Infrastructuurplanning/Netwerkopbouw: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
KKoolstra (overleg | bijdragen)
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Infrastructuurplanning}} __NOTOC__ =6. Netwerkopbouw= In het vorige hoofdstuk is aangegeven dat er alternatieve oplossin...'
 
KKoolstra (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 38:
 
===Rasterstructuur===
[[Image:Rasterstructuur.png|thumb|right|400px|''Figuur 6.1: Rasterstructuur'']]
Rasterstructuren kenmerken zich door de orthogonale opbouw, waarbij straten in principe eindeloos kunnen doorlopen. Rasterstructuren zijn in het verleden veelvuldig toegepast bij het ontwerp van steden (klassieke Griekse steden werden bijvoorbeeld al met een rasterstructuur aangelegd). Rasters zijn in het recentere verleden vooral toegepast in woonwijken met relatief veel herhaling: eenzelfde soort straat met hetzelfde type huizen kan eenvoudig op een andere plaats weer worden gerealiseerd. In de klassieke rasters waren echter vrijwel alle straten gelijkwaardig en liepen wegen recht door de hele stad, terwijl in modernere rasterstructuren het patroon veelvuldig wordt verschoven, zoals geïllustreerd is in figuur 6.1 Hierdoor ontstaat er toch een hiërarchie tussen ontsluitingswegen (dikke lijnen) en erftoegangswegen (dunne lijnen).
 
Figuur 5.1: rasterstructuur
 
Het voorbeeld illustreert dat in een rasterstructuur gebiedsontsluitingswegen zowel tangentieel als radiaal kunnen liggen. Dwars door de woonwijk loopt een gebiedsontsluitingsweg met relatief veel aansluitingen met erftoegangswegen. De tangentiële gebiedsontsluitingsweg rechts langs de woonwijk heeft duidelijk minder aansluitingen, mede doordat hier gekozen is om het raster van erftoegangswegen niet tot aan de ontsluitingsweg door te trekken.
Regel 50 ⟶ 48:
 
===Ring-lusstructuur===
[[Image:Ring-lusstructuur.png|thumb|right|400px|''Figuur 6.2: Ring-lusstructuur'']]
Een ring-lusstructuur (figuur 6.2) kenmerkt zich door een centrale ring als ontsluitingsweg binnen de wijk. Deze ring heeft liefst twee verschillende verbindingen richting andere stadswijken. De erftoegangswegen zijn grotendeels vormgegeven als lussen, waardoor vanaf de meeste lokaties de ontsluitingsring in twee richtingen is te bereiken.
 
Varianten van ring-lusstructuren zijn vooral veel toegepast in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw. De woonstraten zijn in deze periode vaak niet ontworpen als straat met een scheiding tussen weg en trottoir, maar als woonerf waarop in principe al het verkeer gelijkwaardig is. De centrale ring is meestal tweestrooks zonder rijbaanscheiding, waarbij vaak gekozen is voor een bochtig tracé om de snelheid te remmen. In de praktijk zijn deze wijkringen vaak toch een probleem voor de verkeersveiligheid, aangezien ze midden door de wijk lopen, maar het vaak niet acceptabel wordt gevonden om de snelheid terug te brengen tot 30 km/uur.
 
 
 
Een alternatief voor het afgebeelde voorbeeld met een ring die centraal door de wijk loopt is het toepassen van een tangentiële wijkontsluitingsring. Deze structuur is toegepast bij het ontwerp van de Nederlandse ‘new town’ Houten. Ook bij de recente uitbreidingen naar het Zuiden is hetzelfde principe aangehouden: een tangentiële ringstructuur als ontsluiting voor de auto’s, aangevuld met een radiaal netwerk voor langzaam verkeer dat is geconcentreerd op het stadscentrum met het station.
Regel 64 ⟶ 60:
 
===Boomstructuur===
[[Image:Boomstructuur.png|thumb|right|400px|''Figuur 6.3: Boomstructuur'']]
 
Een boomstructuur is een hiërarchisch wegennet, waarbij in principe steeds slechts één verbinding tussen de erven in de wijk en de hoofdontsluitingsweg wordt geboden. Slechts voor fietsers en voetgangers worden kortere verbindingen geboden.
 
Boomstructuren zijn op beperkte schaal toegepast in de jaren ’60 en begin jaren ’70. Er zijn overigens maar weinig voorbeelden van zuivere boomstructuren, vaker is er gekozen voor een combinatie van een boom- en een ring-lusstructuur. Tegenwoordig wordt dit type wijkontsluiting echter zelden meer toegepast, met name gezien het gebrek aan alternatieve routes bij calamiteiten en wegwerkzaamheden.
 
 
 
Zoals figuur 6.3 laat zien, lopen alle erftoegangswegen in principe dood in de wijk, waardoor sluipverkeer onmogelijk is. Bovendien is het verblijfsgebied vrij groot, waardoor veel bewoners zonder oversteken van een GOW voorzieningen als het wijkwinkelcentrum en de basisscholen kunnen bereiken.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.