Onderwijstechnologie/Voorbeelden onderwijstechnologische realisaties/Rapport NT2 2012-2013: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Vberth (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Vberth (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''NEDERLANDS NU EN LATER'''
 
'''Rapport van de groepstaak onderwijstechnologie'''
 
Regel 52 ⟶ 53:
De tool die wij hebben ontwikkeld is zodoende geen vaststaand geheel. Het is een website die voortdurend kan aangepast worden, afhankelijk van de noden en interesses van de geïnterneerden. Op een webpagina specifiek voor docenten helpen we de medewerkers van het zorgteam al een stuk verder op weg door te verwijzen naar interessante websites waar oefeningen te vinden zijn.
Een gebruiksvriendelijke handleiding en de gebruikerscodes worden via Véronique aan het zorgteam overgemaakt.
 
'''3. Bestaande (zorg)programma’s voor geïnterneerden in de gevangenis van Vorst'''
 
Veronique werkt sinds juli 2007 als psychologe in het zorgteam op de psychiatrische annex van het arresthuis te Vorst (Brussel). De psychiatrische annex van Vorst huisvest rond de 100 geïnterneerden. Het zorgteam valt onder de Dienst Gezondheidszorg Gevangenissen van de Federale Overheidsdienst Justitie. Haar opdracht bestaat erin de psychische, fysieke en sociale mogelijkheden van de geïnterneerden vast te stellen, te herstellen of optimaal te behouden. Het zorgteam komt niet tussen wat strafuitvoeringsmodaliteiten betreft. Haar rol is niet evaluatief maar zorgverlenend en ze is strikt gebonden aan het beroepsgeheim. Het zorgaanbod gebeurt met het oog op de overgang van de geïnterneerden naar een volgende behandelingsfase in het forensisch psychiatrisch zorgcircuit en helpt hen zich voor te bereiden op een leven na de gevangenis. Omdat geïnterneerden na hun gevangenschap steeds georiënteerd worden naar een residentiële of ambulante begeleiding, leggen de zorginterventies een basis waarop deze verdere hulpverlening zich kan enten.
 
Het team van Vorst is multidisciplinair samengesteld uit 3 psychiaters, 2 psychologen, 1 psychiatrisch verpleegkundige, 1 maatschappelijk werker, 1 ergotherapeut en 1 opvoeder. Zij staan in voor een gestructureerd aanbod aan therapeutische activiteiten. Deze activiteiten maken deel uit van de psychosociale interventies van de behandeling en kunnen in groep of individueel doorgaan. Naast sport, gespreksgroepen en creatieve activiteiten zijn er ook groepsactiviteiten gericht op het leren van vaardigheden. Zo zijn er de lessen Nederlands voor anderstaligen (psychologe) en de informaticalessen door de ergotherapeut.
 
'''4. Doelstellingen van de website'''
 
Het gebruiken van onze website beantwoordt aan twee verschillende doelstellingen:
 
Ten eerste situeert het leeraanbod zich binnen een primair traject. Hiermee bedoelen we het traject binnen de gevangenis waarbij het leeraanbod deel zal uitmaken van de psychosociale interventies van het zorgteam. Via onze website kunnen de zorgverleners in de gevangenis een extra activiteit aan hun therapeutisch aanbod toevoegen die de reeds bestaande taallessen verder aanvult en voortbouwt op de basiskennis die tijdens de informaticalessen werd gelegd. De door ons ontwikkelde tool is geen vaststaand geheel, maar wel constant aanpasbaar en de lesgevers kunnen naar believen materiaal toevoegen en verwijderen.
 
Via onze website leren geïnterneerden vaardigheden en taal (NT2 en basisNederlands voor Nederlandstaligen met beperkte taalkennis) en worden ze tegelijkertijd cognitief gestimuleerd. Hiernaast – gezien het doelpubliek – beschouwen we het verlaten van de cel en deelname aan de activiteit op zich al als een belangrijke stap in het doorbreken van de negatieve symptomen. Dus naast het aanleren van vaardigheden is ons leeraanbod via de computer ook een therapeutisch middel tot activatie en stimulatie van een publiek dat zowel letterlijk als figuurlijk moeilijk te bewegen is. Het is belangrijk dit mee te geven om te begrijpen dat wij in deze zin geen perfecte leerresultaten van onze leerlingen zullen verwachten maar reeds de deelname op zich willen aanmoedigen.
 
De tweede doelstelling komt tegemoet aan het secundair traject. In dit traject is de psychiatrische patiënt niet langer opgesloten in de gevangenis maar zich volop aan het re-integreren in de maatschappij. Met onze tool wensen we hier op twee manieren aan bij te dragen:
 
Ten eerste bieden we praktische taaloefeningen aan over een zestal levensdomeinen die belangrijk zijn voor de band met de samenleving.
 
