [[1984]] over [[Cyberspace]].<ref>GIBSON W. ''Neuromancer''. Ace, New York, sd. GIBSON W. ''Zenumagiër''. Meulenhoff, Amsterdam, 1995. De trilogie in GIBSON W. ''De cyberpunkromans.'' Meulenhof, Amsterdam, 1994.</ref>}}
 
In [[1960]] omschrijven een werktuigkundige en een [[psychiater]] de [[cyborg]] als een mens die zich met technologie klaarmaakt voor de [[ruimtevaart]]. Die idee zou de [[Sciencefiction|sciencefictionliteratuur]] veranderen en de toekomstbeelden van [[H.G. Wells]] en [[Jules Verne]] voorgoed achter zich laten. SF is gefascineerd door het levensraadsel en [[Darwinisme|Darwin]], die de unieke, uitverkoren mensgedachte doorprikt.<ref>De aandacht van de SF voor de historie, de biologie en de technologie bakent het genre af van de bovennatuurlijke fantasy en horror.</ref> De maakbare mens concretiseert zich in militaire projecten en de eerste [[Maanlanding|stappen op de maan]] in [[1969]]. In [[1985]] roept [[Donna Haraway]] de cyborg uit tot een emancipatiesymbool. In haar Cyborgmanifest vervaagt de scheiding tussen organisme en machine. Haar cyborg doet denken aan de romans van [[Philip K. Dick]], en de aanzienlijk latere mijlpalen in de filmgeschiedenis: '[[Blade Runner]]', ‘[[Total Recall]]', ‘A Scanner Darkly’ en ‘[[Minority Report]]’.<ref>Minority report is een veelzeggende titel. De menselijke gedetermineerdheid maakt gedrag voorspelbaar in een samenleving die geen alternatieven duldt. Die “afwijkende” maar mogelijke uitkomsten (uitwegen uit het menselijke determinisme) verzwijgt “minority report.”</ref> Dick stelt de vraag hoe technologie persoonlijke vrijheden aan banden legt om controle en veiligheid te garanderen en hoe de publieke ruimte en het menselijk gedrag militariseert. De [[computer]] is een hersenuitbreiding, brillen, hoorapparaten, pacemakers, lenzen, kunstgebitten, stoma’s, hartkleppen, protheses, kunstheupen, kunstmatige ledematen, auto’s, gsm en gps zijn meer dan “the extensions of man” of de verlengstukken van de gedisciplineerde lichamen, om [[Marshall McLuhan]] te citeren. Technologie blijft niet buiten het lichaam.
 
=== A consensual hallucination ===
De mens wordt ontworpen, gevoed en gerepareerd door [[genetische manipulatie]], agrarische [[biotechnologie]] en de [[nanogeneeskunde]], hij verbetert en onderhoudt zich met [[cosmetische chirurgie]], [[fitness]]- en [[Dieet|dieetprogramma’s]]. Mensen zijn [[Cyborg|cyborgs]]: wezens waar natuur en techniek in elkaar vloeien, op het [[ruimteschip]] dat ‘aarde’ heet. In dit tijdperk verdwijnen de industriële tegenstellingen tussen mens en dier, tussen privé en publiek, tussen wetenschap en ideologie, tussen tastbaar en ontastbaar. Onzichtbare, mobiele [[elektronica]] verbindt alles met alles tot een alwetend netwerk. De macht zit in onwaarneembare elektromagnetische golven en signalen.
 
Cyborgs zijn informatieverwerkers die via [http://bytes bytes], codes en [[Taalkunde|taalsystemen]] tot autonome besluitvoering komen. Alles is codering: de geboorteregeling, het schoolmanagement, de bedrijfsvoering, het bestuur van het land, de oorlogsvoering en het elektronisch huisarrest. De kern van de mens - het [[DNA]]- herleidt tot een code die het onderscheid tussen lichaam en geest opheft. In de netwerkwereld is men geen panoptisch individu maar een knooppunt van mail, bankgegevens, belastingen, patiëntendossiers, de elektronische studievoortgang, het sociaal netwerk, de klantenkaart en het opvattingenverklappend internetzoekgedrag... het netwerk kent je beter dan jezelf.
 
Wie technologie en de toegang beheerst (de [[staat]], het [[bedrijf]] of de [[hacker]]) heeft [[macht]]. Daar schuilt de onderdrukking die zich niet langer laat opdelen volgens de klassieke tegenstellingen. Vrouwen, senioren, armen, personen met een handicap, migranten zijn niet per definitie gemarginaliseerd. Hun digitale identiteit staat los van de aangeboren eigenschappen [[leeftijd]], [[ras]], [[geslacht]], [http://handicap handicap] of [[klasse]]. Verzet tegen [[discriminatie]] is zinloos, want een cyborg lààt zich niet discrimineren. De cyborg is een sociale en fysieke realiteit die zich niet laat intimideren door technologie. Hij gebruikt het als voordeel. De cyberwereld biedt gereedschappen om onderdrukkers te ontwapenen. Technologie geeft de macht om je identiteit te ontwerpen. Als je kunt kiezen wie je bent, verdwijnen tegenstellingen en [http://hiërarchie hiërarchie].
 
=== Eduard Bohlen ===
[[Bestand:Lothar von Trotha.jpg|thumb|right|250px|In 1904 kreeg von Trotha de opdracht de opstand van de Herero en de Nama in Duits Zuidwest-Afrika de kop in te drukken en vaardigde tijdens deze campagne het beruchte ''Vernichtungsbefehl'' uit. Genocide of psychologische oorlogsvoering? In 1905 was ongeveer 75% van het [[Herero |Herero-volk]] dood en kreeg Von Trotha de orde "[[Pour le Mérite]]".]]
Buitensporige kapitalistische honger veroorzaakt de [[Globalisering|globaliserende]] crisis en houdt haar veroorzakers buiten schot zoals bij de [[olieramp in de Golf van Mexico 2010]] of de [[kernramp van Fukushima]]. Die crisis treft armen in het Noorden en Zuiden. [[Katrina (orkaan)|Katrina]] toverde [[New Orleans]] om tot [[José Saramago|Saramago’s]] [[De stad der blinden|stad der blinden]]. De [[National Guard]] was nodig om de massa in te tomen en zet zo het verband tussen armoede en geweld in de kijker. Zo’n ordemacht van 65.000 man is er niet in Afrika.
 
Op [[5 september]] [[1909]] loopt het Duitse schip, de Eduard Bohlen in een dikke mist vast op een zandbank voor de [[Namibië|Namibische]] kust. De wereldkaart van toen kleurt het gebied in als Duits Zuid West-Afrika. Tegenwoordig fotograferen toeristen het scheepsgeraamte als een attractie. Het ligt niet langer voor de kust, maar in de woestijn. De klimaatcrisis deed zijn werk. Wat je weinig leest is hoe de inheemse bevolking zich in 1909 tegen de schipbreukelingen verzette en hoe generaal [[Lothar von Trotha]] er met een [[genocide]] op reageerde. [[Lothar von Trotha|Von Trotha]] liet de bevolking sterven van dorst, organiseerde concentratiekampen en een slavenverkoop. Harald Welzer ziet in dit verhaal de blauwdruk voor de toekomst.<ref>WELZER H. ''De klimaatoorlogen''. Ambo, Baarn, 2009.</ref> Het scheepswrak symboliseert dat de klimaatsverandering behalve een milieuprobleem een zaak is van rechtvaardigheid.
[[Emancipatie]] is het codewoord. [[Battle in Seattle|The Battle of Seattle]] toonde in [[1999]] de vele gezichten van de tegenbeweging van het [[kapitalisme|wereldkapitalisme]]: angstwekkend chaotisch en inspirerend poëtisch. De verzetscoalitie stelt een veelheid van wereldproblemen aan de orde, beschikt over een rits actiemiddelen en alternatieven voor het kwaad van de mondialisering.<ref>Concreet gaat het over [[mensenhandel]], de kloof tussen Noord en Zuid, de beperkte overlevingskansen van armen, het [[protectionisme]] van rijke landen, het ontbreken van eigendomsrechten, de toegang tot de legale wereld, de aasgieren van de Afrikaanse grondstoffen, het milieu, het Westerse cultuurimperialisme, [[kinderarbeid]], [[slavernij|slavenarbeid]], [[genetische manipulatie]], de [[regenwoud]]destructie, het in stand blijven van [[dictatuur|dictaturen]], de werking van de [[multinational|multinationals]], de massa-emigratie, het vluchtelingenprobleem, het drinkwatergebrek, de megasteden en hun [[sloppenwijken]]…</ref> Sinds 1999 veranderde het probleem nauwelijks. Als oorzaak wordt vaak opgeworpen dat de activisten geen overkoepelende filosofie hebben en dat ze tegenstrijdigheden formuleren. Die beschuldigingen worden altijd tegen de activisten geuit: de [[Hippiecultuur|hippiebeweging]], de [[arbeidersbeweging]], de [[vrouwenbeweging]], de [[mensenrechten|mensenrechtenbeweging]]… Het [[establishment]] krijgt bij het ontbreken van een mediagericht manifest de ruimte om de beweging in negatief voor te stellen en de werkelijke boodschap te laten verdwijnen.
 
