Sociale geschiedenis van de vroege middeleeuwen/Kloosterleven: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 62.163.161.237 hersteld tot de versie na de laatste wijziging door 86.88.228.237 |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 52:
De kopiist had een zwaar leven, hij moest vaak in een koude ruimte werken en soms knielend. Het was geconcentreerd werk en het moest in stilte gebeuren. Hij liep het risico om blind te worden, een bochel te krijgen of pijn over zijn hele lichaam. Het was een vorm van [[w:ascese|ascese]], net als bidden en vasten. De monnik kon er zijn fantasie mee beteugelen. Het kopiëren van een bijbel kostte een jaar.
De [[w:
Aan het einde van de oudheid maakte de [[w:papyrus|papyrus]]rol plaats voor het vlakke [[w:perkament|perkamenten]] vel. Men had nu geen twee handen meer nodig om de rol vast te houden. Men kon een blanco boek naast het te kopiëren boek leggen, met een hand vrij om in het blanco boek schrijven. De papyrusrollen werden meestal nog hardop voorgelezen maar in de Karolingische tijd werd het 'stil' lezen gangbaar. Daardoor werd een innerlijke dialoog met de tekst mogelijk.
|