Ten tweede helpen we via onze website geïnterneerden die uit de gevangenis ontslagen zijn Brusselse initiatieven en activiteiten te vinden voor het leren van Nederlands. We focussen ons hierbij op initiatieven waarbij het samen-leren met andere NT2-studenten centraal staat, ter bevordering van hun integratie. We denken hierbij bijvoorbeeld aan conversatietafels.
 
'''5. Over (her)integratie'''
 
Op de webstek van Weliswaar (welzijns- en gezondheidsmagazine voor Vlaanderen) konden we vrij een artikel rond zorg aan geïnterneerden (gedateerd 01/03/2013) raadplegen. Opsluiten daar voldoet de wetgever aan. Het tweede luik namelijk een menswaardige behandeling om weer in de maatschappij te kunnen meedraaien, blijft in de meeste gevallen uit. Een gradueel traject lezen we verder om de geïnterneerden voor te bereiden op een herintegratie in de maatschappij is ver zoek. In het beste geval is zijn situatie op vlak van wonen, werk en netwerkondersteuning in orde op het moment dat hij/zij ontslaan wordt uit de gevangenis. Stilaan lijkt er licht te schijnen aan het eind van de tunnel. Een studie van HoGent resulteerde in een boek over de behandeling van geïnterneerden. Ook vanuit politieke wereld zijn er signalen. Zo heeft SP.A-senator Dhr. B. Anciaux onlangs een wetsvoorstel ingediend betreffende de internering van personen. De senator legt in zijn wetsvoorstel de nadruk op betere zorg met het oog op een menswaardig bestaan binnen de muren en een gefaseerde voorbereiding op een maatschappelijke re-integratie in de maatschappij.
 
Maar wat is integratie eigenlijk? Wel, Het Van Dale groot woordenboek van de Nederlandse taal leert ons dat integratie het maken van of opnemen in een groter geheel is. Het is bijgevolg een begrip dat in diverse contexten kan worden toegepast. We denken ter voorbeeld aan het onderwijs, migratiebeleid, de arbeidsmarkt enzovoort.
 
Wie gebruik maakt van begrippen als (her)integratie of re-integratie dient ons inziens eerst te belichten waarom de mens in kwestie geen deel meer uitmaakt van het groter geheel. Onze doelgroep is als het ware letterlijk uit de samenleving gerukt. De wet van 2007 inzake leert ons wat internering is en we citeren :
 
“een veiligheidsmaatregel die ertoe strekt de maatschappij te beschermen én er voor te zorgen dat aan de geïnterneerde de zorgen worden verstrekt die zijn toestand vereist met het oog op zijn re-integratie in de maatschappij kan plaatsvinden in verschillende instellingen”.
 
Vooraleer dieper in te gaan op herintegratie staan we nog even stil bij voorafgaande. Er bestaat namelijk zoiets als burger en burgerschap. Juridisch gezien kan men spreken van drie categorieën van rechten. Vooreerst omvat burgerschap civiele rechten. We denken hierbij o.a aan burgerlijke vrijheden, de garantie van een eerlijke rechtspraak enzovoort; secundo omvat het de politieke rechten; tertio zijn er de sociale rechten. Bij het definiëren van burgerschap spreekt het vanzelf dat de centrale vraagt rijst naar in hoeverre een individu die rechten al dan niet ontvangt van de staat. De geïnterneerden werden door de overheid van hun vrijheid beroofd.
 
Waarom is herintegratie nodig? Wel, het spreekt vanzelf dat de tijd niet stil staat. Evenals de technologie is de maatschappij een product van de mens. De maatschappij is voortdurend in beweging en veranderd doorheen de tijd. Logischerwijs raak je als mens het maatschappelijke spoor bijster door een langdurig verblijf in de gevangenis. Voorts kampen geïnterneerden met een problematiek van psychische aard. Een daarbij bijkomende drempel is voor legio het niet machtig zijn van de dominante taal buiten de muren. Met onze tool pogen we het zorgteam een houvast aan te reiken in de begeleiding, om voortkomende handicaps binnen de muren gefaseerd te remediëren.
 
De implementatie van onze tool gedurende de zorgverlening kan beschouwd worden als een eerste stap naar (her)integratie. Hierbij staat empowerment centraal. Empowerment draagt bij tot een succesvolle re-integratie en kan gedefinieerd worden als, we citeren:
 
“een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen greep krijgen op de eigen situatie en hun omgeving en dit via het verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie. Dit heeft als doel een volwaardig burgerschap, naar een maatschappelijke integratie voor iedereen”.
 
