Onderwijs in relatie tot P2P/Distributief systeem: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
VerwimpS (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
 
 
Een '''distributief systeem''' is een stelstel waarbij bepaalde zaken en goederen verdeeld worden onder bepaalde doelgroepen of onder de bevolking. Het gaat dus over een verdelingssysteem, meer bepaald een verdeling van goederen. Volgens Van Dale betekent distributie: "1 “uitdeling”uitdeling en 2 “doordoor de staat geregelde verdeling van levensbehoeften enz.”" (www.vandale.beVan Dale Uitgevers, 2014). Volgens deze definitie is distributie eerder gericht op goederen, nl. levensbehoeften. Binnen de peer-to-peerfilosofie kan distributie ook kennis inhouden. Een distributief systeem wordt dus gekenmerkt door een geordende manier van verdeling, zodat iedereen vrije toegang heeft tot productiemiddelen of kennis/expertise. Daar wordt in het volgende deel verder op ingegaan (Bauwens & Lievens, 2014).
 
Een distributief systeem wordt veel vanuit de informaticawereld benadert. Insup (2007) licht toe wat een distributief systeem in deze context betekent. "A distributed system is a collection of independent computers that appear to the users of the system as a single coherent system" (Insup, 2007, p. 1). Het is dus een collectie van onafhankelijke computers die voor de gebruikers verschijnt als één samenhangend systeem (Insup, 2007).
 
 
==Distributief systeem en P2P==
 
Een distributief systeem iswordt inherentdus aangekenmerkt peer-to-peerdoor eneen bestaatgeordende dusmanier uit eenvan verdeling, vanzodat bepaaldeiedereen zakenvrije toegang heeft tot productiemiddelen of kennis/expertise (Bauwens & Lievens, 2014). Een belangrijk aspect binnen peer-to-peer is dat het idee van individuele eigendom plaats ruimt voor ‘toegang’ tot die zaken. Het woord ‘toegang’ tot die kennis of goederen is heel belangrijk, wanneer men dit in combinatie met de peer-to-peerfilosofie tracht te begrijpen. De verdeling van een bepaalde inhoud geeft dus toegang tot die inhoud, maar de gebruiker wordt geen eigenaar ervan. Alle gebruikers hebben toegang tot een bepaald platform en geven er mee vorm aan. De toegang creëert een soort ‘gebruikerswaarde’, want meniedereen kan er dan meeermee aan de slag. Hierbij ligt de focus ligt op het nut van een bepaald product. Iedereen vrije toegang verlenen tot bepaalde expertise is enkel mogelijk dankzij een distributief systeem. Om deze vrije toegang te garanderen en daarnaast zelf iets waardevols te kunnen toevoegen is het belangrijk om transparantie te verkrijgen in dit proces. Zo kan het productieproces geoptimaliseerd worden, wat binnen de peer-to-peerfilosofie gericht is op de gebruikerswaarde en niet op de winst (Bauwens & Lievens, 2014).
 
 
Peerproductie als productiewijze op zich, wil voordelen voor zowel de arbeiders als de zogenaamde ‘commoners’, dit zijn gebruikers die mee waarde creëren. Het mee vorm geven en waarde creëren door de gebruikers is een vorm van horizontalisering (www.jeanlievens.be). Deze horizontalisering wordt gekenmerkt doordat een product tot stand komt vanuit peers of gelijken en niet vanuit een productieproces met een duidelijke hiërarchische structuur en leiderspositie. Binnen peer-to-peer staat deze horizontalisering dan ook centraal, in tegenstelling tot een hiërarchische verdeling die tot uiting komt in het kapitalisme. In het kapitalisme is er een duidelijke hiërarchische structuur aanwezig, er zijn leidinggevende functies (in verschillende gradaties) en andere werkkrachten. De voorgaande besproken horizontalisering is ook een kenmerk van een distributief systeem. Daarnaast is vrije toegang er ook een kenmerk van. Wanneer deze toegang beperkt wordt door een vorm van macht of hiërarchie (en er dus geen vrije toegang is), spreken we niet van een distributief systeem. Men noemt dit dan een hiërarchisch systeem als er sprake is van een centrale macht. Het is een decentraal classificatiesysteem bij een decentrale macht. Een distributief systeem binnen de peer-to-peerfilosofie heeft geen centrale of decentrale macht. Die machtsfactor impliceert een verticale structuur, terwijl het horizontalisering centraal staat binnen peer-to-peer (Bauwens & Lievens, 2014).
 
