Engels/Grammatica/Werkwoord/Vervoeging en werkwoordstijden: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
herschikt
Regel 3:
''Tense'' betekent tempus ofwel werkwoordstijd. We gebruiken ''tenses'' om aan te geven wanneer iets plaats vindt (''present''), vond (''past'') of zal vinden (''future''). Door de vrij grote hoeveelheid verschillende ''tenses'' in het Engels (10 in de actieve vorm en 10 in de passieve vorm) zijn deze redelijk ingewikkeld.
 
===Simple present ===
Een voorbeeld met het werkwoord ''[[wikt:let#Engels|(to) let]]'' in de onvoltooid tegenwoordige tijd (Engels: ''simple present tense''):
*'''I let''': Ik laat
*'''You let''': Jij laat
*'''He/she/it lets''': Hij/zij/het laat
*'''We let''': Wij laten
*'''You let''': Jullie laten
*'''They let''': Zij laten
 
Een ader voorbeeld met ''to live'' (infinitief: leven)
 
*I live ''(Ik leef)''
*You live ''(Jij leeft)''
*He/She/It live'''s''' ''(Hij/Zij/Het leeft)''
*We live ''(Wij leven)''
*You live ''(Jullie leven)''
*They live ''(Zij leven)''
 
Bij ''he'', ''she'' en ''it'' (3e persoon enkelvoud) komt er altijd ''-s'' achter de werkwoordsstam. <ref>Een, wat minder netjes, ezelsbruggetje om dit te onthouden is de ''shitregel'': She He IT.</ref>
 
==Wanneer welke ''tense'' gebruiken?==
 
De naam van een ''tense'' is opgebouwd uit:
* de '''tijdsperiode (time)''' waarin alles zich afspeelt:
** ''Future tense'' (toekomst)
** ''Present tense'' (heden)
** ''Present perfect'' (tot nu toe) - deze tense zorgt bij Nederlandstaligen voor de meeste verwarring.
** ''Past tense'' (verleden)
** ''Past perfect tense'' (vroeger verleden)
 
* De '''functie''': het Engels maakt een onderscheid tussen [[Engels/Simple en continuous|simple en continuous]]:
** De ''simple tense'' drukt feiten of gewoontes uit (statisch, constant)
** De ''continuous tense'' drukt een aan de gang zijnde actie uit of legt de nadruk op het tijdelijke aspect.
 
===Hoe worden Tenses gevormd?===
Regel 128 ⟶ 95:
 
|}
 
 
===Simple present ===
Een voorbeeld met het werkwoord ''[[wikt:let#Engels|(to) let]]'' in de onvoltooid tegenwoordige tijd (Engels: ''simple present tense''):
*'''I let''': Ik laat
*'''You let''': Jij laat
*'''He/she/it lets''': Hij/zij/het laat
*'''We let''': Wij laten
*'''You let''': Jullie laten
*'''They let''': Zij laten
 
Een ader voorbeeld met ''to live'' (infinitief: leven)
 
*I live ''(Ik leef)''
*You live ''(Jij leeft)''
*He/She/It live'''s''' ''(Hij/Zij/Het leeft)''
*We live ''(Wij leven)''
*You live ''(Jullie leven)''
*They live ''(Zij leven)''
 
Bij ''he'', ''she'' en ''it'' (3e persoon enkelvoud) komt er altijd ''-s'' achter de werkwoordsstam. <ref>Een, wat minder netjes, ezelsbruggetje om dit te onthouden is de ''shitregel'': She He IT.</ref>
 
==Wanneer welke ''tense'' gebruiken?==
 
De naam van een ''tense'' is opgebouwd uit:
* de '''tijdsperiode (time)''' waarin alles zich afspeelt:
** ''Future tense'' (toekomst)
** ''Present tense'' (heden)
** ''Present perfect'' (tot nu toe) - deze tense zorgt bij Nederlandstaligen voor de meeste verwarring.
** ''Past tense'' (verleden)
** ''Past perfect tense'' (vroeger verleden)
 
* De '''functie''': het Engels maakt een onderscheid tussen [[Engels/Simple en continuous|simple en continuous]]:
** De ''simple tense'' drukt feiten of gewoontes uit (statisch, constant)
** De ''continuous tense'' drukt een aan de gang zijnde actie uit of legt de nadruk op het tijdelijke aspect.
 
 
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.