Om het hele proces van (her)integratie goed te laten verlopen, maken we gedurende de voorbereidende fase op leven buiten de muren gebruik van domeinen. We haalden hiervoor onze mosterd uit de conceptnota (Wat is inburgering in Vlaanderen?). De auteur in kwestie maakt gebruik van een model ontleend aan onze noorderburen. Het Instituut voor Sociologisch-Economisch onderzoek van de Erasmus universiteit Rotterdam ontwikkelde een integratiemonitor. Empowerment gebeurt op de verschillende domeinen binnen onze tool. Taalverwerving loopt evenals als een rode draad doorheen het veel complexer geheel.
 
Het spreekt vanzelf dat we taalverwerving beogen als middel tot herintegratie. Geïnterneerden hebben doorgaans een arm netwerk aan sociale contacten. In onze visie fungeert taalwerving binnen de muren als voorbereidende fase om de kloof tot re-integratie te verkleinen. Alles is communicatie volgens P. Watzlawick. Eens buiten de muren speelt de verworven kennis aan taal een primordiale rol in slagen tot integratie. Daar het taalontwikkelingsproces zich verder zet in allerlei initiatieven waaronder taalprojecten. Meer daarover leest u in het deel secundair traject.
 
Ter afsluiting willen u meegeven dat we uit het bovenvermelde artikel uit de Weliswaar konden lezen dat het volgens de auteur moeilijk is om mensen van achter de tralies voor te bereiden op een succesvolle re-integratie. In het licht van voorafgaande hopen we dan ook met onze tool een positieve bijdrage te kunnen leveren aan het proces van zorg en de opstap naar een herintegratie van geïnterneerden naar een menswaardig bestaan.
 
'''6. Waar moesten we rekening mee houden?
'''
Vooraleer effectief te zijn overgegaan tot de creatie van onze website, bogen wij ons over een aantal vragen die van invloed waren op het verdere verloop van ons groepswerk:
 
a)Hoe tegemoetkomen aan de cognitieve en psychologische moeilijkheden van de geïnterneerden? Bovendien betreft het vaak een sociaal achtergesteld publiek, wat ons noopt tot het gebruik van een aantal pedagogisch didactische technieken die ook van toepassing zijn op lager geschoolden.
 
Een eerste brainstorm leverde al heel wat ideeën op: werken met symbolen, integreren van bestaand lesmateriaal, inbouwen van succeservaringen,... . Uiteindelijk besloten we op een heel gestructureerde manier lesmateriaal (vooral oefeningen) aan te bieden aangaande heel praktische zaken die we in domeinen zouden onderverdelen. De oefeningen onder deze domeinen hebben verschillende niveaus van moeilijkheid waaruit de geïnterneerden kunnen kiezen.
 
b)Wat is het huidig (taal)niveau van de leerlingen? Anne Maria, leerkracht NT2 vond het wel belangrijk om via een test vooraf het niveau van onze leerlingen te bepalen. Op die manier kunnen zij voor zichzelf beter inschatten welke moeilijkheidsgraad ze aankunnen en kan nattevingerwerk vermeden worden. De Covaartest is een voorbeeld van een test die wordt gebruikt voor laaggeschoolden en mensen uit een andere cultuur die NT2 gaan volgen. De test meet niet de taalkennis op zich maar wel het leervermogen (vermogen om verbanden te leggen, om te redeneren,...). Onze meningen rond het al dan niet bepalen van het niveau vooraf waren verdeeld. We vroegen ons onder meer af of dit niet stigmatiserend zal gaan werken. Uiteindelijk werd besloten een test online aan te bieden en te laten afnemen onder begeleiding. Het zorgteam zal de resultaten enkel als advies meegeven waardoor mensen de vrije keuze behouden om binnen het menu te kiezen.
 
Tijdens de zoektocht naar een geschikte online taaltest hebben we hulp gekregen van het Huis van het Nederlands Brussel (HvN). Deze kleine samenwerking zorgde er tevens voor dat het HvN geïnteresseerd is in het uiteindelijk resultaat van ons project.
 
Het HvN bezorgde ons een lange lijst met verschillende online taaltesten. Norah heeft deze lijst gescreend en de meest geschikte test werd op de website geplaatst.
 
c)Wat met de geïnterneerden die niet (goed) met de computer overweg kunnen? Gezien er reeds informaticalessen door het zorgteam aangeboden worden, kunnen zij vooraf een initiatie volgen met de ergotherapeut alvorens naar onze website te gaan. Ze leren er eenvoudige operaties aan, zoals het aan- en afzetten van de computer, het bedienen van het toetsenbord en de muis, enz..
 
d)Zijn bepaalde prikkels die onze website zal bevatten wel (ethisch) verantwoord om te gebruiken? Bepaalde muziek of beelden riskeren immers andere connotaties (vaak seksuele) te verwerven door mensen die al lang zijn opgesloten en/of aan een psychiatrische aandoening lijden. Degene die vrij (op proef) zijn hebben mogelijks wel meer weerbaarheid en zijn minder kwetsbaar dan zij in de gevangenis. We spreken af dat we niet teveel prikkels tegelijkertijd aanbieden, temeer ook gezien de cognitieve beperkingen van sommige patiënten. Bij de keuze van geschikte oefeningen hebben we hiermee rekening gehouden.
 
