Latijn/Naamwoorden: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
*Getal of ''numerus''
*Geslacht of ''genus''
 
 
=== Naamvallen ===
Het Latijn kenmerkt zich door het gebruik van naamvallen (''casus''). Dit zijn speciale vormen van een substantief, adjectief of pronomen (voornaamwoord) die de functie in de zin aanduiden doormiddeldoor middel van de uitgang die tegelijkertijd verschilt tussen enkelvoud en meervoud. Voorzetsels dwingen ook het gebruik van bepaalde naamvallen af (ze ''regeren'' dan een naamval).
 
Omdat de functie van een zelfstandig naamwoord in de zin van de vorm kan worden afgeleid, kan het Latijn veel gemakkelijker van de standaard woordvolgorde afwijken. Een voorbeeld:
Regel 20 ⟶ 19:
Nu zien we aan de uitgang -''um'' dat de slaaf het lijdend voorwerp is en aan de uitgang -''a'' dat de slavin het onderwerp van de zin is. Overigens zou de normale woordvolgorde van de zin ''ancilla servum amat'' zijn. Door de afwijkende woordvolgorde krijgt ''servum'' meer nadruk en we zouden de zin eigenlijk moeten vertalen met: "Het is de slaaf waar de slavin van houdt!" (en van niemand anders). Toch kan er geen verwarring bestaan over wie van wie houdt door de eenduidige uitgangen.
 
Traditioneel worden er 6 naamvallen onderscheiden:
Traditioneel worden er 6 naamvallen onderscheiden (''nominatief'', ''genitief'', ''datief'', ''accusatief'', ''ablatief'' en ''vocatief''). Oorspronkelijk kende het Latijn echter ook nog een ''locatief'' en een ''instrumentalis'', ieder met eigen uitgangen. De vormen van de locatief komt men nog wel eens tegen bij het gebruik van plaatsnamen.
*''nominativus'' (Nederlands: ''nominatief'')
*''genitivus'' (Nederlands: ''genitief'')
*''dativus'' (Nederlands: ''datief'')
*''accusativus'' (Nederlands: ''accusatief'')
*''ablativus'' (Nederlands: ''ablatief'')
*''vocativus'' (Nederlands: ''vocatief'').
 
TraditioneelOorspronkelijk wordenkende erhet 6Latijn naamvallennog onderscheidentwee (''nominatief'',naamvallen: ''genitief'',de ''datieflocativus'', ''accusatief'',(Nederlands: ''ablatief'' en ''vocatieflocatief''). Oorspronkelijk kende het Latijn echter ook nog een ''locatief'' en eende ''instrumentalis'', ieder met hun eigen uitgangen. De vormen van de locatief komt men nog wel eens tegen bij het gebruik van plaatsnamen.
 
In de literatuur worden de naamvallen vaak genummerd. De bovenstaande volgorde (van nominatief tot vocatief) is tevens de volgorde waarin ze traditioneel genummerd worden. De traditionele nummering wordt echter niet altijd gehandhaafd. Vooral in schoolboeken, waarin de accusatief eerder uitgelegd wordt dan, zeg, de ablatief, wil men nog wel eens van de nummervolgorde afwijken. Om verwarring te voorkomen gebruiken we in dit werk de namen van de naamvallen en vermijden we iedere vorm van nummering. Meestal korten we de naamvallen daarbij tot drie letters af: ''nom.'', ''gen.'', ''dat.'', ''acc.'', ''abl.'' en ''voc.''
 
 
==== Naamvalsvormen ====
Regel 88 ⟶ 94:
Voorbeeld:
:''Servus '''patris''' stultus est'' = de slaaf van de vader is dwaas
 
 
==== Datief ====
Regel 143 ⟶ 148:
 
In woordenboeken worden de geslachten vaak aangeduid met de eerste letter van de Latijnse naam van het geslacht, dus ''m'' voor mannelijk, ''f'' voor vrouwelijk en ''n'' voor onzijdig.
 
 
==Overzicht van de naamwoorden==
 
=== Adjectief===
De ''(nomina) adiectiva'' of bijvoeglijke naamwoorden zijn woorden die een eigenschap of toestand uitdrukken. Het zijn woorden als ''groot'', ''lang'', ''treurig'' etc. In het Nederlands komen ze in de regel vóór het zelfstandig naamwoord of in een naamwoordelijk gezegde. In het Nederlands wordt het bijvoeglijk naamwoord heel summier verbogen, afhankelijk van het geslacht en bepaaldheid van het zelfstandig naamwoord waar het bij staat: een ''groot'' huis, het ''grote'' huis.
Regel 153 ⟶ 156:
 
In het Nederlands wordt het bijvoeglijk naamwoord vóór het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort geplaatst. In het Latijn echter wordt het bijvoeglijk naamwoord bij voorkeur achter het zelfstandig naamwoord geplaatst. Door de grotere vrijheid van de woordvolgorde in het Latijn kan het echter wel eens voor het zelfstandig naamwoord komen, zeker in poëtische teksten.
 
 
====Indeling van het adiectivum====
Regel 173 ⟶ 175:
 
In dit geval is ''"waarmee"'' een ''betrekkelijk voornaamwoord''. Het neemt in de betrekkelijke bijzin de plaats van ''"de auto"'' in.
 
 
 
 
===Telwoorden===
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.