|oogstomschrijf= Eind september oogst je alle (ook de groene) resterende tomaten. Leg de groene in kistjes vorstvrij en donker weg en zet regelmatig een kistje voor een zonnig raam. Ze worden dan vanzelf rood. Tomaten moeten koel worden bewaard, maar niet in de koelkast.
|vermeermaand= 7-9
|vermeeromschrijf= Het beste is natuurlijk als je tomaten zoveelzo veel mogelijk bestand zijn tegen lage temperaturen want eigenlijk is het seizoen te kort. Selecteer de vroege, snelle groeiers en merk ze. De stam moet stevig zijn en de bloemen moeten snel na elkaar komen. Laat de vruchten aan de plant rijpen. Geen zaad nemen van vruchten die barsten of melig zijn. De vrucht moet verder een kleine kroonimplant hebben en weinig zaden bevatten. Als ze goed rijp zijn haal je de zaden eruit en doe ze in een droog glas. Het anti kiemmiddel (de geelachtige vloeistof rond het zaad) zorgt ervoor dat de zaden niet in de vrucht kiemen. Laat de zaden met vloeistof in een beetje water gisten, controleer dagelijks de voortgang want dat is afhankelijk van de temperatuur. Als de zaden naar boven komen drijven spoel je in een zeef onder de kraan en daarna onmiddellijk drogen door te mengen met fijn wit zand. Daarna de zaden eruit zeven en in een warme ruimte nadrogen.
