Onderwijs in relatie tot P2P/Meritocratische Hiërarchie: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 27:
Een duidelijk voorbeeld van het meritocratisch principe zien we bij het gratis leerplichtonderwijs. Op deze manier krijgen alle jongeren de kans om zich te ontplooien op school, niet alleen de rijke kinderen zoals vroeger wel eens het geval was bij het feodalisme. Ook het kosteloos onderwijs en de studietoelage zijn hier voorbeelden van. Verder is ook de oriëntering op basis van testresultaten en toelatingsproeven een uiting van het meritocratisch principe: het is niet zo dat de rijkste kinderen de meeste ondersteuning krijgen, maar de meest verstandige kinderen die zich het meest inzetten. Het leerkrediet is een voorbeeld van de inzet die vereist is. Het is niet de bedoeling dat iedereen die gaat studeren een diploma zal halen, enkel in diegenen die zich inzetten en hun studiepunten terughalen wordt geïnvesteerd omdat deze later meer zullen kunnen bijdragen tot de samenleving. We merken dus duidelijk dat er in onze samenleving een selectie is o.b.v. verdiensten.
Knelpunten die we in de praktijk merken en die ook voorspeld werden door Young zijn talrijk. Zoals het buitengewoon onderwijs en andere voorzieningen. Hier worden kinderen geplaatst die niet meekunnen met de verwachtingen van het reguliere onderwijs. 'Buitengewoon onderwijs zou kinderen een negatief etiket opplakken dat ze voor de rest van hun leven meedragen en waardoor ze later minder kansen krijgen in de maatschappij: het zou bijvoorbeeld minder gemakkelijk gaan om een job te vinden als je geen diploma van het gewoon onderwijs kan voorleggen' (Hellinckx & Ghesquière, 1999, p136-137
==Theoretische duiding==
|