=== Andersglobalisten ===
[[Bestand:Sub Marcos.jpg|thumb|right|250px|De gemaskerde en identiteitsloze [[Subcomandante Marcos]] uit [[Chiapas]] symboliseert de anti-leidersidee. Zijn masker is een spiegel en in die zin is Chiapas geen lokale maar universele strijd.]]
 
Als er geen coherente volksbeweging, geen [[manifest]] of een leider is, hoe valt dit fenomeen dan te typeren? De figuur van de gemaskerde en identiteitsloze [[Subcomandante Marcos]] uit [[Chiapas]] symboliseert de anti-leidersidee. Marcos’ masker is een spiegel. “Hij is [[homoseksueel]] in [[San Francisco]], zwart in [[Zuid-Afrika]], een [[Aziaat]] in [[Europa]], een Amerikaan van Mexicaanse afkomst in [[San Ysidro]], een [[anarchist]] in Zuid Spanje, een [[Palestijn]] in [[Israel]], een [[Maya|Maya-indiaan]] in de straten van [[San Cristobal]], een [[jood]] in [[Duitsland]], een [[zigeuner]] in [[Polen]], een [[Mohawk (volk)|Mohawk-indiaan]] in [[Québec (provincie)|Quebec]], een [[pacifist]] in [[Bosnië]], een vrouw alleen om tien uur in de metro, een boer zonder land, een bendelid in de sloppen, een werkloze arbeider, een ongelukkige student en, natuurlijk een [[Zapatista]] in de bergen.”<ref>KLEIN N. ''No logo''. Lemniscaat, Rotterdam, 2000, pp. 497-498.</ref> Wij zijn de leiders die we zoeken. In die zin is Chiapas geen lokale maar universele strijd. De Zapatisten richten zich niet tegen de Mexicaanse regering maar tegen het [[neoliberalisme]]. Ze staan model voor een wereldgebeuren dat begon bij de [[Kolonisatie en imperialisme (staatkunde)|koloniale verovering]]. Er is niet één beweging, maar duizenden, rizomatisch verbonden. [[Internet]] is de sleutel tot inzicht in de veranderende politieke organisatie. Het [[antiglobalisme]] is “het vleesgeworden internet”, schrijft Naomi Klein. Er is geen centraal punt, enkel continu veranderende verbindingen, als variatie op de anarchie waar iedereen samenwerkt en beslist: mondialiseren moet, maar zonder dat mensen de greep verliezen.
 
De beweging streeft niet naar één alomvattende wereldregering – dat zou dictatoriaal zijn -, maar naar een netwerk van plaatselijke initiatieven en tijdelijke structuren met rechtstreekse [[democratie]], vrijheid en gerechtigheid. De [[Zapatistas]] confronteren het kapitalisme met de autonome zone. Als de demonstranten geen manifest hebben, is dat een overwogen keuze. Activisten vormen geen front, maar omsingelen het doel. Het siert hen afstand te houden van de edelmoedige manifesten en dat ze redelijk democratisch de volgende verzetsfase ontwikkelt. Misschien ontstaat uit die chaos een wereldbeschermingsplan met de vele werelden daarin, zoals de Zapatistas zeggen. Anders is de kans op geweld uit pure overlevingsdrang groot.
 
=== Rizomatische of MP3-macht ===
[[Bestand:Francis Bacon, Viscount St Alban from NPG (2).jpg|thumb|right|250px|“[[Scientia potentia est]]” of kennis is macht stelt [[Francis Bacon (wetenschapper)|Francis Bacon]]. Dat geldt dubbel in de informatiesamenleving.]]
Het huidige machtsmodel is niet vergelijkbaar met een [[piramide]] of een [[panopticum]]. De macht in de infosamenleving functioneert als een [[Ipod]] of een [[rizoom]]. Het rizoom past het best bij [[Anarchisme|anarchistische]] en [[Emancipatie|emancipatiebewegingen]], terwijl het Ipodmodel het [[kapitalistisch]] [[Militaire dictatuur|militaire]] systeem benadert.<ref>De metafoor van de MP3-player als machtsmodel komt van de [[Arbeidssociologie|arbeidssocioloog]] [[Richard Sennett]]. SENNETT R. ''De cultuur van het nieuwe kapitalisme.'' Meulenhof, Amsterdam, 2007.</ref> Een Ipod is zo te programmeren dat het enkele stukken uit zijn [[repertoire]] speelt. Flexibele organisaties - ziekenhuizen, leeromgevingen, bedrijven of gevangenissen - oefenen slechts enkele van hun vele functies uit. In organisaties van de oude stijl liggen de verbindingen vast. Een Ipod kan alle volgordes en klassementen aan en functioneert als een bewegend en volgens meerdere dimensies roterend panopticum. Arbeiders en bedienden kennen geen vaste functies noch lineaire carrières. Personeel knippen of plakken en jobhoppen lopen als rode draden door flexibele organisaties. Levenslang leren klinkt als een veroordeling en komt in de plaats van een in tijd en ruimte afgebakende opleiding. Organisaties zijn niet langer structuur maar proces. Hamvraag is: wie is de [[laser]], de [[processor]] in het machtscentrum? Die heeft willekeurige toegang tot het geheel. “[[Scientia potentia est]]” of kennis is macht stelt [[Francis Bacon (wetenschapper)|Francis Bacon]]. Dat geldt dubbel in de informatiesamenleving.
 
=== De markt van veiligheid en [[geluk]] ===
[[Bestand:Naomi Klein Warsaw Nov.20 2008 Fot Mariusz Kubik 12.jpg|thumb|right|250px|[[Naomi Klein]] shreef onder meer ''[[De shockdoctrine. De opkomst van rampenkapitalisme]]'']]
 
{{Cquote|“Achter een schone gevel steekt vaak een hoop rotzooi.”|[[Naomi Klein]] citeert haar grootvader, een striptekenaar bij [[Disney]].}}
 
Verliest de maatschappij haar tolerantie ten aanzien van risico en onzekerheid? Bij de aanvang van dit manifest opperden we dat de productie van veiligheid, orde en hygiëne en de reductie van onveiligheid, onzekerheid en onreinheid een doordringend motief is in het Westen. In de hoogtechnologische maatschappij maakt het geloof in [[wetenschap]] plaats voor een toenemend risicobewustzijn en een dalende risicoacceptatie. Het contraproductieve karakter van wetenschap en industrie mondt uit in een angst waar weinigen aan ontsnappen omdat de oorzaak de [[metamorfose]] van de samenleving zelf is.<ref>HUYSE L. ''De lange weg naar Neufchâteau.'' Van Halewyck, Leuven, 1996, p. 70.</ref> Toch is het verlangen naar vitale vrijheid én veilige condities misleidend: absolute veiligheid is noch bereikbaar, noch wenselijk, noch nodig. De vraag “hoeveel veiligheid willen we tegen welke prijs?” is een politiek-filosofisch dilemma met wortels in een ver verleden en naargelang de context andere invullingen kreeg. Is de [[Democratie|democratische]] [[rechtstaat]] in staat om het precaire evenwicht tussen veiligheid en vrijheid, tussen veiligheid en welzijn te optimaliseren?
 
De vraag om gedrag dat tot voor kort als hinderlijk werd aanzien, strafbaar te maken, stijgt.<ref>PONSAERS P. ''De politieke geografie van de publieke ruimte en de rol van de politie.'' In: PONSAERS P. & DEVROE E. (Eds.). ''Cahier Integrale Veiligheid 4: Publieke Ruimte''. Politeia, Brussel, 2008, pp. 53-70</ref> Het [[Gevaar|gevaar]] schuilt erin dat de welzijnsproblematiek van de meest kwetsbaren zich vertaalt als een onveiligheidsprobleem voor de minst kwetsbaren.<ref>DEKLERCK J. ''Luisteren naar de echo. Samenlevingsopbouw en de roep om een veiliger samenleving.'' In: BAERT H., DE BIE M., DESMET A., HELLINCKX L. & VERBEKE L. (Eds.). ''Handboek Samenlevingsopbouw in Vlaanderen,'' Die Keure, Brugge, 2003, pp. 337-356.</ref> De beheersingsdrang leidt tot een groei van politie, controle, het observeren, screenen en voorspellen van gedrag en het klasseren van individuen en groepen overeenkomstig het risico dat zij weerspiegelen.<ref>BOUTELLIER H. & VAN STOKKOM B. ''Consumptie van veiligheid. Van verzorgingstaat tot veiligheidsstaat''. In: ''Justitiële verkenningen'', 5, 1995, pp. 97-111.</ref> Een onkritische strijd tegen criminaliteit en onveiligheid mondt uit in marginalisering, stigmatisering, uitsluiting en criminalisering van illegalen, bedelaars, steuntrekkers, druggebruikers, prostituees omwille van een abstract risico, een “dangerosité.”<ref>"The outgroup becomes a scapegoat for the troubles of the wider society: they are underclass, who live in idleness and crime. (…) They are the social impurities of the late modern world." YOUNG J. ''The Exclusive Society. Social exclusion, crime and difference in late modernity''. Sage Publications, London, 1999, p. 20.</ref> Die gedwongen sociale uitsluiting aan de “onderkant” van de maatschappij kent zijn spiegelbeeld in de zelfgekozen uitsluiting “at the top.” Gated communities verzamelen als microkosmossen gelijke gegoeden die elke onaangename confrontatie met de “gevaarlijke klassen” vermijden door zich terug te trekken in een hermetisch afgesloten en bewaakte zone. Veiligheid wordt zo koopwaar, beschikbaar voor wie het zich kan veroorloven, op de markt van veiligheid en geluk.
 
