Infrastructuurplanning/Netwerkopbouw: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
KKoolstra (overleg | bijdragen)
KKoolstra (overleg | bijdragen)
Regel 19:
Erftoegangswegen buiten de bebouwde kom (ETW bubeko) kenmerken zich ook door menging van langzaam verkeer en motorvoertuigen op dezelfde rijbaan. Aangezien een ETW buiten de bebouwde kom overzichtelijker en rustiger zal zijn, is echter besloten om hier 60 km/uur toe te staan als maximumsnelheid; hoewel sommigen dit zien als een te grote concessie (Prof. Hansen van de TU Delft stelt bijvoorbeeld 50 km/uur voor op dit type wegen). Richtlijnen voor de inrichting van erftoegangswegen buiten de bebouwde kom zijn te vinden in het Handboek Wegontwerp (CROW, 2002).
 
===Gebiedsontsluitingswegen===
Verblijfsgebieden worden ontsloten door gebiedsontsluitingswegen. Dit zijn wegen met gelijkvloerse kruisingen, waarbij oversteken op wegvakken sterk ontmoedigd wordt. Bromfietsers rijden ook op een GOW binnen de bebouwde kom tussen het autoverkeer, maar fietsers hebben een eigen fietspad (of fietsstrook als er onvoldoende ruimte is). Door de scheiding tussen enerzijds fietsers en voetgangers en anderzijds motorvoertuigen is een hogere maximumsnelheid verantwoord. Binnen de bebouwde kom wordt standaard 50 km/uur gehanteerd; een stedelijke GOW met gescheiden rijbanen kan worden ontworpen op een maximumsnelheid van 70 km/uur en buiten de bebouwde kom geldt 80 km/uur als maximumsnelheid voor gebiedsontsluitingswegen. Bij kruisingen is er echter wel nog sprake van overstekende fietsers en voetgangers en daarom moet de snelheid van al het verkeer daar wel weer worden teruggebracht – in principe tot maximaal 30 km/uur. Langs het tracé van een gebiedsontsluitingsweg kunnen ook woningen worden ontsloten, als hiervoor maar gebruik wordt gemaakt van een parallelle erftoegangsweg. Parkeren langs een gebiedsontsluitingsweg kan worden toegestaan, tenzij er wegens ruimtegebrek is besloten om fietsstroken toe te passen i.p.v. aparte fietspaden. De combinatie van parkeren langs de weg en fietsstroken op een GOW is relatief gevaarlijk, maar wordt helaas ook bij de herinrichting van bestaande gebiedsontsluitingswegen nog steeds veelvuldig toegepast. Een ander veiligheidsaspect bij de GOW is de scheiding van rijrichtingen. Deze moet minimaal gemarkeerd zijn met onderbroken strepen, maar er kan ook gekozen worden voor een echte rijbaanscheiding. Voor een uitgebreid overzicht van alternatieven om gebiedsontsluitingswegen en kruisingen tussen GOW en ETW vorm te geven kan eveneens het ASVV (GOW bibeko) of het Handboek Wegontwerp (GOW bubeko) worden geraadpleegd.
 
Een nadeel van de wegcategorisering is overigens dat de functionaliteit voor motorvoertuigen hierin centraal staat, waarbij het netwerk voor fietsers en voetgangers slechts volgend lijkt te zijn. Een onderdeel van de systematiek is echter ook om voor fietsers en voetgangers eigen wensbeelden te maken, waarbij gekozen kan worden voor verbindingen met een ontsluitingsfunctie die slechts zijn opengesteld voor langzaam verkeer. In Houten is het ontsluitingsnetwerk voor motorvoertuigen gebaseerd op twee ringwegen, terwijl het fietsverkeer gebruik kan maken van radiale fietspaden richting het centrum. Deze fietspaden hebben in feite de functie van gebiedsontsluitingsweg, maar zullen niet ‘officieel’ als zodanig worden aangemerkt.
 
===Stroomwegen===
Bij stroomwegen kent de wegcategorisering geen onderscheid tussen binnen en buiten de bebouwde kom, hoewel in het verleden wel degelijk stroomwegen binnen de bebouwde kom zijn aangelegd met een bijbehorende lagere maximumsnelheid (o.a. de S 112 van het Amstelstation naar Amsterdam Zuidoost met een maximumsnelheid van 70 km/uur). Tegenwoordig wordt in dergelijke situaties echter meestal gekozen voor uitvoering als gebiedsontsluitingsweg.
 
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.