Onderwijs in relatie tot P2P/Distributief systeem: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 34:
Een distributief systeem kan verschillende vormen aannemen. Zo bestaan er SOA-based systems, massively multiplayer online games en peer-to-peerapplicaties (Distributed computing, 2014). 'SOA' staat hier voor 'service-oriented architecture'. Het is een soort van ontwerppatroon vanuit verschillende stukjes software die een bepaalde functionaliteit verstrekken aan andere applicaties via een protocol (Service-oriented architecture, 2014). Bij punt drie zijn van deze verschillende vormen reeds een voorbeeld gegeven. Een voorbeeld van een SOA-based system is World Wide Web. Een voorbeeld van een massively mulitplayer system is War of Worldcraft. Een voorbeeld van een peer-to-peerapplicatie is Diigo.
 
Er zijn vijf belangrijke doelstellingen van een distributief systeem (Insup, nl.2007): "transparencytransparantie, opennessopenheid, reliabilitybetrouwbaarheid, performance,prestatie en scalability"de mate waarin een computersysteem kan worden uitgebreid in termen van capaciteit en verwerkingskracht" (InsupEncyclo, 2007, p. 22014). Transparantie en openheid hebben betrekking op het productieproces. Betrouwbaarheid betekent dat het systeem o.a. consistent moet blijven en fouten dient te herstellen. Daarnaast ligtzijn een belangrijke focus op dezowel prestatie. Ook "de mate waarin een computersysteem kan worden uitgebreid in termen vanals capaciteit en verwerkingskracht" (Encyclo,van 2014)het iscomputersysteem belangrijk (Insup, 2007).
 
De samenhang tussen een distributief systeem en peer-to-peer, wordt uitvoerig besproken in het boek van Bauwens en Lievens (2014). In het kapitalistisch systeem bestaan al peer-to-peerprojecten. BauwensPeer-to-peer &kenmerkt Lievenszich (2014)door stelleneen vierbottum-up-perspectief. kwadrantenHet voorbegint volgensdus tweeop assenklein (winstniveau maar kan een impact hebben over een hele samenleving of daarbuiten. Het doel/gebruik) is om de peer-to-peer-economie - die gericht is op de gebruikerswaarde en tweeniet polariteitenop winst - dominant te maken. Dit kan niet in één keer en is dus een geleidelijk proces. Tegenwoordig zitten we dus nog in een kapitalistisch systeem waar kleine peer-to-peerprojecten (gecentraliseerdewaaronder controledistributieve ofsystemen) gedecentraliseerdebestaan controle(Bauwens & Lievens, 2014).
 
 
1. Bij het ‘netarchisch kapitalisme’ is er sprake van een winstgedreven systeem waarbij er een gecentraliseerde controle gebeurt. Iedereen heeft toegang tot een bepaald platform en creëert een gebruikerswaarde, maar deelt niet in de winst want men is geen eigenaar. Een voorbeeld hiervan is Facebook.
 
2. Het ‘verspreid kapitalisme’ of ‘gedistribueerd kapitalisme’ is een vorm van een decentraal maar winstgedreven systeem. Het draait dus nog steeds om geld verdienen en er wordt niet geproduceerd enkel op basis van de gebruikersnood. Het economische model wordt dus niet in vraag gesteld.
 
3. ‘Lokale veerkracht’ wordt gekenmerkt door een doelgedreven systeem met een gedecentraliseerde controle. Dit kwadrant speelt voornamelijk op lokaal niveau.
 
4. Bij ‘global commons’ zien we een doelgedreven systeem met een gecentraliseerde controle. Het is dus gericht op de gebruikerswaarde en op het maatschappelijk nut. Het is dus eerder globaal van aard. Een wereldwijde samenwerking is het streefdoel van peer-to-peer.
 
 
Peer-to-peer kenmerkt zich door een bottum-up-perspectief. Het begint dus op klein niveau maar kan een impact hebben over een hele samenleving of daarbuiten. Het doel is om de peer-to-peer-economie - die gericht is op de gebruikerswaarde en niet op winst - dominant te maken. Dit kan niet in één keer en is dus een geleidelijk proces. Tegenwoordig zitten we dus nog in een kapitalistisch systeem waar kleine peer-to-peerprojecten (waaronder distributieve systemen) bestaan. Die peer-to-peerprojecten kan men dus plaatsen binnen bovenstaand kwadrant (Bauwens & Lievens, 2014).
 
Het kapitalistische systeem veranderen in een peer-to-peerproductie op grote schaal, vergt een mentaliteitswijziging bij de bevolking en in (grote) bedrijven. Het gevolg hiervan zijn dan ook grote structurele veranderingen. Binnen peer-to-peerproductie wordt er gewerkt met een distributief systeem om expertise te delen. Peers uit verschillende lagen van de bevolking en over de landsgrenzen heen kunnen hun kennis en vaardigheden delen met elkaar en op die manier samenwerken aan een bepaald product (www.jeanlievens.be). Er wordt niet geproduceerd voor de winst, maar voor de gebruikswaarde. Dit is nu niet het geval. Bij peer-to-peer wordt er dus geproduceerd voor de gebruikerswaarde. De gebruikers spelen een belangrijke rol en geven het project mee vorm. Om dit te kunnen doen, horen zij ook inzage te hebben in het hele proces. Het productieproces binnen de peer-to-peerfilosofie kent een zekere transparantie (Bauwens & Lievens, 2014).
 
Peer-to-peerproductie wordt gekenmerkt door het samen creëren van een bepaald product, los van de hiërarchische structuren en normen die o.a. in bedrijven het productieproces beschrijven. Iedereen heeft toegang en kan gebruik maken van de diensten en kennis die door verschillende peers is verzameld. Er is dus sprake van een verdeling of distributie van kennis en expertise (www.jeanlievens.be). Met andere woorden, binnen de peer-to-peerproductie vertrouwt men dus op de kennis en vaardigheden van peers. Expertise, waaronder kennis en vaardigheden e.d., wordt gedeeld met anderen. Op die manier kan er lokaal en globaal – want iedereen heeft toegang tot die expertise – een bepaald product ontwikkeld worden. Eenieder kan hier een bijdrage aan leveren en de kennis verder uitbreiden. Die kennis is dan op zijn beurt ook weer vrij toegankelijk. Deze vrije distributie van en toegang tot expertise is mogelijk dankzij een distributief systeem (Bauwens & Lievens, 2014).
 
 
==Externe links==
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.