== Het manifest van de angst ==
;95 stellingen om te eindigen
 
{{Cquote|“De waarheid is amper een dag houdbaar, maar onze herinnering eraan is altijd vers.”|[[Arthur Japin]]}}
 
Elk [[Manifest|manifest]] roept op basis van de geschetste inzichten op tot iets. Marx en [[Friedrich Engels|Engels]] hebben genoeg van de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal, Marinetti heeft lak aan jong en oud, Breton verzoent het rationele met het irrationele. [[Donna Haraway|Haraway]] beëindigt alle tegenstellingen. De Noord-Zuid tegenstelling van [[Naomi Klein|Klein]] is niets anders dan het kapitalistische probleem dat [[Karl Marx|Marx]] in 1848 schetste. Wij eindigen met [[95 stellingen]], die we niet als [[Maarten Luther|Luther]] indertijd aan de kerkpoort in [[Wittenberg (stad)|Wittenberg]] timmeren, maar die we afvuren als lichtkogels op de angstspoken, niet om hen te bedwingen maar om ze te lokaliseren.
 
=== Veiligheidsvrees ===
1. Vroeger leidde een strafrechtelijke inbreuk tot [[preventie]] of [[repressie]].
 
2. Risicoreductie is nu de doelstelling, voorzorg en vroegsignalering zijn de werkinstrumenten.
 
3. Elektronische dossiers duiden [[probleemkind|probleemkinderen]] aan voor ze probleemgedrag stellen, de [[geneeskunde]] geneest kinderen voor ze ziek zijn en spoort stoornissen op voor ze zich stellen.
 
4. ‘[[Terroristen]]’ worden gearresteerd voor ze een plan hebben, [[Sekte|sekten]] zijn gestigmatiseerd voor ze begrepen worden.
 
5. Het huidige klimaat veroorzaakt bij het geringste afkeuring, verontwaardiging en [[paniek]].
 
6. De vraag om hinderlijk gedrag strafbaar te maken, stijgt.
 
7. En toch, er is geen spectaculaire toename van allerhande [[risico]]’s.
 
8. Er is een verhoogd bewustzijn en verlaagde tolerantiesdrempel voor onzekerheid.
 
=== Geschiedenis? Genoeg! ===
9. Elke [[Generatie (sociologie)|generatie]] denkt dat zij voor het eerst het spook in de ogen kijkt en de ernst van de problemen ziet.
 
10. Die geschiedenisonderdrukking leidt tot analyses zonder visie.
 
11. Gebrek aan historisch besef is als [[spookrijden]]: behoorlijk gevaarlijk.
 
12. Bezorgdheid om de veiligheid is geen uitvinding van de late twintigste eeuw.
 
13. Veiligheid is in geschiedenis, net als welzijn vaak een koopwaar.
 
14. Het veiligheidsdebat is zo oud als de [[mens]].
 
15. Historische sociologie/psychologie/criminologie/ biologie kunnen veel belichten.
 
=== Weerzin van welzijn ===
16. Sinds de [[negentiende eeuw]] is veiligheid een welzijnsthema.
 
17. Macht en kennis gaan samen.
 
18. Veiligheid is het socialiseren, disciplineren en het compenseren van randgroepen.
 
19. Het welzijnswerk is noch menslievend, noch een verworvenheid van de groepen tot wie het zich richt.
 
20. Welzijn draait om veiligheid en sociale beheersing. Het voelt niet onderdrukkend aan.
 
21. Instituties in het welzijns- en veiligheidswerk creëren sociale en veiligheidsproblemen.
 
22. Die instituties bewijzen niet alleen hun onmisbaarheid, ze ontnemen burgers hun verantwoordelijkheid en mondigheid.
 
23. De oorsprong van het welzijnswerk heeft weinig te maken met een burgerlijk geweten of een verantwoordelijkheidsgevoel maar is verbonden met de veiligheidszorg.
 
24. Menslievende verenigingen houden in de negentiende eeuw de [[arbeidersklasse]] onmondig om de oorlog van arm tegen rijk te vermijden.
 
25. Dat het welzijnswerk tot armoede en afhankelijkheid én tot rijkdom en beheersing leidt, wordt in de [[negentiende eeuw]] erkend.
 
26. Nu hebben we het over [[emancipatie]], [[Hulp|hulp]] en samenwerking.
 
=== Weg met wetenschap? ===
27. Het is fout te denken dat [[wetenschappelijke]] etiketten de werkelijkheid neutraal registreren. Ze versterken en bevestigen deze.
 
28. Als mensen situaties als werkelijk definiëren, dan zijn de consequenties werkelijk.
 
29. Wetenschappers formuleren beleidsmaatregelen mét consequenties en scheppen realiteiten, mensen zijn dan delinquent, ziek of afwijkend.
 
30. In de welzijnswereld hoor je geregeld dat veiligheid te veel aandacht krijgt en het voorbehouden is aan populistische of extreem rechtse partijen.
 
31. Deze attitude resulteert in een paradoxale kloof tussen geprivilegieerde intellectuele minderheid en de zorg van de bevolking.
 
32. De progressieve intellectuele attitude negeert echte overlastplegers, terwijl de politiek/bevolking hen marginaliseert, stigmatiseert en criminaliseert.
 
33. [[Migrant (mens)|Migranten]], [[illegalen]], [[Bedelaar|bedelaars]], [[Dakloze|daklozen]], [[Verslaafde|verslaafden]], [[Prostituee|prostituees]] zijn “gevaarlijke klassen” en een risico voor de “tevreden klasse.”
 
34. De intellectuele angst voor spoken is dubbel.
 
35. Enerzijds is er de vrees dat de overheid het thema aangrijpt voor een repressieve samenleving of een democide.
 
36. Anderzijds is er de vrees dat burgers de zwakke staatsmacht aangrijpen om het recht in eigen handen te nemen en de [[Thomas Hobbes|Hobbesiaanse]] oorlog van allen tegen allen realiseren.
 
37. De [[Intellectueel (persoon)|intellectuele]] weerstand zorgde dat het thema veiligheid te laat en onjuist op de politieke agenda kwam.
 
=== Bang voor beleid? ===
38. Het politieke lokaliseert en bestuurt maatschappelijke driften maar onttrekt zich niet aan de tijdsgeest die onveiligheid als onwenselijk definieert.
 
39. Het veiligheidsbeleid is een Westerse tendens en is een drijvend, sturend en slaand argument om problemen die voorheen onder de welzijnsnoemer vielen, aan te pakken.
 
40. Vanuit een [[Neoliberalisme|neoliberale]] hoek ontstond een veiligheidsdiscours met termen als responsabilisering, professionalisering, privatisering en commercialisering.
 
41. De veiligheidszorg verschoof een exclusieve politietaak naar een gedeelde verantwoordelijkheid tussen burgers en een wildgroei aan nieuwe veiligheidsberoepen.
 
42. Politiek en beleid besteden buitenproportionele aandacht aan [[criminaliteit]] en onveiligheid. Het thema stond na de [[tweede wereldoorlog]] nooit zo druk op de agenda.
 
43. Electorale berekening herleidt het veiligheidsthema tot een slogan.
 
44. Omdat de burger een lastige, verwende klant is, springt de overheid van links naar rechts (vooral naar rechts) om de burger te bedienen op onmogelijke willetjes.
 
45. Het populisme van het veiligheidsbeleid van de overheid staat paradoxaal op de intellectuele veiligheidsvisie.
 
46. De weg naar een autoritair [[populisme]] is geplaveid met veiligheidszorg, angst, kordate beleidsmaatregelen en actie.
 
=== De schrikwekkende staat? ===
47. Er is niets in ons volkskarakter dat een [[democide]] uitsluit. Wie dit niet gelooft, is erg naïef. Het probleem zit in de soepelheid, de stiptheid en de efficiëntie van de organisatie.
 
48. Een krachtige staat kenmerkt zich door haar [[geweldsmonopolie]], het centraal bestuur en de bescherming van het particuliere eigendom, maar is niet automatisch veilig.
 
49. Een flexibele staat biedt diverse sociale groepen bestuursinvloed en zorgt zodoende voor veiligheidsscheppende maatregelen.
 
