Onderwijs in relatie tot P2P/Relationele ontologie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
Een mensbeeld en een maatschappijbeeld staan zelden los van elkaar. Het ideaal van de P2P-maatschappij veronderstelt een bepaald mensbeeld, met name een vrij denkend individu dat deel uitmaakt van diverse groepen en een persoonlijke bijdrage levert aan deze groepen. Het in relatie staan tot de ander is essentieel om de P2P-maatschappij te laten ‘slagen’. Bauwens en Lievens (2013) gaan uit van een relationele ontologie.
 
De relationele ontologie stelt een mensbeeld voorop waarbij men niet blijft steken in de simpele ‘keuze’ tussen het benadrukken van het sociale enerzijds (bv. het premodern collectivisme waarbij het individu gevangen zit in zijn sociale rol) oftewel het benadrukken van het individuele anderzijds (bv. het neoliberaal individualisme, de mens als autonoom en eenzaam subject). Binnen de relationele ontologie is de visie genuanceerder: men houdt rekening met onze individuele capaciteiten en onze individuele vrijheid, maar wordt onze essentie hier niet toe herleidt. Centraal staan onze relaties en onze vrije deelname aan diverse netwerken en gemeenschappen. ''“Juist op basis van onze individualiteit en individuatieprocessen kunnen we vrije banden aangaan met gemeenschappen en groeien door onze relaties met die gemeenschappen en onze bijdragen aan die gemeenschappen.”'' (Bauwens & Lievens, 2013, p. 143). Het aangaan van relaties maakt ons tot wie we zijn. ''“Je bouwt je identiteit op basis van je bijdragen aan die respectievelijke commons op. ... Vandaag ben je actief in verschillende netwerken en in elk netwerk bouw je een identiteit op via bijdragen. Je krijgt met andere woorden een collectieve samenstelling van je identiteit op basis van actieve contributies in verschillende netwerken.”'' (Bauwens & Lievens, 2013, p. 38). Ook andere filosofen zien het relationele als dat wat ons consitueert: ''“dat het denken van differenties in de geglobaliseerde en gedigitaliseerde mediasamenleving van de 21e eeuw zal overgaan in een radicaal relationele filosofie. Letterlijk radicaal: onze wortels (radices) zijn niet langer oorspronkelijke identiteiten of verschillen, maar relationele netwerken met identiteiten als knooppunten. Daarmee komt het accent niet langer op het verschil of de Ander te liggen, maar op het midden van waaruit alles begint: relaties.”'' (Oosterling, 2010).
 
Bauwens en Lievens zetten dit idee van identiteit verderop in hun boek uiteen, waarbij ze ook een duiding geven op welke manier hun mensbeeld niet blijft steken in het (autoritaire) collectivisme of een overwaardering van het individuele. Men pleit voor een ''“vrije socialisering op basis van affiniteiten”affiniteiten,”'' (Bauwens & Lievens, 2013, p. 163).
 
 
==Theoretische duiding==
 
De nadruk op het sociale karakter van ons menselijke bestaan, is geen nieuw idee. Aristoteles stelde in de 4e eeuw voor Christus reeds dat de mens van nature een sociaal wezen is en alleen in een gemeenschap zijn volmaaktheid kon vinden (Wikipedia, 2014a). Vele denkers bespreken in mindere of meerdere mate het belang van het in-relatie-staan-tot, zoals Plato, Descartes, Rousseau, Newton, Locke, Quine, en talloze anderen. Vaak wordt het aangekaart bij vraagstukken rond hoe (ware) kennis vergaren (epistemologie, zie ook verderop), of –recenter– in het kader van recht doen aan de ander (ethiek, o.a. Arendt, Levinas). Heidegger (1927) gaf in zijn ‘Zijn en Tijd’ een aanzet om dit relationele aspect verder door te trekken tot ontologische vraagstukken. Er is immers een verschil in enerzijds het slechts erkennen van het belang van het relationele, dit is de ‘zwakke vorm’ van relationele ontologie volgens Slife (2010) die bovendien geen echte relationele ontologie is maar een verholen individualisme of atomisme. Anderzijds kan je het relationele zien als dat wat ons fundamenteel constitueert, namelijk dat er niet iets bestaat buiten het relationele, dat ons ''in-relatie-staan-tot'' fundamenteel ons ‘zijn’ bepaalt. Dit is de ‘sterke vorm’ van relationele ontologie volgens Slife (2010). ''“Relationships are not just the interactions of what was originally nonrelational; relationships are relational “all the way down.” Things are not first self-contained entities and then interactive. Each thing, including each person, is first and always a nexus of relations.”'' (Slife, 2010, p. 159). Er is niet zoiets als een toestand van onafhankelijkheid en ‘vrijheid’ die we moeten opgeven in ruil voor sociale orde. Er is énkel een toestand van wederzijdse afhankelijkheid (Stout, 2010). Follett schrijft het treffend neer: ''“The fallacy of self-and-others fades away and there is only self-in-and-through-others”'' (Follett, 1998, p. 8). In het Westerse denken is zulke ‘sterke vorm’ van relationele ontologie redelijk nieuw. Toch stelt Forster (2010) dat het Afrikaanse mensbeeld van oudsher in deze geest begrepen kan worden. Hij verwijst hiervoor naar het welbekende ‘ubuntu’, een begrip uit de Afrikaanse filosofie, hetgeen hij vertaalt als ''“a person is a person throughout other persons”'' (Forster, 2010, p. 243).
 
Margaret Stout (2010) legt vanuit de opvatting dat het in-relatie-staan-tot-elkaar ons maakt tot wie we zijn (relationele ontologie), een link naar onze wil om vanuit deze zijnswijze ook bij te dragen aan het collectieve. Je zou dit kunnen beschouwen als het vrijwillig bijdragen aan de commons zoals Bauwens en Lievens dit uiteenzetten binnen de peer-to-peer maatschapij (2013). ''“This innate mutual recognition fosters empathy and a shared desire for well-being. … It enables us to willingly commit to an evolving collaborative process. In short, although the social bond does not necessitate agreement or goodness among human beings, mutual awareness and recognition of commonality make empathy, trust, and collaboration possible if not probable.”'' (2010, p. 15). Het relationele dat ons constitueert, is volgens haar een voorwaarde om samen te kunnen leven op een zelfregulerende manier (Stout spreekt over ''self-governance'', 2010, p. 15).
 
Het mensbeeld binnen de relationele ontologie beïnvloedt het denken in diverse domeinen, die relevant zijn vanuit de invalshoek van de peer-to-peer samenleving, zoals uiteengezet door Bauwens en Lievens (2013). Hieronder een greep uit de literatuur hieromtrent.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.