==Voorbeeld==
 
Een voorbeeld van een distributief systeem binnen de peer-to-peerfilosofie vinden we op het internet. Diigo (Digest of Internet Information, Groups and Other stuff) is een platform, waarbij je zelf kan ordenen. Iedereen kan vrij bronmateriaal classificeren aan de hand van zelfgekozen tags (Bauwens & Lievens, 2014). Je kan een deel van webpagina’s selecteren en notities bijvoegen. Deze notities kan je enkel voor jezelf zichtbaar stellen, maar ook voor een groep binnen Diigo. Daarnaast kan je een link doorsturen naar iemand anders. Het heeft een brede waaier aan mogelijkheden, zoals hieronder op de figuur is aangegeven, en is gebaseerd op het verspreiden van gegevens onder peers (Diigo, 2014). “Maar ook dit systeem is niet feilloos want als iedereen een eigen ordeningssysteem gebruikt, krijg je classificaties die onderling incompatibel zijn” (Bauwens & Lievens, 2014, p. 145). Je kan wel afspreken om dezelfde tags te gebruiken en op die manier zelf een gemeenschappelijke ontologie creëren, zonder dat iemand die ontologie op voorhand oplegt. Op die manier is er geen sprake van hiërarchische classificatie (Bauwens & Lievens, 2014).
 
Een voorbeeld van een distributief systeem buiten de peer-to-peerfilosofie betreft massively multiplayer online games (MMOG). Hierbij kunnen mensen over de hele wereld via een bepaald platform tegelijkertijd spelen. Spelers kunnen samenwerken of concurreren en dus soms ook in contact treden met andere spelers, wereldwijd. Deze spellen kunnen via een verschillende media gespeeld worden zoals computer, playstation, gsm en dergelijke. Een voorbeeld van dergelijk massively multiplayer online game is World of Warcraft (Massively Multiplayer Online Games, 2014). World Wide Web (www) is ook een voorbeeld van een distributief systeem (Insup, 2007).
 
==Theoretische duiding==
 
Een distributief systeem vinden we dus terug in de informatica. Een softwaresysteem verbindt verschillende computers in een bepaald netwerk met elkaar (Distributed computing, 2014). Dit vinden we ook terug in de definitie van Insup (2007). Het bevat verschillende componenten die coördineren en communiceren aan de hand van acties en berichten. De focus ligt op het coördineren van de werking van een willekeurig distributief systeem. De taak wordt verdeeld en elke computer draagt een steentje bij om eenzelfde doel te bereiken. Bij een distributief systeem is er sprake van ‘message-passing’. Door berichten uit te wisselen is iedere component op de hoogte. Er bestaat ook een parallel systeem waarbij ‘using same memory’ op de voorgrond staat, er is daar een gedeeld programma waarmee men werkt. Dit kan een onderdeel zijn van het distributief systeem, maar het werkt beperkter dan een distributief systeem. Bij deze laatste heeft elke component een eigen geheugen en worden deze geheugens samengebracht via berichtgeving. Op die manier is er een veel bredere waaier aan mogelijkheden om een bepaald probleem op te lossen. Als er bijvoorbeeld een fout is in de software, zijn er andere componenten die nog verder kunnen werken en is het distributief systeem niet verloren. Peer-to-peertoepassingen zijn een voorbeeld van een distributief systeem (Distributed computing, 2014). De samenhang tussen een distributief systeem en peer-to-peer vanuit de theorie, wordt uitvoerig besproken in het boek van Bauwens en Lievens (2014).
 
Een distributief systeem kan verschillende vormen aannemen. Zo bestaan er SOA-based systems, massively multiplayer online games en peer-to-peerapplicaties (Distributed computing, 2014). 'SOA' staat hier voor 'service-oriented architecture'. Het is een soort van ontwerppatroon vanuit verschillende stukjes software die een bepaalde functionaliteit verstrekken aan andere applicaties via een protocol (Service-oriented architecture, 2014). Bij punt drie zijn van deze verschillende vormen reeds een voorbeeld gegeven. Een voorbeeld van een SOA-based system is World Wide Web. Een voorbeeld van een massively mulitplayer system is War of Worldcraft. Een voorbeeld van een peer-to-peerapplicatie is Diigo.
 