Het is belangrijk mee te geven dat mensen die volop aan het wanen of hallucineren zijn niet uitgenodigd worden voor de lessen. Voor hen is het toedienen van medicatie prioritair om hun toestandsbeeld te doen afzwakken en hen te stabiliseren.
 
'''7. Enkele knelpunten
'''
Geïnterneerden hebben via de activiteit “Informatica” toegang tot een computer maar niet tot het internet. Voor geïnterneerden die de gevangenis hebben verlaten is dit wellicht meer realistisch, nog los van de vraag of zij na hun gevangenschap wel gemotiveerd zullen zijn om onze site te blijven gebruiken.
 
Voor de eerste groep zien wij ons dus geconfronteerd met het intern gevangenisreglement, maar eveneens met andere wettelijk bepaalde regels waarmee we rekening moeten houden.
 
Wat dit laatste betreft ging Anne Marie op zoek. Ze kwam erop uit dat gevangenen in de gevangenissen van Hasselt en Ittre beperkte internettoegang zouden krijgen. Dit zou individueel per gevangene worden bekeken. In de wetgeving op het gevangeniswezen staat duidelijk dat aan gedetineerden opleidingen zoals taalcursussen en alfabetisering worden aangeboden. Veronique bevestigt dit. Er zijn initiatieven van externe diensten die opleidingen aanbieden, gaande van afstandsonderwijs tot (groeps)lessen binnen de gevangenis. Dit laatste wordt echter praktisch steeds minder en minder haalbaar. De overbevolking in de gevangenissen maakt dat men het aantal bewegingen zoveel mogelijk wil beperken. Er lopen nogal wat cursussen afstandsonderwijs, maar gezien de onderwijsvorm vallen de geïnterneerden vaak uit de boot of haken zij voortijdig af als dit niet van dichtbij wordt opgevolgd.
 
Een leerproject dat intern kan georganiseerd worden en dat ondersteund en omkaderd wordt door zorgpersoneel kan aan deze lacunes tegemoet komen en het is dan ook belangrijk dit zo te kaderen tijdens de bespreking met de gevangenisdirectie van Vorst.
 
Na de voorstelling van ons project aan de directeur stelde Veronique de vraag of toegang tot een aantal internetsites mogelijk was en/of de sites waarnaar we willen doorverwijzen op het intranet van justitie kunnen worden geplaatst. De directeur was niet heel enthousiast. In het verleden is internettoegang aan gevangenen namelijk al uit de hand gelopen. Hij zou de vraag stellen aan zijn hiërarchische meerderen maar zei erbij dat dit wel wat tijd in beslag zou nemen.
 
We bespraken dit knelpunt met dhr. Bruno Van Bogaert die ons liet verstaan toch door te gaan met ons project in afwachting van een positieve beslissing. Onze website zal dus op het moment van onze prestatie nog niet worden gebruikt. Veronique volgt de situatie op en zal de vraag ook stellen via de verantwoordelijke van de zorgteams in de andere Vlaamse gevangenissen.
 
Wat opzoekwerk naar reeds bestaande systemen in het buitenland leidde Veronique naar Trulincs/CorrLinks en Prison PC (Verenigde Staten). Het zou interessant zijn deze informatie te kunnen meenemen naar de besprekingen, maar we realiseren ons dat het hier gaat om serieuze beleidsbeslissingen waarbij niet over één nacht ijs zal worden gegaan.
 
Prison PC geeft gevangenen toegang tot een beperkte lijst van goedgekeurde websites. E-mailen is eveneens mogelijk. Het is in eerste instantie ontworpen om via internet mogelijkheden tot opleiding te bieden. http://www.prisonpc.com/
 
Trulincs staat voor “Trust Fund Limited Inmate Computer System”. Via dit systeem kunnen gevangenen tegen betaling email versturen en ontvangen, dit na controle door gevangenispersoneel. Eenmaal goedgekeurd worden ze doorgestuurd naar een Website die gehost wordt door CorrLinks. De gevangenen hebben binnen dit systeem geen toegang tot Internet. http://www.bop.gov/inmate_programs/trulincs_faq.jsp;
 
http://en.wikipedia.org/wiki/Corrlinks
 
You've got jail mail
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.