Hermetische kabbala/De sefirot: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
plaatje verplaatst
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
{{Hermetische kabbala}}
[[Bestand:Tree of life wk 03.jpg|left|thumb|200 px|De Levensboom met de paden en de 10 sefirot, gezien als 'emanaties' van de schepping: Kether (1), Chokhmah (2), Binah (3), Daath, Chesed (4), Geburah (5), Tiphareth (6), Netzach (7), Hod (8), Yesod (9), Malkuth (10), waarbij Daath de verborgene is en geen nummer krijgt. Ook de plaatsing van de tarottroeven is aangegeven. De hier getoonde kaarten zijn die van de [[Tarot/Rider-Waite tarot|Rider-Waite Tarot]]]]
De emanaties die ontspruiten uit Ain Suph Aur zijn tien in getal en worden '''sefirot''' genoemd. Vanuit Ain Suph Aur neemt Kether, de eerste sefira van de kabbalistische levensboom, vorm aan. Kether op zijn beurt emaneert de rest van de sefirot. In totaal zijn er dus 10 sefirot gevormd: Kether (1), Chokhmah (2), Binah (3), Daath, Chesed (4), Geburah (5), Tiphareth (6), Netzach (7), Hod (8), Yesod (9) en Malkuth (10), waarbij Daath als 'De Verborgene' geen nummer krijgt. Elke sefira op zich wordt beschouwd als een knooppunt ([[w:nexus|nexus]]) van goddelijke energie die vaak beschreven wordt als "Het goddelijk licht". Dat goddelijk licht stroomt vanuit het niet-manifeste via Kether in het manifeste. Die lichtstroom wordt op de levensboom voorgesteld als een soort bliksemstraal die door alle sefirot gaat in de volgorde van hun ontstaan.
 
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.