Meten en onzekerheid/Onzekerheid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
KKoolstra (overleg | bijdragen)
KKoolstra (overleg | bijdragen)
Regel 33:
{|style="border:2px solid #000000;"
|
{{Afbeelding duocombi
'''Proctorproef'''
| align = right
 
| width = 600 px
{{Afbeelding duo
| breedteafb1 = 700Zand pxoven.jpg
| bijschrift1caption1 = Om het vochtgehalte te bepalen, wordt het monster gewogen, gedroogd in een oven en opnieuw gewogen.
| afbeelding1 = Zand oven.jpg
'''| afb2 = Proctorproef'''.jpg
| breedte1 = 448px
| bijschrift2caption2 = Een machine met een gewicht van 2,5 kg met een oppervlakte van 50,8 mm slaat met 25 slagen per laag het monster aan.
| bijschrift1 = Om het vochtgehalte te bepalen, wordt het monster gewogen, gedroogd in een oven en opnieuw gewogen.
| afbeelding2 = Proctorproef.jpg
| breedte2 = 252px
| bijschrift2 = Een machine met een gewicht van 2,5 kg met een oppervlakte van 50,8 mm slaat met 25 slagen per laag het monster aan.
}}
 
'''Proctorproef''' <ref>Deze tekst is een bewerking van het lemma [[w:proctorproef|]] op nl.wikipedia. Versie: zie [1]; auteurs: zie [2]</ref>
 
De proctorproef is een testprocedure die wordt toegepast om de dichtheid van een grond[[steekproef|monster]] te bepalen zodat men de funderingsstabiliteit van de grond kan vaststellen. De naam verwijst naar de Amerikaanse ingenieur [[w:Ralph R. Proctor|Ralph R. Proctor]] die in 1933 de eerste varianten van de proef ontwikkelde.
 
Er moet eerst worden bepaald wat het vochtgehalte van de genomen grondmonsters is. De grondmonsters worden genomen met een cilinder van een bepaalde inhoud. Het vochtgehalte wordt gemeten door ongeveer 150 gram nat zand uit een monster in de ovenschaal te doen, dit gewicht wordt dan genoteerd. Hierna wordt dit zand enkele minuten verwarmd in een oven. Op regelmatige tijdstippen wordt gewogen en indien het gewicht niet meer dan 0,1% afwijkt van de vorige meting wordt het monster als droog beschouwd. Nu wordt het droge gewicht gemeten, en zo is bekend hoeveel vocht het betreffende monster bevat.
 
De maximale dichtheid wordt bepaald aan de hand van een test. Een machine met een gewicht van 2,5 kg met een oppervlakte van 50,8 mm slaat met 25 slagen per laag het monster aan, het aantal lagen verschilt per inhoud van de cilinder (3 tot 5), de lagen zijn gemiddeld 40 mm dik. De foto toont de cilinder met inhoud die wordt aangeslagen door het betreffende gewicht.
 
Om vervolgens de maximale proctordichtheid te bepalen wordt als volgt te werk gegaan:
Men begint met een normale waarde (het vochtgehalte zoals deze met het monster was geleverd) en vervolgens voegt men een x aantal % aan water toe en voert de test nogmaals uit. Dit gebeurt zo vaak totdat de dichtheid begint te dalen.
|}
 
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.