Onderwijstechnologie/Voorbeelden onderwijstechnologische realisaties/Rapport Taal-Letterkunde 1 2012-2013: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
LiévineVD (overleg | bijdragen)
Regel 105:
==== Gebruik van Xerte ====
 
Xerte op zich is gebruiksvriendelijk: er is uiteraard een handleiding (hyperlink[http://194.7.157.205/moodle/mod/resource/view.php?id=1031 handleiding Xerte)] voorzien, maar zelfs zonder deze te raadplegen en mits wat zoekwerk, kom je al snel tot enig resultaat. Bij elke volgende stap wordt namelijk toegelicht welke actie er verwacht wordt.
 
We kozen ervoor om in Xerte onze diagnosetest aan te maken en om de eigenlijk oefenreeksen die in het tweede gedeelte van de tool aan bod komen, te maken met behulp van Educaplay (Hierover wordt verder meer uitleg gegeven). Een nadeel van Xerte dat we toen ondervonden, is het feit dat er (nog) geen manier bestaat om automatisch oefenreeksen te creëren. Toen we dit navroegen op het technisch forum van Toll-net, werd ons verteld dat dit te gecompliceerd is en dat daar waarschijnlijk betalende software voor nodig is. Daarom hebben we ons project qua opzet vereenvoudigd, terwijl we oorspronkelijk wel van plan waren deze mogelijkheid in de tool op te nemen en aan te bieden. Om de resultaten van de ‘diagnose-’oefeningen gedifferentieerd weer te geven, gebruikten wij de optie ‘inventarisatie’. Het principe van deze optie is dat binnen een quiz antwoorden een bepaalde classificatie kunnen krijgen. Dit is in se hetzelfde principe dat meestal wordt toegepast voor de typische persoonlijkheidstestjes in vrouwenblaadjes zoals de Joepie, de Flair … . Je kiest in Xerte 'voeg toe'. Daar vind je onder de categorie 'interactiviteit' de keuze 'inventarisatie'. Hier kan je naast de titel enz. verschillende classificaties kiezen. Deze corresponderen met een cijfer van 0 tot 9, dat je nodig zal hebben in de volgende stappen. In een fictief voorbeeld met een kleurentest kan je bijvoorbeeld kiezen om de classificaties (of thema’s) ‘rood’, ‘blauw’, ‘groen’, ‘geel’ op te nemen. In de oefeningen krijgt elke classificatie dan een soort van code toegekend, door middel van het cijfer van 0 tot 9. Bijvoorbeeld: 0 = fout tegen rood; 1 = fout tegen blauw; 2 = fout tegen groen; 3 = fout tegen geel. Bij ‘score type’ kies je 'individueel percentage' en eveneens welk type grafiek (taart). Vervolgens kan je de vragen toevoegen door op 'ivQuestion' te klikken. Je stelt je vraag en kan ook kiezen wel of niet feedback te tonen. Zoals eerder vermeld hebben wij ervoor gekozen geen feedback te tonen. Vervolgens moet je mogelijke antwoorden ingeven door te klikken op ‘ivOption toevoegen’. Als de vraag in onze fictieve kleurentest is: "Welke kleur heeft een smurf?" kan je bijvoorbeeld de volgende drie antwoorden ingeven: 'blauw', 'rood', 'groen'. Daarbij is het belangrijk dat je een classificatie kiest. Aangezien een smurf blauw is, zijn rood en groen fouten tegen de classificatie 'blauw'. Het ‘thema’ of het onderwerp van deze vraag is met andere woorden ‘blauw’. Dit betekent dat je classificatie '1' kiest in het voorbeeld van de kleurentest. Voor het gewicht van het antwoord hebben we overal standaard 1 gekozen bij een fout antwoord. Het juiste antwoord in de voorbeeldvraag “Welke kleur heeft een smurf?” krijgt eveneens classificatie ‘1’ maar gewicht ‘0’, zodat enkel de foute antwoorden in de grafiek vertegenwoordigd worden. Op die manier telt de tool dan het aantal fouten (telkens met gewicht 1) op en worden die automatisch onder de juiste categorieën of classificaties ondergebracht in de grafiek.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.