Deze uitgangen zijn de uitgangen van de [[Duits/Grammatica/Der Nominativ|Nominatief]], de basisvorm. Ze kunnen veranderen wanneer het zelfstandig naamwoord in een andere [[Duits/Grammatica/Wat zijn naamvallen|naamval]] staat.
De uitgangen van de lidwoorden worden overgenomen door enkele voornaamwoorden die ook een zelfstandig naamwoord begeleiden:
* de [[Duits/Grammatica/Het bezittelijk voornaamwoord|bezittelijke voornaamwoorden]] nemen de uitgangen van het onbepaald lidwoord over.
* De [[Duits/Grammatica/Aanwijzend voornaamwoord|aanwijzende voornaamwoorden]] en enkele andere voornaamwoorden (welcher, jeder) nemen de uitgangen van het bepaalde lidwoord over.