Verklarende woordenlijst biologie voor het secundair onderwijs/N: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 68:
Een zenuwcel heeft een cellichaam of ''soma'', en een aantal lange dunne uitlopers. Globaal genomen zijn er twee soorten uitlopers: [[../A#axon|axon]]en en [[../D#dendriet|dendrieten]]. De axon is vaak erg lang (tot ca. een meter), veel dikker (ca. 25 micrometer) dan dendrieten en onvertakt, behalve aan het uiteinde; de dendrieten zijn dun en sterk vertakt. Een impuls doorheen een zenuwcel gaat van dendriet over cellichaam naar axon. Rond het axon bevindt zich ook een myelineschede.
===neuriet===
Soms wordt neuriet ook gedefinieerd als een uitloper, die nog niet is uitgegroeid tot een {{vw|D|dendriet}} of {{vw|A|axon}}.
===nicotinamideadeninedinucleotide===
|