50. Het huidige krachtige, flexibele systeem stimuleert geschoolde burgers met eigendom tot participatie (categorie 1) maar beperkt de invloed van groepen zonder scholing en bezit (categorie 2).
 
51. Veiligheidsproblemen zijn vanuit de eerste categorie geformuleerd. De tweede categorie heeft geen inspraak.
 
52. Op de papieren ruïnes van de afbrokkelende verzorgingsstaat herrijst een [[Postmodernisme|postmoderne]], digitale veiligheidsstaat die onveiligheid en risicoreductie als organiserende principes heeft.
 
53. De [[erosie]] van de politieke legitimiteit, de de- en relocaliserende globalisering begeleiden dit proces.
 
54. Een [[grondrecht]] op veiligheid is eenzijdig en onevenwichtig.
 
55. Veiligheid en vrijheid zijn communicerende vaten, zoals gelijkheid en vrijheid dat zijn.
 
56. Een “overheid in regressie” richt zijn pijlen op “realiseerbare” projecten en stelt de [[burger]] mee verantwoordelijk voor zijn veiligheid, liever dan een antwoord te geven op brede, maatschappelijke onzekerheden.
 
57. [[Dystopie|Dystopia]] betaalt de onkritische criminaliteitsbestrijding en het onvoorwaardelijke veiligheidsstreven met vrijheid en gelijkheid.
 
58. Zuiverheid is het gevaarlijkste woord op deze planeet. Waar dat opduikt volgt [[Auschwitz (concentratiekamp)|Auschwitz]].
 
=== Ontzag voor onderwijs? ===
59. Het streven naar veiligheid is als het bedrog van een [[tiran]].
 
60. Onzekerheid maakt vrij en emancipeert: leer leven zonder zekerheid.
 
61. Het individualiseren van veiligheidsproblemen leidt tot normaliseren, controleren, corrigeren en dresseren en maakt ‘illegalen’, vreemdelingen, criminelen, vrouwen, kinderen, zieken, waanzinnigen, gevangenen tot effect en object van macht én wetenschap.
 
62. Onveiligheid is het eigentijdse label voor buurtproblemen, [[werkloosheid]], taalproblemen..
 
63. Een voorwaarde om een [[genocide]] te realiseren, is het conformisme van daders, slachtoffers en omstaanders.
 
64. Het bestuderen van het [[non-conformisme]] moet voor studenten verplicht zijn.
 
65. De vraag naar de noodzakelijkheid, de relevantie en de wenselijkheid van veiligheidsopleidingen is normatief.
 
66. Veiligheidsopleidingen vullen niet vrijblijvend een leemte in op de [[arbeidsmarkt]].
 
67. Een kritische visie van deze opleidingen ten aanzien van de eigen bestaansvoorwaarden is noodzakelijk.
 
=== Toekomsttwijfel ===
68. Het overheidsstreven naar veiligheidsproductie en het burgerlijke verlangen naar onveiligheidsreductie zijn respectievelijk motor en brandstof van de intolerantiemobiel.
 
69. Een samenleving die kiest voor veiligheid, [[Zuiver|zuiverheid]] en zekerheid kan niet tolerant of nieuwsgierig zijn.
 
70. De woorden ‘nieuwsgieren’ en ‘nieuws’ willen zeggen dat het opvallende, het uitzonderlijke, het speciale bevattelijk gerapporteerd wordt.
 
71. Het doordeweekse, het alledaagse of het gewone haalt de [[media]] niet.
 
72. Wie de werkelijkheid bestudeert aan de hand van [[kranten]] en [[tv]] krijgt een erg foute perceptie van de realiteit.
 
73. Kennis is macht, de stelling geldt dubbel in een informatiesamenleving.
 
74. Technologie is een machtsbron die handelingen mogelijk en andere onmogelijk maakt. Je onttrekken aan die macht kan niet zonder consequenties.
 
75. De lijfstraf uit de agrarische samenleving maakte plaats voor het controlerend toezicht (surveillance) van de industriële gedisciplineerde samenleving.
 
76. Tegenwoordig verschuift dit naar een prepressie en zelfveillance in de controle- en informatiesamenleving.
 
77. De [[Max Weber (socioloog)|Weberiaanse]] machtspiramide werd bij de industrialisatie een [[Panopticum|panoptische]] macht. Die maakt nu plaats voor het Ipod model.
 
78. Flexibiliteit, modulatie en permanente controle vervangen de geïnternaliseerde disciplinaire blik.
 
79. Het controlerende centrum, de panoptische surveillance ([[camerabewaking]] gekoppeld aan datasystemen) kreeg spookie vrienden.
 
80. Spookie vriend 1: de sousveillance, of de observatie van onderaf.
 
81. Spookie vriend 2: de synoptische surveillance of het amfitheater waar velen weinigen observeren en
 
82. Spookie vriend 3: de zelfveillance of de zelfcontrole.
 
83. De controlemaatschappij is [[Rhizomen|rhizomatisch]] of polycentrisch: uiteengewaaierd in niet [[Hiërarchisch|hiërarchische]] subsystemen zonder betekenis. De circulatie van toestanden met veel in en uitgangen, in een veelheid van lijnen en vertakkingen die niet vooraf vastliggen kenmerken het systeem.
 
84. [[Technofobie]] is antrofobie: angst voor nieuwe technologie moet geruild worden voor een kritische analyse ervan.
 
85. De behoefte aan veiligheid en [[preventie]] bestaat en maar wordt minstens evenveel aangepraat door ze te herdefiniëren in persoonlijke categorieën.
 
86. Als het om [[geweld]] gaat komen we er niet met objectieve verbanden. Subjectieve ervaringen tellen zwaar mee.
 
87. De [[Drone (vliegtuig)|onbemande straaljager]] kondigt de rizomatische oorlog aan. Piloten maken van negen tot vijf met een [[joystick]] slachtoffers aan de andere kant van de wereld. Het schept paniek vergelijkbaar met de [[V2 (raket)|V2-terreur]] op [[Londen]].
 
88. Als [[technologie]] in verkeerde handen komt gaat het Westen een nieuw [[Pearl Harbor]] tegemoet. Willen we dat vermijden? De hoogtechnologische [[radar]] hielp toen niet.
 
89. Het [[verlangen]] naar veiligheid is misleidend: absolute veiligheid is onbereikbaar en onnodig.
 
90. Hoeveel veiligheid willen we voor welke prijs, dat is dé vraag.
 
91. Het veiligheidsstreven neemt het karakter aan van een [[Samenlevingscontract|samenlevingsproject]].
 
92. Het ziet er niet naar uit dat daar snel verandering in komt.
 
93. De commerciële markt en het onderwijs zijn zich hier erg van bewust.
 
94. Representatie is simulatie, organismes zijn biotische componenten, mensen zijn [[Cyborg|cyborgs]], perfectie is nu optimalisatie, samenwerking is communicatie, seks is [[genetische manipulatie]], arbeid is [[robotica]], verstand is [[kunstmatige intelligentie]].
 
95. [[Veiligheid]] is [[welzijn]].
 
{{Bron|bronvermelding=
{{References||2}}
}}
 
=== Navigatie ===
{{Navigatie werken Marx en Engels}}
 
 
=== Beroemde Manifesten ===
 
* [[Communistisch Manifest]]
* [[De Groninger Raarekiek]]
* [[Futurisme|Het Futuristisch Manifest]]
* [[Oratio de hominis dignitate]]
* [[Oostendemanifest]]
* [[Het Surrealistisch Manifest]]
* [[Les Nabis]]
* [[The Art of Noise (manifest)|The Art of Noise]]
* [[Dogma 95]]
* [[Reconte de ma fuite des plombes de Venise]]
 