Er zijn vijf belangrijke doelstellingen van een distributief systeem, nl. "transparency, openness, reliability, performance, scalability" (Insup, 2007, p. 2). Transparantie en openheid hebben betrekking op het productieproces. Betrouwbaarheid betekent dat het systeem o.a. consistent moet blijven en fouten dient te herstellen. Daarnaast ligt een belangrijke focus op de prestatie. Ook "de mate waarin een computersysteem kan worden uitgebreid in termen van capaciteit en verwerkingskracht" (Encyclo, 2014) is belangrijk (Insup, 2007).
In het kapitalistisch systeem bestaan al peer-to-peerprojecten. Er zijn echter verschillende richtingen die men kan uitgaan, die worden aangegeven in onderstaand schema. Bauwens & Lievens (2014) stellen vier kwadranten voor volgens twee assen (winst of doel/gebruik) en twee polariteiten (gecentraliseerde controle of gedecentraliseerde controle).
 
InDe hetsamenhang kapitalistischtussen systeemeen bestaandistributief alsysteem en peer-to-peerprojecten.peer, Erwordt zijnuitvoerig echterbesproken verschillendein richtingenhet dieboek menvan kanBauwens uitgaan,en dieLievens worden(2014). aangegevenIn inhet onderstaandkapitalistisch schemasysteem bestaan al peer-to-peerprojecten. Bauwens & Lievens (2014) stellen vier kwadranten voor volgens twee assen (winst of doel/gebruik) en twee polariteiten (gecentraliseerde controle of gedecentraliseerde controle).
 
 
Regel 42 ⟶ 48:
 
 
Peer-to-peer kenmerkt zich door een bottum-up-perspectief. Het begint dus op klein niveau maar kan een impact hebben over een hele samenleving of daarbuiten. Mensen willen een bepaalde behoefte inlossen en kunnen dit voltooien door gebruik te maken van hun kennis en vaardigheden. Dit is dan een project dat lokaal gebeurt. Wanneer zij deze expertise distribueren en dus toegankelijk maken voor iedereen, kan er wereldwijd gebruik gemaakt worden van de expertise (die eerst lokaal gesitueerd bleef). Op die manier kunnen gelijkaardige behoeften op een gelijkaardige manier ingelost worden over de landsgrenzen heen. De expertise blijft niet beperkt gelokaliseerd in tegenstelling tot het kapitalistische systeem waarbij kennis vaak ‘binnenshuis’ blijft in de bedrijven. Zo hebben zij een soort ‘monopolie’ om een bepaalde kwaliteit van goederen te garanderen, waarop hun winst is gebaseerd. Het doel is om de peer-to-peer-economie - die gericht is op de gebruikerswaarde en niet op winst - dominant te maken. Dit kan niet in één keer en is dus een geleidelijk proces. Tegenwoordig zitten we dus nog in een kapitalistisch systeem waar kleine peer-to-peerprojecten (waaronder distributieve systemen) bestaan. Die peer-to-peerprojecten kan men dus plaatsen binnen bovenstaand kwadrant (Bauwens & Lievens, 2014).
 
Het kapitalistische systeem veranderen in een peer-to-peerproductie op grote schaal, vergt een mentaliteitswijziging bij de bevolking en in (grote) bedrijven. Het gevolg hiervan zijn dan ook grote structurele veranderingen. Binnen peer-to-peerproductie wordt er gewerkt met een distributief systeem om expertise te delen. Peers uit verschillende lagen van de bevolking en over de landsgrenzen heen kunnen hun kennis en vaardigheden delen met elkaar en op die manier samenwerken aan een bepaald product (www.jeanlievens.be). Er wordt niet geproduceerd voor de winst, maar voor de gebruikswaarde. Dit is nu niet het geval. Er wordt nu een bepaalde behoefte gecreëerd. Vele mensen zijn ‘afhankelijk’ van hun gsm bijvoorbeeld. Deze afhankelijkheid werd gecreëerd, want een gsm is geen basisbehoefte om te kunnen overleven. Tegenwoordig wordt er op die manier geproduceerd. De duurtijd van deze producten zijn ook relatief laag, zodat mensen na verloop van tijd een nieuwe ‘moeten’ kopen. Bij peer-to-peer wordt er dus geproduceerd voor de gebruikerswaarde. De gebruikers spelen een belangrijke rol en geven het project mee vorm. Om dit te kunnen doen, horen zij ook inzage te hebben in het hele proces. Het productieproces binnen de peer-to-peerfilosofie kent een zekere transparantie (Bauwens & Lievens, 2014).
 
