Amerikaanse literatuur/20e eeuw Dichters van het modernisme: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
T.S. Eliot
aanvulling
Regel 3:
 
Talrijke andere dichters leverden belangrijke bijdragen in deze voor de poëzie revolutionaire tijd, onder meer: [[Amerikaanse literatuur/Gertrude Stein|Gertrude Stein]] (1874-1946), [[Amerikaanse literatuur/Wallace Stevens|Wallace Stevens]] (1879-1955), [[Amerikaanse literatuur/William Carlos Williams|William Carlos Williams]] (1883-1963), [[Amerikaanse literatuur/H.D. |Hilda Doolittle (HD)]] (1886-1961), [[Amerikaanse literatuur/Marianne Moore|Marianne Moore]] (1887-1972), [[Amerikaanse literatuur/E. E. Cummings|E. E. Cummings]] (1894-1962) en [[Amerikaanse literatuur/Hart Crane|Hart Crane]] (1899-1932).
 
Andere dichters uit deze periode, zoals Archibald MacLeish (1892-1982), experimenteerden met modernistische technieken, maar werden ook aangetrokken tot de meer traditionele vormen van schrijven. Weer anderen, zoals Robinson Jeffers (1887-1962), adopteerden in hun gedichten de modernistische vrijheid, terwijl ze zich toch afzijdig hielden van modernistische groeperingen en programma's.
 
De modernistische fakkel werd in de jaren 1930 overgenomen door een groep dichters die bekendstaat als de ''objectivisten''. Deze omvatten Louis Zukofsky (1904-1978), Charles Reznikoff (1894-1976), George Oppen (1908-1984), Carl Rakosi (1903-2004), en later ook Lorine Niedecker (1903-1970). Kenneth Rexroth, die werd opgenomen in de ''Objectivist Anthology'', was samen met Madeline Gleason (1909-1973), een voorloper van de ''San Francisco Renaissance'. Veel van de objectivisten kwamen uit stedelijke gemeenschappen van nieuwe immigranten, die vanuit hun taal en achtergrond een verrijkende invloed hadden op de Amerikaanse poëzie.
 
{{sub}}
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.