 
=== Bibliografie ===
;A
* ACHTERHUIS HANS. ''De markt van welzijn en geluk. Een kritiek van de andragogie.'' Baarn, Ambo, 1982.
* [[Hans Achterhuis|ACHTERHUIS HANS]]. ''Het rijk van de schaarste. Van [[Thomas Hobbes]] tot [[Michel Foucault]],'' Ambo, Baarn, 1988.
* [[Hans Achterhuis|ACHTERHUIS HANS]]. ''Met alles geweld. Een filosofische zoektocht'', Lemniscaat, Rotterdam, 2008.
* ARMESTO FELIPE FERNÁNDEZ. ''Millennium. Een geschiedenis van de laatste duizend jaar.'' Contact, Amsterdam, 1996.
;B
* [[Zygmunt Bauman|BAUMAN ZYGMUNT]]. ''Globalization. The Human Consequences,'' Polity Press, Cambridge, 1998.
* [[Zygmunt Bauman|BAUMAN ZYGMUNT]]. ''Violence in the age of uncertainty''. In: Crawford A. (Ed.). ''Crime and Insecurity. The governance of safety in Europe.'' Willan Publishing, Cullompton, Devon, 2002.
* [[Ulrich Beck|BECK ULRICH]]. ''Risk Society: Towards a New Modernity.'' Sage, London, 1992.
* BELIËN H. & VAN SETTEN G.J. (Eds.). ''Geschiedschrijving in de twintigste eeuw. Discussie zonder eind,'' Agon, Amsterdam, 1991.
* BOOMKENS R. ''De angstmachine. Over geweld in films, literatuur en popmuziek,'' Van Gennep, Amsterdam, 1996.
* BOUTELLIER H. & VAN STOKKOM B. ''Consumptie van veiligheid. Van verzorgingstaat tot veiligheidsstaat.'' In: ''Justitiële verkenningen'', 5, 1995.
* BOUTELLIER H. ''Meer dan veilig. Over bestuur, bescherming en burgerschap.'' Boom Juridische Uitgevers, Den Haag, 2005.
* BOUTELLIER H. ''Veiligheid in verandering.'' In: STOL WOUTER. ''Basisboek integrale veiligheid.'' Coutinho, Bussum, 2006.
* BOUTTELLER H. ''De Veiligheidsutopie.'' Boom Juridische Uitgevers, Den Haag, 2002.
* [[Fernand Braudel|BRAUDEL FERNAND]]. ''De Middellandse zee. Het landschap en de mens'', Contact, Antwerpen, 1992.
* BURUMA Y. ''De dreigingsspiraal. Onbedoelde neveneffecten van misdaadbestrijding,'' Boom Juridische Uitgevers, Den Haag, 2005.
;C
* CÉLINE L.F. ''Reis naar het einde van de nacht.'' Van Oorschot, Amsterdam, 1993.
* CRAWFORD A. (Ed.). ''Crime and Insecurity. The governance of safety in Europe.'' Willan Publishing, Cullompton, Devon, 2002.
* CRAWFORD A. ''Fixing Broken Promises?: Neighbourhood Wardens and Social Capital.'' In: ''Urban Studies.'' 43, 5/6, 2006.
* CRAWFORD A. ''Networked governance and the post-regulatory state? Steering, rowing and anchoring the provision of policing and security.'' In: ''Theoretical Criminology''. 10, 4, 2006.
* CRAWFORD, A. ''The local governance of crime: Appeals to community and partnerships.'' Clarendon Press, Oxford, 1997.
* CROMBAG H.F.M., VAN KOPPEN P.J. & WAGENAAR W.A. ''Dubieuze zaken. De psychologie van strafrechterlijk bewijs,'' Contact, Amsterdam & Antwerpen, 1994.
;D
* DASSEN P. ''De onttovering van de wereld. Max Weber en het probleem van de moderniteit in Duitsland, 1890-1920,'' Van Oorschot, Amsterdam, 1999.
* DE SWAAN A. ''Zorg en de staat. Welzijn, onderwijs en gezondheidszorg in Europa en de Verenigde Staten in de nieuwe tijd.'' Bert Bakker, Amsterdam, 1996.
* DEKLERCK J. ''Luisteren naar de echo. Samenlevingsopbouw en de roep om een veiliger samenleving.'' In: BAERT H., DE BIE M., DESMET A., HELLINCKX L. & VERBEKE L. (Eds.). ''Handboek Samenlevingsopbouw in Vlaanderen,'' Die Keure, Brugge, 2003.
* DOUGLAS M. ''Omgaan met onzekerheid. Multatuli-lezing 2001 Angst en onzekerheid in de moderne samenleving, Overlegcentrum voor Ethiek,'' Leuven, 12 mei 2001. Zie ook www.multatuli-lezing.be.
* DRUKKER J.W. ''De revolutie die in haar eigen staart beet.'' Lemma, Utrecht, 2003.
;E
* EKIRCH R. ''Nacht en ontij. Een geschiedenis van het duister'', De Bezige Bij, Amsterdam, 2006.
* ELIAS N. ''Het civilisatieproces. Sociogenetische en psychogenetische onderzoekingen,'' Spectrum, Utrecht & Amsterdam, 1982.
* EWALD F. ''The Return of Descartes's Malicious Demon: An Outline of a Philosophy of Precaution.'' In: BAKER T. & SIMON J. (Eds.). ''Embracing Risk: the Changing Culture of Insurance and Responsibility.'' University of Chicago Press, Chicago, 2002.
;F
* FOER J.S. ''Dieren eten.'' Manteau, Antwerpen, 2009.
* FOUCAULT M. ''Discipline, Toezicht en Straf. De geboorte van de gevangenis,'' Historische uitgeverij, Groningen, 1989.
* FOUCAULT M. ''Geschiedenis van de waanzin.'' Meppel, Boom, 1995.
* FRENCH M. ''Een vrouwelijke geschiedenis van de wereld.'' Meulenhof, Amsterdam, 1995.
;G
* GIDDENS A. ''Modernity and self-identity'', Polity Press, Cambridge, 1991.
* GINZBURG C. ''De Benandanti. Hekserij en vruchtbaarheidsriten in de 16de en 17de eeuw'', Bert Bakker, Amsterdam, 1986.
* GOLDHAGEN D. ''Hitlers gewillige beulen.'' Standaard, Antwerpen, 1996.
* GOUDSBLOM J. ''Het regime van de tijd.'' Meulenhoff, Amsterdam, 1997.
;H
* HOBSBAWM E. ''Een eeuw van uitersten. De twintigste eeuw 1914-1991,'' Het Spectrum, Utrecht, 1995.
* HOPE T. ''Inequality and the clubbing of private security''. In: HOPE T. & SPARKS R. (Eds.). ''Crime, Risk and Insecurity.'' Routledge, London, 2000.
* HUIZINGA J. ''Herfsttij der middeleeuwen. Studie over levens- en gedachtenvormen der veertiende en vijftiende eeuw in Frankrijk en de Nederlanden.'' H.D. Tjeenk Willink & zoon nv., Haarlem, 1952.
* HUYSE L. ''De lange weg naar Neufchâteau.'' Van Halewyck, Leuven, 1996.
;J
* JANSSENS D. ''Uitgesteld Tegenwoordige Tijd: De theorie van de documentaire in historisch en filosofisch perspectief.'' In: MATHIJS E. & HESSELS W. (Eds.). ''Waarheid en werkelijkheid. Feitelijke, fictionele en artistieke representaties van de realiteit,'' VUBPress, Brussel, 2007.
* JAPIN A. ''Zoals dat gaat met wonderen, dagboeken 2000-2007.'' De Arbeiderspers, Antwerpen, 2008.
;K
* KLEIN N. ''No logo.'' Lemniscaat, Rotterdam, 2000.
;L
* LABRIE A. ''Zuiverheid en decadentie. Over de grenzen van de burgerlijke cultuur in West-Europa, 1870-1914.'' Bert Bakker, Amsterdam, 2001.
;M
* MORELLI A (Ed.). ''De grote mythen uit de geschiedenis van België, Vlaanderen en Wallonië.'' Epo, Berchem, 1996.
* MUCHEMBLED R. ''De uitvinding van de moderne mens. Collectief gedrag, zeden, gewoonten en gevoelswereld van de Middeleeuwen tot de Franse Revolutie'', Contact, Amsterdam, 1991.
;P
* PIETERMAN R. ''De Voorzorgcultuur. Streven naar veiligheid in een wereld vol risico en onzekerheid,'' Juridische uitgevers, Boom, 2008.
* PLEYSIER S. & DEKLERCK J. ''Over hondenpoep en hangjongeren. Een verkennend onderzoek naar overlastfenomenen in parken en groenzones,'' In: ''Tijdschrift voor Veiligheid'', 5, 1, 2006.
* PLEYSIER S. ''Integrale veiligheid als dogma? Grenzen aan het heersende veiligheidsdiscours.'' In: ''Tijdschrift voor Veiligheid,'' 7, 1, 2008.
* PLEYSIER S., G. VERVAEKE & J. GOETHALS. ''Het onveiligheidsgevoel onderzocht. Groeipijnen van een onderzoekstraditie in wording,'' In: BEYENS, K., GOETHALS, J., PONSAERS, P. & VERVAEKE, G. (Eds.). ''Criminologie in actie''. Politeia, Brussel, 2002.
* PONSAERS P. & BERCKMOES H. ''Moet er nog politie zijn? Commentaar en bedenkingen nav. de inrichting van de functie van veiligheidsbeambte.'' Vigiles, 2003.
* PONSAERS P. ''De parabel van de ‘Broken window-theory’. Community (oriented) policing en buurtgerichtheid.'' In: VAN ERCK J. (Ed.). ''Externe oriëntering van de politie.'' Gemeenschapsgerichte politiezorg. Politeia, Brussel, 2003.
* PONSAERS P. ''De politieke geografie van de publieke ruimte en de rol van de politie.'' In: PONSAERS P. &DEVROE E. (Eds.). ''Cahier Integrale Veiligheid 4: Publieke Ruimte.'' Politeia, Brussel, 2008.
* POSTMAN N. ''Weloverwogen bezwaren. Tegendraadse beschouwingen over taal, technologie en onderwijs'', Unieboek, Houten, 1988.
;R
* REYNEBEAU M. ''De eeuw van België.'' Lannoo, Tielt, 1999.
* REYNEBEAU M. ''Een geschiedenis van België.'' Lannoo, Tielt, 2003.
* RIGHART H. (Ed.). ''De trage revolutie. Over de wording van industriële samenlevingen,'' Meppel en Amsterdam, Open Universiteit, 1994.
* ROOIJAKKERS G., DRESEN-COENDERS L. & GEERDES M. ''Duivelsbeelden. Een cultuurhistorische speurtocht door de lage landen,'' Ambo, Baarn, 1994.
;S
* SCHINKEL W. De nieuwe preventie. Actuariële archiefsystemen en de nieuwe technologie van de veiligheid. In: Krisis. Tijdschrift voor actuele filosofie, 2009.
* SCHMIDBAUER W. Het angstenboek. Thot, Bussum, 2008.
* SENNETT R. De cultuur van het nieuwe kapitalisme. Meulenhof, Amsterdam, 2007.
* SLAMA A. L'angélisme exterminateur. Essai sur l'ordre moral contemporain, Grasset, Paris, 1993.
;T
* TERPSTRA J. ''Regulering van de publieke ruimte in Nederland''. In: PONSAERS P. & DEVROE E. (Eds.). In: ''Cahier Integrale Veiligheid 4: Publieke Ruimte''. Politeia, Brussel, 2008.
* TOLLEBEEK J. ''De ekster en de kooi: nieuwe opstellen over de geschiedschrijving,'' Bert Bakker, Amsterdam, 1996.
* TUCHMAN B. ''De waanzinnige veertiende eeuw''. Agon, Amsterdam, 1990.
;U
* UMBERTO E. ''De grenzen van de interpretatie.'' Bert Bakker, Amsterdam, 1993.
;V
* VAN DEN BUNT H. & VAN SWAANINGEN R. ''Van criminaliteitsbestrijding naar angstmanagement''. In: MULLER E.R. (Ed.). ''Veiligheid. Studies over inhoud, organisatie en maatregelen''. Kluwer, Alphen aan den Rijn, 2004.
* VAN SWAANINGEN R. ''Veiligheid in Nederland en Europa; een sociologische beschouwing aan de hand van David Garland''. In: ''Justitiële Verkenningen'', 7, 2004.
* VANHEMELRYCK F. ''De criminaliteit in de ammanie van Brussel van de late Middeleeuwen tot het einde van het Ancien Régime (1404-1789)''. Paleis der Academiën, Brussel, 1981.
* VANHEMELRYCK F. '' Ellendelingen voor galg en rad, 1400-1800''. De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1984.
* VANHEMELRYCK F. ''Het gevecht met de duivel. Heksen in Vlaanderen''. Davidsfonds, Leuven, 1999.
* VANHEMELRYCK F. ''Marginalen in de geschiedenis. Over beulen, joden, hoeren, zigeuners en andere zondebokken,'' Davidsfonds, Leuven, 2004.
* VANHEMELRYCK F. ''Misdadigers tussen rechter en beul, 1400-1800''. De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1984.
* VINCENT G. ''Een geschiedenis van het geheim?'' In: PROST A. & GÉRARD V. (Eds.). ''Geschiedenis van het persoonlijk leven. Van de eerste wereldoorlog tot onze tijd.'' Agon, Amsterdam, 1990.
;W
* WELZER H. 'De klimaatoorlogen.'' Ambo, Baarn, 2009.
* WINTER J. & BAGGETT B. ''1914-1918. De grote oorlog en de vorming van de twintigste eeuw,'' Standaard, Antwerpen, 1997.
;Y
* YOUNG J. ''The Exclusive Society. Social exclusion, crime and difference in late modernity.'' Sage Publications, London, 1999.
 