Peer-to-peerproductie wordt gekenmerkt door het samen creëren van een bepaald product, los van de hiërarchische structuren en normen die o.a. in bedrijven het productieproces beschrijven. Iedereen heeft toegang en kan gebruik maken van de diensten en kennis die door verschillende peers is verzameld. Er is dus sprake van een verdeling of distributie van kennis en expertise (www.jeanlievens.be). Met andere woorden, binnen de peer-to-peerproductie vertrouwt men dus op de kennis en vaardigheden van peers. Expertise, waaronder kennis en vaardigheden e.d., wordt gedeeld met anderen. Op die manier kan er lokaal en globaal – want iedereen heeft toegang tot die expertise – een bepaald product ontwikkeld worden. Eenieder kan hier een bijdrage aan leveren en de kennis verder uitbreiden. Die kennis is dan op zijn beurt ook weer vrij toegankelijk. Deze vrije distributie van en toegang tot expertise is mogelijk dankzij een distributief systeem (Bauwens & Lievens, 2014).
Het kapitalistische systeem veranderen in een peer-to-peerproductie op grote schaal, vergt een mentaliteitswijziging bij de bevolking en in (grote) bedrijven. Het gevolg hiervan zijn dan ook grote structurele veranderingen. Binnen peer-to-peerproductie wordt er gewerkt met een distributief systeem om expertise te delen. Peers uit verschillende lagen van de bevolking en over de landsgrenzen heen kunnen hun kennis en vaardigheden delen met elkaar en op die manier samenwerken aan een bepaald product (www.jeanlievens.be). Er wordt niet geproduceerd voor de winst, maar voor de gebruikswaarde. Dit is nu niet het geval. Er wordt nu een bepaalde behoefte gecreëerd. Vele mensen zijn ‘afhankelijk’ van hun gsm bijvoorbeeld. Deze afhankelijkheid werd gecreëerd, want een gsm is geen basisbehoefte om te kunnen overleven. Tegenwoordig wordt er op die manier geproduceerd. De duurtijd van deze producten zijn ook relatief laag, zodat mensen na verloop van tijd een nieuwe ‘moeten’ kopen. Bij peer-to-peer wordt er dus geproduceerd voor de gebruikerswaarde. De gebruikers spelen een belangrijke rol en geven het project mee vorm. Om dit te kunnen doen, horen zij ook inzage te hebben in het hele proces. Het productieproces binnen de peer-to-peerfilosofie kent een zekere transparantie (Bauwens & Lievens, 2014).
 
 
Zoals hierboven geduid, wordt een peer-to-peerproductie gekenmerkt door het samen creëren van een bepaald product, los van de hiërarchische structuren en normen die o.a. in bedrijven het productieproces beschrijven. Iedereen heeft toegang en kan gebruik maken van de diensten en kennis die door verschillende peers is verzameld. Er is dus sprake van een verdeling of distributie van kennis en expertise (www.jeanlievens.be).
 
 
Met andere woorden, binnen de peer-to-peerproductie vertrouwt men dus op de kennis en vaardigheden van peers. Expertise, waaronder kennis en vaardigheden e.d., wordt gedeeld met anderen. Op die manier kan er lokaal en globaal – want iedereen heeft toegang tot die expertise – een bepaald product ontwikkeld worden. Eenieder kan hier een bijdrage aan leveren en de kennis verder uitbreiden. Die kennis is dan op zijn beurt ook weer vrij toegankelijk. Deze vrije distributie van en toegang tot expertise is mogelijk dankzij een distributief systeem (Bauwens & Lievens, 2014).
 
==Externe links==
Regel 69 ⟶ 71:
 
Bauwens, M. & Lievens, J. (2014). De wereld redden. Antwerpen: Houtekiet.
 
Diigo. (2014, 28 september). In Wikipedia: de vrije encyclopedie. Opgehaald van: http://en.wikipedia.org/wiki/Diigo op 28 oktober 2014.
 
Distributed computing. (2014, 8 oktober). In wikipedia: de vrije encyclopedie. Opgehaald van: http://en.wikipedia.org/wiki/Distributed_computing op 19 november 2014.
 
Encyclo. (2014). In encyclo.nl: Nederlandse encyclopedie. Opgehaald van: http://www.encyclo.nl/begrip/scalability op 19 november 2014.
 
Insup, L. (2007). ''CIS 505: Software Systems: Introduction to Distributed Systems''. [Class handout].
 
Massively Multiplayer Online Games. (2014, 27 november). In wikipedia: de vrije encyclopedie. Opgehaald van: http://en.wikipedia.org/wiki/Massively_multiplayer_online_game op 29 november 2014.
 
Service-oriented architecture. (2014, 19 november). In wikipedia: de vrije encyclopedie. Opgehaald van: http://en.wikipedia.org/wiki/Service-oriented_architecture op 29 november 2014.
 
Van Dale Uitgevers. (2014). Distributie. In Van Dale: Gratis woordenboek. Opgehaald van: http://www.vandale.be/opzoeken?pattern=distributie&lang=nn#.VHmYzjGG-9E
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.