== Bijlages ==
=== Examen ===
==== Lemma-vragen ====
Deze vragen betreffen de hyperlinks in dit document. Over die personen, gebeurtenissen, definities of jaartallen wordt de student veronderstelt een korte, bondige omschrijving te geven (wie, wat, wanneer, waar...).
 
;A
[[A good darkie]], [[A Scanner Darkly]], [[slachterij|abattoir]], [[abortus]], [[absolutisme]], [[achillespees]], [[achttiende eeuw]], [[Adam Smith]], [[aflaat]], [[agrarische samenleving]], [[Albert Speer]], [[Alexis Hody]], [[antrofobie]], [[amendementen]], [[Ancien regime]], [[André Breton]], [[antiglobalisme]], [[antipode]], [[arbeidersklasse]], [[Argus Panoptes]], [[armenhuis]], [[armenwet]] (voor de uitleg zie de voetnoot in deze tekst), [[Arthur Japin]], [[attitude]], [[Auschwitz (concentratiekamp)]].
 
;B
Bachelor in de [[Maatschappelijke veiligheid|Maatschappelijke Veiligheid]], [[Banksy]], [[Barbara Tuchman]], [[Berlijnse muur]], [[Bill of Rights]], [[Blade Runner]], [[boekdrukkunst]], [[Bram Stoker]], [[broeikaseffect]], [[Browning Arms Company|Browning]], [[Geweten|burgerlijk geweten]],
[[burgerlijke ongehoorzaamheid]].
 
;C
[[Caritas]], [[Carl Friedrich Gauss]], [[catastrofe]], [[Charles Darwin]], [[Charles Manson]], [[Chiapas]], [[Christian Dotremont]], [[clochard]], [[Cobra (kunst)|Cobrabeweging]], Collectieve [[rituelen]], [[Completen]] [[Concilie van Mâcon]], [[conformisme]], [[conquistadores]], [[Constant]], [[contraceptie]], [[contrareformatie]], controle- en informatiesamenleving, [[Copernicus]], [[criminologie]], [[cyborg]].
 
;D
[[Daniel Goldhagen]], [[dansen op de vulkaan]], [[David Van Reybrouck]],
[[decadenten]], [[decaloog]], [[decauvillespoor]], [[delinquent]], [[democide]], [[demoniseren]], [[demografische transitie]] [[dialectiek]], [[dieet|dieetvariatie]], [[disciplineren]], [[domesticatie]], [[Donald Fagen]], [[Donna Haraway]], [[Dracula]], [[Duits Zuid West-Afrika]], [[dystopia]], [[De shockdoctrine. De opkomst van rampenkapitalisme]], [[De stad der blinden]], [[De waanzinnige veertiende eeuw]].
 
;E
[[écriture automatique]], [[Eduard Bohlen]], een meesterlijk [[roofdier]], [[electorale berekening]], [[elektrisch licht]], [[emancipatie]], [[Emile Zola]], [[Engelse Burgeroorlog]], [[Eric Hobsbawm]], [[Erwin Mortier]], [[Malthusiaanse catastrofe|Essay over het Principe van Bevolking]], [[Europeanisering]], [[Bachelor in de maatschappelijke veiligheid|Expertisecentrum Maatschappelijke Veiligheid]].
 
;F
[[fauna]] en [[flora]], [[feodaliteit]], [[Fernand Braudel]], [[Filippo Tommaso Marinetti]]
[[flexibele staat]], [[Focale oplossing]], [[Francis Bacon]], [[Francisco Goya]], [[Frankenstein]], [[Frans-Duitse oorlog]], [[Franse Revolutie]], [[Friedrich Engels]], [[Friedrich Nietzsche]], [[futurisme]].
 
;G
[[Galileo Galilei]], [[gated community]], [[Gausscurve]], [[Gavrilo Princip]], [[Geert Mak]],
[[gekke koeienziekte]], [[genetische manipulatie]], [[genocide]], [[Georges Bataille]], [[Germinal]], [[geschiedenisles]], [[geschiedenisonderdrukking]], [[geweldsmonopolie]], [[gewoonterecht]], [[Gilles Deleuze]], [[Giorgio Vasari]], [[globaliserende crisis]], [[Godsdiensttwist|godsdiensttroebelen]], [[Golfoorlog|golfoorlogen]], [[governance trough fear|governance-trough-fear]], [[gratierecht]], [[grondwet]].
 
;H
[[H.G. Wells]], [[Hans Achterhuis]], [[Hans Boutelier]], [[hecatombe]], [[heksenvervolging]], [[Hendrik Institoris]], [[Herfsttij der middeleeuwen]], [[Het Communistisch Manifest]], [[hiërarchie]], [[hippiecultuur]], [[historicus]], [[historisch besef]], [[Hobbesiaanse oorlog]],
[[Holenbeer]], [[holocaust]], [[Huldrych Zwingli]].
 
;I
[[Ideologie]]; [[In Europa (boek)|In Europa]], [[In Europa (televisieprogramma)|In Europa]], [[industriële samenleving]], [[interdependentie]], [[interdependentiegebied]].
 
;J
[[Jacob Sprenger]], [[jager-verzamelaar]], [[Jeremy Bentham]], [[Johan Huizinga]], [[Johannes Calvijn]], [[John Boyd Dunlop]], [[Joost de Damhoudere]], [[José Saramago]], [[Jules Verne]] en de jaartallen: [[313]], [[476]], [[732]], [[800]], [[1092]], [[1302]], [[1492]], [[1517]], [[1666]], [[1688]], [[1776]], [[1789]], [[1791]], [[1848]], [[1914]], [[1969]], [[1989]].
 
;K
[[Kalender]], [[kapitalisme]], [[kapstoksamenleving]], [[Karel de Grote]], [[Karl Marx]], [[Katrina (orkaan)]], [[Kepler]], [[keramiek]], [[ketter]], [[klimaatverandering]], [[Koreaanse Oorlog|Korea]], [[koude oorlog]], [[kunstmatige intelligentie]].
 
;L
[[Louis-Ferdinand Céline|L.F. Céline]], l’amour fou, [[Postmodernisme (internationale betrekkingen)|laatmoderne risicomaatschappij]], [[l'art pour l'art]], [[leger]], [[lijfstraf]], [[Lodewijk XVI]], [[Lof_(plechtigheid)]], [[Lothar von Trotha]], [[Luis Bunuel]], [[lustrum]].
 
;M
[[Maarten Luther]], macroniveau, [[Mafarka le futuriste]], [[Manifeste du Surrealisme]], [[Malleus Maleficarum]], [[Malthusiaanse spanning]], [[Mammoet]], [[Man Ray]], [[manifest]], [[Manifeste du futurisme]], [[Manuel Castells]], [[Marie Antoinette]], [[Marshall McLuhan]], [[Martha van Wetteren]], [[Mary Shelley]], [[Max Weber]], [[mediëvist]], [[medioker]], meegaandheid, [[Menno Simons]], [[menslievende verenigingen]], [[Metten (gebed)]], Mezo, [[Michel Foucault]], Micro, middeleeuwen, [[Milan Kundera]], [[mimetisch geweld]], [[Minority Report]], [[miranda warning]], [[Mona Lisa]], [[morele paniek]], Mr. Hyde.
 
;N
Nabijheid, nachtwakersstaat, Namibië, Naomi Klein, national guard, nationalisme, natuurlijke toestand, [http://negentiende%20eeuw negentiende eeuw], neo-liberalisme, neolithische revolutie, non-conformisme, normaliseren.
 
;O
Offerande, ongeschiktheid, ontdekkingsreizen, onttovering (Weber), oogstfeest , opium van het volk, Otto von Bismarck.
 
;P
P. Hofstede de Groot, paasfeest, paleolithicum, panopticum, panoptische macht, paradigma, paradox,
Passendale (slag om), paternoster, Pearl Harbor, phantom risks, Philip K. Dick, Philips Wielant, Picasso’s ‘Guernica’, Pieter Paul Rubens, polarisering, politie, politiehervorming (1998), populisme, postmoderniteit, prepressie en zelfveillance, preventie, priester, priesterbestuur, Prometheus, psychologie.
 
;R
Rasphuis (1596), rationalisme, reconquista, reformatie, renaissance, René Girard, Rene Magritte, repressie, responsabilisering, retoriek, revolutiejaar, rhizomatisch, risicoreductie, robotica, Roman Polański,Romeinse rijk, Rosa Luxemburg,
 
;S
Sabbat, Salvador Dali, Samuel Butler, scheiding der machten, sciencefiction, Sebastian Haffner, sedentair, sekte, Sharon Tate, Sigmund Freud, Slag bij Poitiers, slavernij, Sociaal-Agogisch Werk, sociaal-religieus gedrag, socialiseren, sociologie, soevereine staat, Somme (slag om), sousveillance, Spaanse Armada, Spaanse burgeroorlog, spionage, staatsrecht, staatsveiligheid, Statistics of Democide, statistiek, stemrecht, stigmatiseren, strafrechtelijke inbreuk, subcomandante Marcos, surplus, surrealisme, surveillance, synoptische surveillance.
 
;T
[[Tachtigjarige oorlog]] (1568-1648), [[technofobie]], [[terrorist]], [[textielvariatie]], [[The battle of Seattle]], the Great Fire, The Matrix, Thomas Hobbes, Thomas Mann, Thomas Robert Malthus, Thomas-theorema, tienden, tiran, tolerantiesdrempel, Total Recall, Transsylvanië, tweede wereldoorlog, [[twintigste eeuw]].
 
;U
Ulrich Beck.
 
;V
V2-terreur, van Leeuwenhoek, vasten, veiligheids- en samenlevingscontracten met steden en gemeenten (1992), veiligheidsdebat, Verdun (slag om), Vere Gordon Childe, Verlichting (stroming), Versailles (paleis), verzorgingsstaat, vespers, Victor Hugo, Vietnam, Vikingen, Vlaams Blok, volksverhuizingen, voorzorg, vreemdelingenhaat, vroegsignalering, vuurdomesticatie.
 
;W
Walter Benjamin, Weberiaanse machtspiramide, wilde granen, William Gibson, Wittenberg, Wolfgang Amadeus Mozart, Woody Allen.
 
;Z
Zelfbedwang, zelfveillance of zelfcontrole, Zeus, zestiende eeuw, zeventiende eeuw, zinloos geweld, zoutarme dieet, zuiverheid, zwarte zondag (november 1991).
 
==== Afbeeldingsvragen ====
<gallery>
Bestand:AdamSmith.jpg|[[Adam Smith]] [[1723]]-[[1790]]
Bestand:Albert Speer Neurenberg.JPG|[[Albert Speer]] tijdens de [[processen van Neurenberg]] 1905–1981
Bestand:André Breton 1924.jpg|[[André Breton]] in 1924
Bestand:Arthur_Japin.JPG|[[Arthur Japin]]
Bestand:Auschwitz gate june2005.jpg|[[Auschwitz]] 'Arbeit macht frei'
Bestand:Scousebanksy.jpg|[[Banksy]]
Bestand:Bundesarchiv B 145 Bild-F079005-0021, Berlin, Grenzübergang Checkpoint Charlie.jpg|[[Checkpoint Charlie]]
Bestand:BramStokerDedicace.jpg|[[Bram Stoker]]
Bestand:FN Model 1910 1616.jpg|[[Browning]] FN Model 1910
Bestand:Bendixen - Carl Friedrich Gauß, 1828.jpg|[[Carl Friedrich Gauss]] in de ''Astronomische Nachrichten'', 1828
Bestand:Editorial cartoon depicting Charles Darwin as an ape (1871).jpg|[[Charles Darwin]]
Bestand:Charles-mansonbookingphoto.jpg|[[Charles Manson]]
Bestand:Conquistador's monument in Lisbon.jpg|[[Conquistadores]]monument in Lissabon
Bestand:Spanish Conqueror Helmet.jpg|Conquistadoreshelm
Bestand:Hernan1.jpg|[[Hernán Cortés]]
Bestand:Pizarro.jpg|[[Francisco Pizarro]]
Bestand:Nikolaus Kopernikus.jpg|[[Nicolaas Copernicus]]
Bestand:David Van Reybrouck.jpg|[[David Van Reybrouck]]
Bestand:Donna Haraway and Cayenne.jpg|[[Donna Haraway]]
 
Bestand:FilippoTommasoMarinetti.jpg|[[Filippo Tommaso Marinetti]]
Bestand:Francis Bacon.jpg|[[Francis Bacon (wetenschapper)]]
Bestand:Francisco Goya y Lucientes Pintor.jpg|[[Francisco Goya]]
Bestand:Engels.jpg|[[Friedrich Engels]]
Bestand:Nietzsche187a.jpg|[[Friedrich Nietzsche]]
Bestand:Galileo.arp.300pix.jpg|[[Galileo Galilei]]
Bestand:Gavrilloprincip2.jpg|[[Gavrilo Princip]]
Bestand:Geert Mak.JPG|[[Geert Mak]]
Bestand:Gilles Deleuze in 1987.jpg.png|[[Gilles Deleuze]]
Bestand:Giorgio Vasari Selbstporträt.jpg|[[Giorgio Vasari]]
Bestand:H G Wells pre 1922.jpg|[[H.G. Wells]]
Bestand:Ours des carvernes - Crâne.jpg|[[Holenbeer]]
Bestand:Calencatalan.jpeg|[[Kalender]]
Bestand:Charlemagne denier Mayence 812 814.jpg|Karel de Grote
Bestand:Marx6.jpg|Karl Marx
Bestand:Johannes Kepler 1610.jpg|[[Johannes Kepler]], [[1610]]
Bestand:Ulrich Zwingli.png|[[Hulrich Zwingli]]
</gallery>
 
 
[[Categorie:Publicatie]]
[[Categorie:Politiek document]]
[[Categorie:Manifest]]
 
==== Betoogvragen ====
Betoogvragen zijn kennisvragen die peilen naar samenhangende delen, waarbij de student een 'verhaal' kan vertellen, met een begin, een midden en een conclusie.
# De tekst 'Het manifest van de angst' kwam tot stand naar aanleiding van een verjaardagsfeest. Wie schreef de tekst, hoe is de tekst ingedeeld en wat willen de auteurs aantonen?
# 'Het manifest van de angst' probeert de geschiedenis van het veiligheidsdenken evoluïtief, multidisciplinair en comparatief te beschrijven. Wat wordt hiermee precies bedoeld?
# Wat zijn monocausale geweldsverklaringen en welke kritiek kan je hierop geven?
# Leg uit: "De inbedding van de opleiding maatschappelijke veiligheid in een sociaal-agogisch departement heeft vier doelen en wil een focale oplossing vermijden."
# Leg uit: "De mens verbergt zijn kwetsbaarheid."
# Werk uit: 11.000 jaar terug dwingt de klimaatsverandering het kudderoofdier mens tot een aanpassing. Welke aanpassing? Waar en hoe ontstaan die eerste dorpen?
# Waarom vermoeden we dat de priesters voor de krijgers komen en wat zijn de functies van godsdienstige rituelen?
# In West-Europa ontstaat na de volksverhuizingen een sedentaire landbouw. Wat is het gevolg van het sociaal-religieuze gedrag en de opgedreven graan- en vleesproductie?
# Leg uit: In de [[zestiende eeuw]] werken [[Amsterdam]], [[Londen]], [[Parijs]] en [[Wenen]] als magneten op armen. De overheid vertaalt armoede in termen van geschiktheid, nabijheid en meegaandheid.
# Leg uit: De oplossing voor het dilemma van uitsluiten of toelaten is de koppeling van bijstand en arbeid. Armenhuizen introduceren die idee en doen armen werken. Na de stichting van het eerste armenhuis, het [[Rasphuis]] in [[Amsterdam]] in [[1596]], wordt dit in de [[zeventiende eeuw]] de dominante oplossing voor het Europese armoedeprobleem.
# Vertel, verhaal en verklaar: Karl Marx wordt in maart 1848 uit België [[verbannen]]. In Nederland wijst de hoogleraar [[P. Hofstede de Groot]] intussen op het ontstaan van “menslievende verenigingen.” Hofstede de Groot wil niet uit menslievendheid de opkomende arbeidersklasse en de hulpbehoevenden beïnvloeden, hij wil hen politiek en sociaal onmondig houden om “den oorlog die dreigt uit te barsten van de armen tegen de rijken te verhoeden.
# Leg uit en verduidelijk: Terwijl de proletarische arbeidersmassa wegzinkt in ellende wil de bourgeoisie 'leven.' ‘Leven’ moet je ‘voelen’. En daarom zoekt de bourgeoisie modellen die gevaarlijk leven. De “passéïstische syfilis” van Fillipo Marinetti lijkt als dansen op de vulkaan.
# Van wie komt volgend citaat? “Er kunnen slechts oorlogen gevoerd worden als de arbeiders deze als rechtvaardig en noodzakelijk zien of ze ten minste lijdzaam aanvaarden. Maar zodra de meerderheid van de arbeiders tot de conclusie komt (…) dat oorlogen barbaars, dan worden oorlogen onmogelijk.” Leg het citaat uit en betrek P. Hofstede de Groot en [[Germinal (film)]] bij je antwoord.
# Nooit eerder realiseert een oorlog zoveel gruwel. Het aantal slachtoffers en de omstandigheden waarin men tussen 1914 en 1918 terecht komt, vergen veel verbeeldingsvermogen om er maar een glimp van voor de geest te halen. Wat leerde je (in deze cursus) over de eerste wereldoorlog?
# Democide is grootschalig dodelijk staatsgeweld tegen ongewapende burgers. Deelverzamelingen zijn: genocide (een bewust geplande vernietiging van een bevolkingsgroep), Holocaust (de Jodenvervolging in de tweede wereldoorlog) en de hecatombe (een eerder onbedoelde grootschalige slachting als ‘collateral damage’ van een ziekelijke, roofzuchtig winstbejag.
 
==== Inzichtsvragen ====
Bij de inzichtsvragen toont de student dat hij de materie diepgaand bestudeerde.
# Leg uit en toon aan met voorbeelden: "In de toekomst zullen historici schrijven dat de mens rond de millenniumwissel in de ban is van veiligheid, criminaliteit en terrorisme. De obsessie is zo groot dat er sprake is van een nieuw paradigma, stellen Hans Achterhuis en Hans Boutelier."
# Wat bedoelen de auteurs met "In de magische, agrarische, onzekere, gewelddadige en symbolische wereld heeft de (gewone) mens nauwelijks greep op de dingen: niet op de dag en nacht cyclus en zeker niet op 'de tijd'."
# Priesterfiguren focussen op ziektes bij planten en dieren, hoe ze te voorkomen of ze te genezen, ze leren periodes van droogte of regen voorspellen, ‘wijzen’ parasieten en onkruid aan en leggen uit hoe het te verdelgen.
# In West-Europa ontstaat vanaf de [[negende eeuw]] (na de [[volksverhuizingen]]) een [[Sedentaire revolutie|sedentaire landbouw]]. Deze gemeenschappen zijn arbeidsintensiever én kwetsbaarder dan [[Nomade|nomadische gemeenschappen]].
# Arm en rijk zijn [[Dialectiek|dialectisch]] verbonden. Hun armoede is driedubbel paradoxaal en om hun rijkdom te beschermen, ontwikkelen rijken veiligheidsmechanismen.
# In de [[zeventiende eeuw]] – de eeuw van de fysica - geven [[Copernicus]], [[Galileo Galilei|Galilei]], [[Johannes Kepler|Kepler]] en van [[Anthonie van Leeuwenhoek|Leeuwenhoek]] het magische wereldbeeld de [[genadeslag]].
# “La nuit diabolisée” is een moderne uitvinding. In de zestiende en zeventiende eeuw slaan de kerk, de wetenschap en de staat de handen in elkaar om de scheiding tussen hun actieterreinen te voltrekken. Op dat actieterrein bevindt zich één gemeenschappelijke vijand, namelijk de magie, die zowel religieuze, wetenschappelijke als bestuurlijke aspiraties heeft.
# In [[1985]] roept [[Donna Haraway]] de cyborg uit tot een emancipatiesymbool. In haar Cyborgmanifest vervaagt de scheiding tussen organisme en machine en tussen heel veel andere tegenstellingen. Wat bedoeld Haraway hiermee?
# Het huidige machtsmodel is niet vergelijkbaar met een [[piramide]] of een [[panopticum]]. De macht in de infosamenleving functioneert als een [[Ipod]] of een [[rizoom]]. Het rizoom past het best bij [[Anarchisme|anarchistische]] en [[Emancipatie|emancipatiebewegingen]], terwijl het Ipodmodel het [[kapitalistisch]] [[Militaire dictatuur|militaire]] systeem benadert.
# Verduidelijk: Elk [[Manifest|manifest]] roept op basis van de geschetste inzichten op tot iets. Marx en [[Friedrich Engels|Engels]] hebben genoeg van de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal, Marinetti heeft lak aan jong en oud, Breton verzoent het rationele met het irrationele. [[Donna Haraway|Haraway]] beëindigt alle tegenstellingen. De Noord-Zuid tegenstelling van [[Naomi Klein|Klein]] is niets anders dan het kapitalistische probleem dat [[Karl Marx|Marx]] in 1848 schetste. Wij eindigen met [[95 stellingen]], die we niet als [[Maarten Luther|Luther]] indertijd aan de kerkpoort in [[Wittenberg (stad)|Wittenberg]] timmeren, maar die we afvuren als lichtkogels op de angstspoken, niet om hen te bedwingen maar om ze te lokaliseren.
# Leg uit: Het welzijnswerk is noch menslievend, noch een verworvenheid van de groepen tot wie het zich richt. Daarom is het niet te verwonderen dat de oorsprong van het welzijnswerk weinig te maken heeft met een burgerlijk geweten of een verantwoordelijkheidsgevoel maar is verbonden met de veiligheidszorg.
# Leg volgende twee stellingen uit: Zuiverheid is het gevaarlijkste woord op deze planeet. Waar dat opduikt volgt [[Auschwitz (concentratiekamp)|Auschwitz]]. Een voorwaarde om een [[genocide]] te realiseren, is het conformisme van daders, slachtoffers en omstaanders. Het bestuderen van het [[non-conformisme]] moet voor studenten verplicht zijn.
# Leg uit: De lijfstraf uit de agrarische samenleving maakte plaats voor het controlerend toezicht (surveillance) van de industriële gedisciplineerde samenleving.
# Leg uit: De Holocaust was geen zoveelste antisemitische gruweldaad die de Europese geschiedenis kenmerkt, beklemtoont [[Geert Mak]] in '[[In Europa (televisieprogramma)|In Europa]]'. Het was een bureaucratisch exces waaraan honderdduizenden Europeanen probleemloos deelnamen omdat ze de orde en de regelmaat van het kantoor hoger waarderen dan hun eigen geweten.
# Leg uit: De [[Max Weber (socioloog)|Weberiaanse]] machtspiramide werd bij de industrialisatie een [[Panopticum|panoptische]] macht. Die maakt nu plaats voor het Ipod model.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.